Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2014, 37061 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2014, 37061 | Besluiten van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 5, derde, vierde, vijfde, tiende, elfde en vijftiende lid, 8, vierde en zesde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, 5, vierde, vijfde, zesde en achtste lid, 8, vijfde, zesde, achtste en tiende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, 2:8, tweede lid, van het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten en 5, derde lid, van de Regeling vermogenswaardering Ioaz;
Besluit:
De bedragen, genoemd in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, worden als volgt herzien:
A
De bedragen, genoemd in artikel 5, worden als volgt herzien:
1. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘€ 679,75’ vervangen door: € 686,31.
2. In het vierde lid wordt in:
a. onderdeel a ‘€ 951,64’ vervangen door: € 960,83;
b. onderdeel b ‘€ 787,75’ vervangen door: € 794,76;
c. onderdeel c ‘€ 691,42’ vervangen door: € 698,12.
3. In het vijfde lid wordt in:
a. onderdeel a ‘€ 655,06’ vervangen door: € 662,28;
b. onderdeel b ‘€ 359,91’ vervangen door: € 363,79.
B
De bedragen, genoemd in artikel 8, worden als volgt herzien:
1. In het tweede lid wordt ‘€ 306,56’ vervangen door: € 309,36.
2. In het vijfde lid wordt ‘€ 202,57’ vervangen door: € 199,81.
De bedragen, genoemd in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, worden als volgt herzien:
A
De bedragen, genoemd in artikel 5, worden als volgt herzien:
1. In het tweede lid wordt in:
a. onderdeel 2 ‘€ 21.861,00’ vervangen door: € 22.511,00;
b. onderdeel 3 ‘€ 23.292,00’ vervangen door: € 23.087,00.
2. In het vierde lid wordt in:
a. onderdeel a ‘€ 679,75’ vervangen door: € 686,31;
b. onderdeel b ‘€ 951,64’ vervangen door: € 960,83.
B
De bedragen en het percentage, genoemd in artikel 8, worden als volgt herzien:
1. In het tweede lid wordt ‘€ 128.547,00’ vervangen door ‘€ 129.511,00’ en ‘4%’ wordt vervangen door: 3%.
2. In derde lid wordt ‘€ 306,56’ vervangen door: € 309,36.
3. In het negende lid wordt ‘€ 202,57’ vervangen door: € 199,81.
In artikel 2:8, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten wordt ‘€ 2.312,00’ vervangen door: € 2.339,00.
Artikel 1 van de Regeling vaststelling grondslagen IOAW wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘€ 1.579,90’ vervangen door: € 1.580,34.
2. In onderdeel b wordt ‘€ 1.216,81’ vervangen door: € 1.222,54.
3. In onderdeel c wordt ‘€ 959,59’ vervangen door: € 962,36.
4. In onderdeel d wordt ‘€ 808,63’ vervangen door: € 808,99.
5. In onderdeel e wordt ‘€ 751,13’ vervangen door: € 751,94.
6. In onderdeel f wordt ‘€ 359,91’ vervangen door: € 363,79.
Artikel 1 van de Regeling vaststelling grondslagen IOAZ wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘€ 1.579,90’ vervangen door: € 1.580,34.
2. In onderdeel b wordt ‘€ 1.216,81’ vervangen door: € 1.222,54.
In artikel 5, eerste lid, onderdeel d, van de Regeling vermogenswaardering Ioaz wordt ‘€ 117.444,00’ telkens vervangen door: € 118.771,00.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 15 december 2014
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma
In de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) zijn de netto bedragen opgenomen waaraan de op grond van artikel 5 van de IOAW en IOAZ vast te stellen grondslagen netto gelijk dienen te zijn. De genoemde bedragen dienen te worden herzien met ingang van de dag waarop en met het percentage waarmee het netto minimumloon en het netto minimumjeugdloon worden herzien.
Aangezien met ingang van 1 januari 2015 het netto minimumloon en het netto minimumjeugdloon veranderen dienen de in de IOAW en de IOAZ en in de regeling vaststelling grondslagen IOAW en de regeling vaststelling grondslagen IOAZ genoemde netto bedragen eveneens te worden aangepast. Deze regeling strekt daartoe. Ook enkele bedragen genoemd in het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten en de Regeling vermogenswaardering Ioaz worden gewijzigd aan de hand van de ontwikkeling van het netto minimumloon.
Het rentepercentage, zoals bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de IOAZ, wijzigt met ingang van 1 januari 2015. Voor de bepaling van de hoogte van een IOAZ-uitkering wordt rekening gehouden met het voordeel uit vermogen en pensioensvoorzieningen. Om het voordeel uit vermogen te berekenen wordt het eerder genoemde rentepercentage bedoeld. Het gebruik van het rentepercentage zorgt voor een uniforme benadering van het rendement op vermogen, ongeacht de wijze van beleggen. Het rentepercentage wordt bepaald op basis van twee reeksen, namelijk ‘deposit interest rate’ van de International Monetary Fund en de ‘wettelijke rente’ zoals door De Nederlandsche Bank wordt gepubliceerd. Van beide reeksen wordt een vijfjaargemiddelde berekend op basis van de gegevens die eind oktober 2014 het meest actueel waren. Door bij de rentereeksen uit te gaan van het gemiddelde van de afgelopen jaren, wordt voorkomen dat het rentepercentage sterk fluctueert. Een sterk fluctuerend percentage is onwenselijk vanwege het fluctuerend effect hiervan op de aanvulling die op basis van de IOAZ wordt verstrekt.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-37061.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.