Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 17 december 2014, nr. IENM/BSK-2014/265827, tot wijziging van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer in verband met de indexering voor het jaar 2015

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 81, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 1a van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘2,89’ vervangen door: 2,95.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘2,12’ vervangen door: 2,17.

3. In het eerste lid, onderdeel c, wordt ‘0,35’ vervangen door: 0,36.

4. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘5,87’ vervangen door: 6,00.

5. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘2,67’ vervangen door: 2,73.

6. In het tweede lid, onderdeel c, wordt ‘0,40’ vervangen door: 0,41.

7. In het derde lid wordt ‘39,79’ vervangen door: 40,65.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

TOELICHTING

Inleiding

Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer (hierna: de regeling) in verband met de verwachte kostenontwikkeling. Hiertoe worden de in de regeling vastgestelde maximumtarieven aangepast. De hiermee gewijzigde tarieven liggen vast in Artikel I van de onderhavige regeling.

Indexering tarieven

Jaarlijks vindt er een indexering van de vervoerstarieven plaats. De Minister van Infrastructuur en Milieu heeft per brief van 22 mei 2011 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer aangegeven dat voor de indexering na 2013 de Samengestelde OV-index zal worden toegepast1. Voor het jaar 2015 wordt hierbij aangesloten door van deze Samengestelde OV-index gebruik te maken voor het bepalen van de nieuwe maximumtarieven.

De Samengestelde OV-index bestaat uit een indicator voor de te verwachten loonkostenstijging, een schatting van de algemene prijsontwikkeling en een energie-index voor de ontwikkeling van de energiekosten van voertuigen. De te verwachten loonkostenstijging betreft een schatting van de loonvoet marktsector (wegingsfactor 65%). De schatting van de algemene prijsontwikkeling betreft de prijsmutatie van de netto materiële overheidsconsumptie (wegingsfactor 27,8%). De prijsmutaties van brandstof hebben een wegingsfactor van 7,2%. Voor de gegevens wordt gebruik gemaakt van de Macro Economische Verkenningen en gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

De verwachte stijging van de loonvoet marktsector bedraagt 3,85%. De prognose voor de stijging van de materiële overheidsconsumptie is –0,80%. De stijging van de prijs van dieselolie aan de pomp is –1,65%. In de genoemde percentages is tevens een correctie verwerkt ten aanzien van de gerealiseerde cijfers in 2013. Gecombineerd met de wegingsfactoren levert dit een Samengestelde OV-index voor 2015 op van 2,16%. De maximumtarieven zijn overeenkomstig dit percentage verhoogd.

Administratieve lasten

De regeling heeft betrekking op taxiondernemers die actief zijn op de straattaximarkt (telefonisch bestellen, aanhouden op straat of taxistandplaats). Als taxiondernemers op basis van de nieuwe (geïndexeerde) maximumtarieven kiezen voor het aanpassen van hun tarieven, kan dit administratieve lasten tot gevolg hebben.

De (administratieve) lasten hangen samen met de volgende handelingen:

  • (laten) aanpassen van de taxameter;

  • downloaden, printen en invullen van nieuwe tariefkaarten;

  • vervangen van tariefkaarten binnen en buiten het taxivoertuig.

De eenmalige (administratieve) lasten die samenhangen met de aanpassing van de taxameters komen overeen met: 12.000 taxi’s x 0,25 uur x € 49 = € 147.000.

De eenmalige (administratieve) lasten die samenhangen met de nieuwe tariefkaarten komen overeen met: 12.000 taxi’s x 0,5 uur x € 28 = € 168.000.

Als alle taxiondernemingen deze handelingen verrichten komen de totale (administratieve) lasten overeen met € 315.000. Per taxivoertuig zou dit neerkomen op € 26,25. De feitelijke lasten kunnen lager uitvallen omdat het mogelijk is dat in de praktijk niet alle taxiondernemers de (geïndexeerde) maximumtarieven doorberekenen.

Consultatie

Het concept van onderhavige regeling is conform artikel 106 van de Wet personenvervoer 2000 ter consultatie voorgelegd aan de sector. Op de conceptregeling zijn vijf inhoudelijke reacties binnengekomen.

Landelijke franchiseorganisatie DVG Personenvervoer heeft aangegeven zich te kunnen vinden in de indexatie.

Ook brancheorganisatie KNV Taxi en vervoersmaatschappij Connexxion hebben aangegeven het eens te zijn met de indexatie, maar merken hierbij op dat zij de voorkeur geven aan afschaffing van de maximumtarieven.

De eventuele afschaffing van de maximumtarieven zal worden onderzocht in het kader van de evaluatie van het dubbel tariefsysteem volgend jaar. Met onderhavige wijziging wordt slechts beoogd om de bestaande maximumtarieven te indexeren.

De gemeente Den Haag geeft te kennen dat de meeste taxiondernemers het maximumtarief in rekening brengen. De toelichting is hierop aangepast. Voorts meldt de gemeente Den Haag dat de taxi als duur wordt ervaren en dat de redelijkheid van het tarief nadere toelichting behoeft.

De onderhavige regeling strekt tot indexering van de tarieven op basis van de Samengestelde OV-index. De wenselijkheid van de maximumtarieven zelf komt aan de orde in de evaluatie van het dubbel tariefsysteem.

Reizigersorganisatie Rover merkt op dat de kosten voor de taxibranche gedaald zijn. Zo wijst Rover op de goedkopere brandstof en geeft aan dit graag terug te zien in de indexatie van de tarieven.

In de Samengestelde OV-index zijn de prijsmutaties voor brandstof verwerkt, waardoor de daling van de brandstofprijzen tot uiting komt in de indexatie van de tarieven. Er zijn echter ook andere factoren betrokken in de Samengestelde OV-index, waardoor er per saldo sprake is van een procentuele stijging.

Inwerkingtreding

Het tijdstip van voorafgaande publicatie wijkt af van de systematiek van de vaste verandermomenten. Deze afwijking kan echter worden gerechtvaardigd gelet op het onderstaande.

Directe toepassing van de tariefaanpassingen wordt noodzakelijk en verantwoord geacht gelet op:

  • de toezegging aan de Tweede Kamer om in beginsel aan het begin van elk jaar tot indexering over te gaan;

  • het feit dat eerdere publicatie niet mogelijk is, vanwege het tijdstip van het bekend worden van de berekening en hoogte van de Samengestelde OV-index en het daarop volgende wettelijk verplichte adviestraject;

  • het feit dat er uitsluitend rechten worden gecreëerd en geen verplichtingen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Kamerstukken II 2010/11, 31 521, nr. 60.

Naar boven