Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 27 januari 2014, nr. 473649, houdende wijziging van het Besluit rechtspositie leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 9b van het Besluit rechtspositie leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak;

Besluit:

ARTIKEL I

De in artikel 9 van het Besluit rechtspositie leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak genoemde vergoedingen worden als volgt gewijzigd:

A

In het eerste lid, wordt ‘€ 4.801’ vervangen door: ‘€ 4.859’, wordt ‘ € 2.768’ vervangen door ‘€ 2.802’ en wordt ‘€ 1.845’ vervangen door: € 1.868.

B

In het tweede lid, wordt ‘€ 4.708’ vervangen door ‘€ 4.765’ en wordt ‘€ 1.845’ vervangen door: € 1.868.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 januari 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

TOELICHTING

Met deze regeling worden de vergoedingen als bedoeld in artikel 9 van het Besluit rechtspositie leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak aangepast. Het betreft de jaarlijkse indexering van de onkostenvergoeding als bedoeld in artikel 9 van het Besluit rechtspositie leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak. De procentuele stijging van de consumentenprijsindex is op basis van CBS-gegevens berekend op 1.2%.

Abusievelijk zijn de vergoedingen niet geïndexeerd per 1 januari 2014. De indexering van de onkostenvergoeding is bij circulaire van 17 december 2013 inzake de indexering 2014 vergoedingen en toelagen Rechterlijke Macht bekendgemaakt. Gelet hierop is aan deze regeling terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari 2014.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

Naar boven