Deelregeling Herdenking Slavernijverleden

Het bestuur van het Mondriaan Fonds,

Gelet op artikel 10, lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

Besluit:

Artikel 1. Toepassingsgebied

De regeling is van toepassing op culturele instellingen en is bedoeld als bijdrage voor de organisatie van de jaarlijkse slavernijherdenking rond het slavernijmonument in het Oosterpark te Amsterdam, waarbij het uitzonderlijke en voorbeeld stellende karakter van een voorgestelde herdenking centraal staat.

Artikel 2. Doel en reikwijdte van de regeling

Doel van de deelregeling is het vergroten van het draagvlak voor de herdenking, waarbij een relatie wordt gelegd tussen verleden en heden, zodat een brug wordt geslagen tussen kunst, cultureel erfgoed en de burger. Daarom wordt waarde gehecht aan samenwerking tussen culturele instellingen onderling, kunstenaars en andere maatschappelijke partijen. De regeling is van kracht tot 1 januari 2017. Voor de regeling is maximaal 150.000 euro inclusief overheadkosten beschikbaar.

  • 1. De bijdrage in de vorm van een financiële tegemoetkoming kan worden aangevraagd door een Nederlandse culturele instelling die aantoonbare inhoudelijke expertise heeft op het gebied van het Nederlandse slavernijverleden en in staat is de jaarlijkse herdenking te organiseren. De aanvraag kan samen met een andere culturele instelling uit Nederland worden aangevraagd.

  • 2. De bijdrage wordt verstrekt als tegemoetkoming voor een herdenking van het Nederlands slavernijverleden.

  • 3. In de toelichting bij het aanvraagformulier zijn het maximale percentage van de tegemoetkoming en de hoogte van de eigen bijdrage genoemd.

Artikel 3. Aanvraagprocedure

Het bestuur stelt jaarlijks een selectieronde vast en maakt ten minste twee maanden voordat de selectieronde aanvangt informatie openbaar over de mogelijkheid tot het verkrijgen van de bijdrage.

Artikel 4.

De aanvraag voor de herdenking dient vergezeld te gaan van een gemotiveerd plan, een presentatie- en communicatieplan, waarin is opgenomen wat de beoogde doelgroepen zijn, hoe deze bereikt zullen worden en waarom voor deze doelgroepen gekozen is. Voorts een dekkende begroting met offertes en, indien van toepassing, toezeggingen van deelnemende partijen. Daarnaast zijn de bepalingen in het Algemeen Reglement van het Mondriaan Fonds, in het aanvraagformulier en in de toelichting van kracht.

Artikel 5. Inhoudelijke beoordeling

  • 1. Bij de beoordeling van een aanvraag voor samenwerking geeft het bevoegd adviesorgaan een oordeel over het belang van het voorstel voor het cultureel erfgoed en de hedendaagse beeldende kunst en de burger. Daarbij beoordeelt het in onderlinge samenhang of:

    • het voorgelegde plan zich in inhoud, opzet en uitvoering onderscheidt van de andere aanvragen;

    • de aanvrager inhoudelijke en organisatorische expertise bezit;

    • de aanvraag het vertrouwen wekt dat het eindresultaat succesrijk en van een bijzondere kwaliteit is;

    • het voorgelegde plan bijdraagt aan de continuïteit van de herdenking en het effect hiervan op de langere termijn;

    • de aanvraag blijk geeft van een doordachte en realistische publieksbenadering, waarbij het slavernijverleden onder de aandacht wordt gebracht van verschillende doelgroepen en wordt bijgedragen aan een groter draagvlak voor de herdenking.

  • 2. Indien door twee of meer partijen wordt samengewerkt wordt dit in principe in positief meegewogen.

  • 3. Bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in deze regeling hanteert het adviesorgaan de volgende procedure:

    • a. Indien het bevoegde adviesorgaan de in het eerste lid van dit artikel bedoelde aspecten niet van voldoende belang acht, komt het tot een negatief advies over de aanvraag.

    • b. Indien het bevoegde adviesorgaan de in het eerste lid van dit artikel bedoelde aspecten wel van voldoende belang acht, komt het tot een positief advies over de aanvraag.

    • c. Een positief advies kan vergezeld worden van een aanbeveling over de hoogte van de toe te kennen bijdrage alsmede de periode waarover de bijdrage verstrekt wordt.

    • d. Het bestuur kan het bevoegd adviesorgaan verzoeken de positieve adviezen in volgorde van prioriteit te rangschikken op basis van het oordeel zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel. Alsdan onderbouwt het zijn prioritering.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst wordt uitgegeven na 31 december 2013, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. De regeling geldt tot 1 januari 2017.

Artikel 7. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Herdenking Slavernijverleden. Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De stichting Mondriaan Fonds, B. Donker, directeur/bestuurder

Naar boven