Staatscourant 2014, 37958

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Etten-Leur op het bezwaarschrift tegen het verkeersbesluit van 19 maart 2013 voor het intrekken van het verbod op vrachtverkeer door Etten-Leur Noord.

========================================================================

Inleiding

Bij besluit van 19 maart 2013 hebben burgemeester en wethouders een verkeersbesluit genomen waarmee zij het eerder genomen verkeersbesluit “verbod voor doorgaand vrachtverkeer in Etten-Leur Noord “ intrekken. Dit verkeersbesluit is op woensdag 27 maart 2013 gepubliceerd op de gemeentelijke pagina’s van de Etten-Leurse Bode en in de Staatscourant.

Bezwaarschrift

Met betrekking tot de bezwaarschriften tegen het verkeersbesluit “intrekken verbod vrachtverkeer Etten-Leur Noord”, besluit van het college van burgemeester en wethouder van Etten-Leur d.d. 19 maart 2013, ingediend door:

• Mr. K. Meijering van AKD, gevestigd te Breda, namens:

  - de heer R. Voorwinde, wonende Pottenbakkerstraat 11 te Etten-Leur;

  - de heer R. Burgerhoudt, wonende Zeilmakerstraat 11 te Etten-Leur;

  - mevrouw M.T.J. van Beest-Berkouwer, wonende Zeilmakerstraat 29 te Etten-Leur;

  - mevrouw M.M. Dullaert-de Vries, wonende Zeilmakerstraat 3 te Etten-Leur;

  • de heer P. Acda, wonende Zeilmakerstraat 7 te Etten-Leur;
  • de heer J.G.M. Bosman en mevrouw M.M.J.C. Bosman-Robben, wonende Zeilmakerstraat 1,
  • de heer L.J.H. van Dijke, wonende Zeilmakerstraat 16 te Etten-Leur;

hierna te noemen “bezwaar Voorwinde e.a.”.

Hoorzitting

Ingevolge de Awb worden belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord. De gemeente Etten-Leur kent een Commissie voor de Bezwaarschriften, hierna te noemen “Commissie”. Zij is belast met het horen van partijen en het adviseren van het college over de ingediende bezwaren.

De bezwaarmakers zijn door de Commissie gehoord op 14 augustus 2013. Aanwezig waren de heren L.J.H. van Dijke, P. Acda, R. Kolmschot en mr. K. Meijering. Het college werd vertegenwoordigd door de heer H. van Beijsterveld. Van de zitting zijn geluidsopnames gemaakt.

Conclusie en advies van de Commissie

Het bestreden besluit is naar het oordeel van de commissie strijdig met het bepaalde in artikel 3:47 van de Awb. Dit gebrek kan, naar het oordeel van de commissie voor de bezwaarschriften, op grond van artikel 6:22 van de Awb worden hersteld nu tijdens de procedure i.e. uit het verweerschrift van het college en de toelichting tijdens de hoorzitting is gebleken dat er wel een draagkrachtige en kenbare motivering inzake de gemaakte belangenafweging bestaat. De inhoud van deze aanvullende motivering heeft, in samenhang met gestelde in het verweerschrift en het verhandelde tijdens de hoorzitting van deze commissie, een voldoende grond voor het college kunnen zijn om in redelijkheid het verkeersbesluit te kunnen nemen.

De commissie adviseert het door bezwaarmakers ingediende, ontvankelijke bezwaarschrift ongegrond te verklaren en het bestreden besluit onder aanvulling van de motivering in stand te laten.

Tot slot hebben bezwaarmakers bij gelegenheid van het bezwaarschrift om vergoeding van de in de bezwaarfase gemaakte proceskosten verzocht. Het vergoedingscriterium is opgenomen in artikel 7:15, tweede lid, van de Awb. Uitsluitend voor zover het bestreden besluit wordt herroepen wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid moet het bestuursorgaan de kosten, die de belanghebbende in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken, vergoeden.

Zoals hierboven geconcludeerd is er naar de mening van de commissie geen aanleiding om het bestreden besluit te herroepen, zodat er evenmin een basis is voor vergoeding van de gevraagde

proceskosten.

Heroverweging van het bestreden besluit

Er is overleg gevoerd met de bezwaarden. Hierin zijn een aantal maatregelen besproken. Een daarvan is een gesloten verklaring voor bepaalde tijden voor vrachtverkeer. Er is duidelijk naar voren gekomen wat de overlast van het bestreden besluit veroorzaakt. Met name in de nachtelijke uren wordt veel overlast ervaren.

Daarom wordt heroverwogen om het bestreden besluit te wijzigen. De wijziging houdt in dat er een verbod komt voor vrachtverkeer van 20.00 – 7.00 met een uitzondering voor bestemmingsverkeer.

Belangenafweging her over wogen besluit

Het aantal vrachtbeweging in de nacht is beperkt

In de nachtelijke uren (20.00 – 7.00) rijden er weinig vrachtwagens door de Pottenbakkerstraat. Deze vrachtwagens zorgen wel voor overlast voor omwonenden. Omdat het ’s nachts erg stil is, vallen deze geluiden des te hoger uit.

Alternatieve route

Er is goede alternatieve route mogelijk. De route Plantijnlaan-Schoonhout-Rijsdijk is hier uitstekend geschikt voor. Dit is ook de route zoals deze voor doorgaand verkeer (richting Zevenbergen) staat aangegeven op de officiële bewegwijzering van de ANWB. De afstand en tijd van het omrijden is dan ook zeer beperkt.

Er zijn geen redenen om aan te nemen dat het heroverwogen besluit belanghebbenden onevenredig benadeeld, noch dat door te nemen maatregelen een onduidelijke verkeerssituatie ontstaat.

Conclusie

Aan de hand van het vorenstaande wordt geconcludeerd dat het bestreden plan gewijzigd kan worden. Overeenkomstig het advies van de Commissie dienen de bezwaren van bezwaarmakers ongegrond te worden verklaard. Tevens wordt overgenomen het advies van de Commissie om niet tot vergoeding van de in artikel 7:15 Awb bedoelde kosten over te gaan.

Besluit

Gelet op het vorenstaande besluit het college van burgemeester en wethouders als volgt:

• Bezwaarden ontvankelijk te verklaren in het bezwaarschrift;
• Het ingediende bezwaarschrift ongegrond te verklaren;
• Onder verwijzing naar de heroverwegingen het bestreden besluit te wijzigen;
• Het bestreden besluit te wijzigen naar een gesloten verklaring voor doorgaand vrachtverkeer van 20.00 – 7.00 met een uitzondering voor bestemmingsverkeer;
• niet over te gaan tot vergoeding van in artikel 7:15 Awb bedoelde kosten.

Etten-Leur, 17 december 2014

Burgemeester en wethouders van Etten-Leur.

De secretaris, De burgemeester,

Mw. B.W. Silvis-de Heer. Mw. H. van Rijnbach-de Groot.

Tegen het besluit kan beroep worden ingesteld. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken. Deze termijn vangt aan met ingang van de dag na de dag waarop het besluit is toegezonden. Een beroepschrift dient te worden ingediend bij de Rechtbank Zeeland – West-Brabant, Team Bestuursrecht, Postbus 90.006, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet worden ondertekend en bevat ten minste: de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht en de gronden van het beroep. Bij het instellen van beroep wordt griffierecht geheven.

Indien beroep wordt ingesteld, kan indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist, tevens een verzoek worden gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening. Een verzoek om een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter (zie bovenstaand adres).