Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 14 december 2014, nr. WJZ/14203770, houdende het instellen van een landelijk regime van maatregelen voor de preventie en bestrijding van hoogpathogene aviaire influenza (Regeling landelijke maatregelen vogelgriep 2014)

De Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op artikel 9 van Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandkoming van de interne markt (PbEG 1989, L395); artikel 10, eerste lid, van Richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG 1990, L 224); artikelen 1, tweede lid, 10, tweede lid, en 32, eerste lid, van Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (PbEU 2006, L 10), en de artikelen 17, 18, 30, eerste en derde lid, 31 en 32 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen en toepassingsbereik

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. bedrijf:

landbouwbedrijf of ander bedrijf, met inbegrip van een circus of dierenwinkel, waar vee of gevogelte in gevangenschap wordt gehouden, met uitzondering van slachthuizen, vervoermiddelen, quarantainestations, grensinspectieposten, of laboratoria die met officiële toestemming aviaire influenzavirussen bewaren;

b. beschermingsgebied:

door de minister aangewezen gebied met een straal van ten minste 3 km rondom een besmet bedrijf;

c. commercieel gehouden gevogelte:

gevogelte bestemd voor de productie van vlees, eieren of andere producten, voor het uitzetten in het wild, of het fokken van gevogelte voor deze doeleinden, met de bedoeling geld te verdienen;

d. gevogelte:

pluimvee, alsmede andere vogels in gevangenschap gehouden of gefokt;

e. goedgekeurd hygiëneprotocol:

set praktische hygiëneregels ter bevordering van de bioveiligheid in een specifieke situatie, zoveel mogelijk in overeenstemming met de beginselen en procedures voor reiniging en ontsmetting, bedoeld in bijlage VI bij richtlijn 2005/94/EG, en goedgekeurd door de minister van Economische Zaken.

f. mest:

uitwerpselen en urine van dieren, met uitzondering van gekweekte vissen, met of zonder strooisel;

g. toezichtsgebied:

door de minister aangewezen gebied rondom het beschermingsgebied, met een straal van ten minste 10 km rondom een besmet bedrijf;

h. vogelverblijfplaats:

kooi, volière, terrein, of gebouw met uitzondering van de menselijke woonruimte, waar gevogelte aanwezig is of pleegt te worden gehouden, en aanverwante ruimtes waar materiaal ten behoeve van het gevogelte is opgeslagen of pleegt te worden opgeslagen;

i. vervoermiddel:

voertuig en materieel, waaronder mede begrepen een combinatie van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers.

Artikel 2 Toepassingsbereik in beschermings- en toezichtsgebieden

Indien een gebied is aangewezen als beschermingsgebied of toezichtsgebied, gelden in dat gebied de meest verstrekkende voorschriften op grond van deze regeling en op grond van de regeling waarin de voorschriften voor het beschermingsgebied of toezichtsgebied zijn opgenomen.

§ 2. Maatregelen

Artikel 3 Vervoer gevogelte

  • 1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg, van gevogelte is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van gevogelte, niet zijnde eenden, ten behoeve van de slacht toegestaan, indien:

    • a. de dieren rechtstreeks naar een slachthuis worden vervoerd;

    • b. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol;

    • c. een verklaring, die minder dan 24 uur oud is, van een dierenarts aanwezig is dat de dieren op basis van een klinische inspectie geen ziekteverschijnselen vertonen.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van eenden ten behoeve van de slacht toegestaan, indien:

    • a. de dieren rechtstreeks naar een slachthuis worden vervoerd;

    • b. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol;

    • c. een verklaring die minder dan 24 uur oud is, aanwezig is dat er uit onderzoek van ten minste 20 monsters per stal met gebruikmaking van een PCR-test door het laboratorium, bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de Regeling erkenning en aanwijzing veterinaire laboratoria geen virus in de dieren is aangetoond.

  • 4. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van eendagskuikens toegestaan, indien:

    • a. de dieren rechtstreeks worden vervoerd naar de plaats van bestemming;

    • b. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

  • 5. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van niet-commercieel gehouden pluimvee en van ander gevogelte dan pluimvee toegestaan.

  • 6. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van gevogelte, anders dan het gevogelte, bedoeld in de leden twee tot en met vijf, toegestaan, indien:

    • a. de dieren rechtstreeks worden vervoerd naar de plaats van bestemming;

    • b. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol;

    • c. een verklaring, die minder dan 24 uur oud is, van een dierenarts aanwezig is dat geen van de op de locatie van herkomst aanwezige dieren op basis van een klinische inspectie ziekteverschijnselen vertonen.

Artikel 4 Vervoer eieren

  • 1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg, van eieren, afkomstig van een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van eieren toegestaan indien:

    • a. de eieren rechtstreeks worden vervoerd naar een locatie anders dan een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte;

    • b. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

  • 3. Voor de toepassing van het bepaalde in het tweede lid, onder a, wordt een broederij niet beschouwd als een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte.

Artikel 5 Vervoer andere dieren

  • 1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg, van commercieel gehouden dieren, anders dan gevogelte, afkomstig van of naar een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van commercieel gehouden dieren, anders dan gevogelte, afkomstig van een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte, naar een bedrijf zonder commercieel gehouden gevogelte toegestaan, indien de dieren rechtstreeks worden vervoerd.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van commercieel gehouden dieren, anders dan gevogelte, afkomstig van een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte, naar een ander bedrijf met commercieel gehouden gevogelte toegestaan, indien:

    • a. de dieren rechtstreeks worden vervoerd naar de plaats van bestemming;

    • b. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

  • 4. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van commercieel gehouden dieren, anders dan gevogelte, naar een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte toegestaan, indien de dieren afkomstig zijn van een locatie anders dan een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte.

Artikel 6 Vervoer sperma

  • 1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg, van sperma ten behoeve van de bevruchting van gevogelte, afkomstig van of naar een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van sperma toegestaan indien dit aan de openbare weg wordt opgehaald of afgeleverd.

Artikel 7 Vervoer diervoeders

  • 1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg, van diervoeders voor gevogelte en andere commercieel gehouden dieren afkomstig van of naar een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van diervoeders naar een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte toegestaan, indien:

    • a. per door de vervoerder af te leggen route maximaal één bedrijf met commercieel gehouden gevogelte wordt bezocht;

    • b. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

Artikel 8 Vervoer melk

  • 1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg, van rauwe melk en melkproducten, afkomstig van een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van rauwe melk en melkproducten toegestaan, indien:

    • a. per door de vervoerder af te leggen route maximaal één bedrijf met commercieel gehouden gevogelte wordt bezocht;

    • b. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van melkmonsters toegestaan indien deze aan de openbare weg worden opgehaald of afgeleverd.

Artikel 9 Vervoer mest

  • 1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg, van mest van gevogelte, is verboden.

  • 2. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg, van mest van commercieel gehouden dieren, anders dan gevogelte, afkomstig van een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte, is verboden.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van mest van gevogelte toegestaan, indien:

    • a. de mest rechtstreeks wordt vervoerd naar de plaats van bestemming.

    • b. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

  • 4. In afwijking van het tweede lid is het vervoer van mest van commercieel gehouden dieren, anders dan gevogelte toegestaan indien het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

  • 5. Het eerste tot en met vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op het aanwenden van mest.

Artikel 10 Aanvoer en afvoer

Voor zover ingevolge de artikelen 3 tot en met 9 het vervoer van dieren of producten is verboden, is ook het aanvoeren en afvoeren van deze dieren of producten verboden.

Artikel 11 Bezoekverbod

  • 1. Het is bezoekers verboden vogelverblijfplaatsen van commercieel gehouden gevogelte, alsmede niet deugdelijk fysiek van die verblijfplaatsen afgescheiden woonruimte of andere bedrijfsgedeelten te betreden. HetDe eerste volzin betreft eveneens de vervoermiddelen van een bezoeker.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde bezoekverbod is niet van toepassing op de volgende personen:

    • a. artsen, ambulancemedewerkers, brandweerlieden, psychosociale hulpverleners en soortgelijke noodhulpverleners, politiemedewerkers en toezichthouders, in de uitoefening van hun functie, en hun vervoermiddelen,

    • b. monteurs, loonwerkers, dierenartsen en bedrijfsverzorgers, indien er een acuut gevaar voor de gezondheid van vee of gevogelte aanwezig is en de werkzaamheden van deze personen noodzakelijk zijn om deze situatie op te heffen, en hun vervoermiddelen;

    • c. dierenartsen, indien hun bezoek plaatsvindt in het kader van een aan hen ingevolge wet- of regelgeving opgedragen verplichting of taak,

    • d. medewerkers van vangploegen, reinigingsploegen en entploegen;

    • e. controleurs van een privaat kwaliteitssysteem, voor zover zij controles uitvoeren op voorschriften van een privaat kwaliteitssysteem die betrekking hebben op hygiëne, en

    • f. in noodsituaties: brandstofleveranciers of stikstof (N2) leveranciers, en hun vervoermiddelen, mits zij reinigings- en ontsmettingsmaatregelen hebben genomen in overeenstemming met een goedgekeurd hygiëneprotocol en zij hun bezoek registreren. In een acute noodsituatie geldt geen registratieplicht voor de in onderdeel a genoemde personen.

  • 3. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op personeel, mits het:

    • a. reinigings- en ontsmettingsmaatregelen heeft genomen in overeenstemming met een goedgekeurd hygiëneprotocol, en

    • b. de voorafgaande 72 uren geen ander bedrijf heeft bezocht.

Artikel 12 Bezoekersregeling en registratieplicht

  • 1. Het is een houder van commercieel gehouden gevogelte verboden om bezoekers toe te laten tot zijn vogelverblijfplaatsen van commercieel gehouden gevogelte alsmede tot niet deugdelijk fysiek van die verblijfplaatsen afgescheiden woonruimte of andere bedrijfsgedeelten, met uitzondering van de bezoekers, bedoeld in artikel 11, tweede en derde lid, in de daar bedoelde situaties.

  • 2. Een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte houdt een register bij van alle bezoeken aan vogelverblijfplaatsen, niet deugdelijk fysiek van de vogelverblijfplaatsen afgescheiden woonruimte of andere bedrijfsgedeelten, waarin tenminste zijn opgenomen:

    • a. naam, adres en woonplaats van de bezoeker,

    • b. voor zover het bezoek plaatsvindt met een vervoermiddel: aard en kenteken van het vervoermiddel,

    • c. reden van het bezoek, en

    • d. datum en tijdstip van aankomst en vertrek van de bezoeker.

Artikel 13 Verbod wedstrijden en tentoonstellingen met vogels

  • 1. Alle jaarbeurzen, markten, wedvluchten, culturele evenementen, tentoonstellingen, keuringen of andere tijdelijke verzamelingen zijn verboden, voor zover daar commercieel gehouden gevogelte op een plaats wordt verzameld.

  • 2. Vrijstellingen op grond van artikel 2.5, tweede en derde lid, van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten ten aanzien van commercieel gehouden gevogelte, zijn opgeschort.

Artikel 14 Afscherm- en ophokplicht gevogelte

  • 1. Iedere houder van commercieel gehouden gevogelte brengt ten minste afscheidingen aan tussen het gevogelte en de op het bedrijf aanwezige zoogdieren.

  • 2. Iedere houder van commercieel gehouden gevogelte neemt passende maatregelen om zo veel mogelijk te voorkomen dat het door hem gehouden gevogelte in contact komt met gevogelte van andere houders of met in het wild levende dieren, zoals in het wild levende vogels of hun uitwerpselen.

  • 3. Voor een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte is een passende maatregel als bedoeld in het tweede lid ten minste het binnen een gebouw brengen en daar houden van het gevogelte.

  • 4. Het derde lid is niet van toepassing op gevogelte, behorende tot de eendvogels (Anseriformes), fazanten (Phasianidae), en de familie van struisvogels (Struthionidae), van emoes (Dromaiidae), en van nandoes (Rheidae).

§ 3. Slotbepalingen

Artikel 15 Regeling maatregelen bestrijding vogelgriep Hekendorp 2014

De Regeling maatregelen bestrijding vogelgriep Hekendorp 2014 wordt als volgt gewijzigd:

  • a. Artikel 1, onderdeel g, vervalt.

  • b. In artikel 1 worden de onderdelen h tot en met j geletterd g tot en met i.

  • c. In artikel 2, vierde lid, wordt ‘Regeling maatregelen regio’s bestrijding vogelgriep 2014’ vervangen door: Regeling landelijke maatregelen vogelgriep 2014.

  • d. In artikel 14, eerste lid, wordt ‘artikel 5, tweede en derde lid’ vervangen door: artikel 13, tweede en derde lid.

  • e. Artikel 17, vijfde lid, komt als volgt te luiden:

    • 5. Het derde lid is niet van toepassing op gevogelte, behorende tot de eendvogels (Anseriformes), fazanten (Phasianidae), en de familie van struisvogels (Struthionidae), van emoes (Dromaiidae), en van nandoes (Rheidae).

Artikel 16 Regeling maatregelen bestrijding vogelgriep Kamperveen 2014

De Regeling maatregelen bestrijding vogelgriep Kamperveen 2014 wordt als volgt gewijzigd:

  • a. Artikel 1, onderdeel g, vervalt.

  • b. In artikel 1 worden de onderdelen h tot en met j geletterd g tot en met i.

  • c. In artikel 2, vierde lid, wordt ‘Regeling maatregelen regio’s bestrijding vogelgriep 2014’ vervangen door: Regeling landelijke maatregelen vogelgriep 2014.

  • d. In artikel 14, eerste lid, wordt artikel 5, tweede en derde lid’ vervangen door: artikel 13, tweede en derde lid.

  • e. Artikel 17, vijfde lid, komt als volgt te luiden:

    • 5. Het derde lid is niet van toepassing op gevogelte, behorende tot de eendvogels (Anseriformes), fazanten (Phasianidae), en de familie van struisvogels (Struthionidae), van emoes (Dromaiidae), en van nandoes (Rheidae).

Artikel 17 Regeling maatregelen bestrijding vogelgriep Ter Aar 2014

De Regeling maatregelen bestrijding vogelgriep Ter Aar 2014 wordt als volgt gewijzigd:

  • a. Artikel 1, onderdeel g, vervalt.

  • b. In artikel 1 worden de onderdelen h tot en met j geletterd g tot en met i.

  • c. In artikel 2, vierde lid, wordt ‘Regeling maatregelen regio’s bestrijding vogelgriep 2014’ vervangen door: Regeling landelijke maatregelen vogelgriep 2014.

  • d. In artikel 14, eerste lid, wordt ‘artikel 5, tweede en derde lid’ vervangen door: artikel 13, tweede en derde lid.

  • e. Artikel 17, vijfde lid, komt als volgt te luiden:

    • 5. Het derde lid is niet van toepassing op gevogelte, behorende tot de eendvogels (Anseriformes), fazanten (Phasianidae), en de familie van struisvogels (Struthionidae), van emoes (Dromaiidae), en van nandoes (Rheidae).

Artikel 18 Regeling maatregelen bestrijding vogelgriep Zoeterwoude 2014

De Regeling maatregelen bestrijding vogelgriep Zoeterwoude 2014 wordt als volgt gewijzigd:

  • a. Artikel 1, onderdeel g, vervalt.

  • b. In artikel 1 worden de onderdelen h tot en met j geletterd g tot en met i.

  • c. In artikel 2, vierde lid, wordt ‘Regeling maatregelen regio’s bestrijding vogelgriep 2014’ vervangen door: Regeling landelijke maatregelen vogelgriep 2014.

  • d. In artikel 14, eerste lid, wordt ‘artikel 5, tweede en derde lid’ vervangen door: artikel 13, tweede en derde lid.

  • e. Artikel 17, vijfde lid, komt als volgt te luiden:

    • 5. Het derde lid is niet van toepassing op gevogelte, behorende tot de eendvogels (Anseriformes), fazanten (Phasianidae), en de familie van struisvogels (Struthionidae), van emoes (Dromaiidae), en van nandoes (Rheidae).

Artikel 19 Intrekking Regeling maatregelen regio’s bestrijding vogelgriep 2014

De Regeling maatregelen regio’s bestrijding vogelgriep 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 20

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling landelijke maatregelen vogelgriep 2014.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze regeling wordt bekendgemaakt op www.rijksoverheid.nl, en treedt op 15 december 2014 om 00.00 uur in werking.

Deze regeling wordt tevens met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

's-Gravenhage, 14 december 2014

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze, J.P. Hoogeveen de directeur-generaal van Agro

TOELICHTING

Op 23 november 2014 is Nederland ter bestrijding van hoogpathogene aviaire influenza opgedeeld in een viertal regio’s door middel van de Regeling maatregelen regio’s bestrijding vogelgriep 2014. In deze regio’s golden diverse maatregelen, onder meer met betrekking tot het vervoer van gevogelte en diverse producten van gevogelte. Op 3 december j. is de hiervoor genoemde regeling aangepast. In risicogebied A werden de maatregelen in stand gelaten. In de rest van Nederland golden minder strenge maatregelen. Het wordt thans verantwoord geacht om de maatregelen in regio A af te bouwen. Onderhavige regeling voorziet in één, algemeen regime van maatregelen voor heel Nederland – met uitzondering van aangewezen beschermings- en toezichtsgebieden. De verdeling van Nederland in regio’s wordt daarmee opgeheven. De maatregelen in de aangewezen beschermings- en toezichtsgebieden blijven van kracht. Hierna worden enkele specifieke wijzigingen toegelicht.

Bezoekverbod

Het bezoekverbod is aangepast. Op grond van de artikelen 13, eerste lid, en 17j, van de Regeling maatregelen regio’s bestrijding vogelgriep 2014 was het bezoekers verboden om vogelverblijfplaatsen te betreden. In artikel 11 van onderhavige regeling wordt het bezoekverbod beperkt tot vogelverblijfplaatsen van commercieel gehouden gevogelte. Onder ‘commercieel gehouden gevogelte’ wordt in de regeling verstaan gevogelte bestemd voor de productie van vlees, eieren of andere producten, voor het uitzetten in het wild, of het fokken van gevogelte voor deze doeleinden, met de bedoeling geld te verdienen (artikel 1, onderdeel c). Daarmee is het niet langer verboden om vogelverblijfplaatsen in kinderboerderijen, dierentuinen en siervogelbedrijven te bezoeken.

Ophokplicht voor fazanten

Met onderhavige regeling is in artikel 13, vierde lid, een uitzondering opgenomen op de ophokplicht voor commercieel gehouden fazanten. Op grond van de Regeling maatregelen regio’s bestrijding vogelgriep 2014 gold ook voor houders van commercieel gehouden fazanten de plicht tot het in een gebouw brengen van de dieren. Gebleken is echter dat dit bij fazanten, uit het oogpunt van dierenwelzijn, onwenselijke gevolgen heeft. Daarom worden houders van fazanten uitgezonderd van de verplichting deze op te hokken. Wel geldt nog altijd dat de houder, op grond van artikel 13, tweede lid, van onderhavige regeling, passende maatregelen moet nemen om zo veel mogelijk te voorkomen dat het door hem gehouden gevogelte in contact komt met gevogelte van andere houders of met in het wild levende dieren, zoals in het wild levende vogels of hun uitwerpselen. Dit kan bijvoorbeeld door middel van het spannen van netten aan de bovenzijde van het uitloopterrein.

Verzamelverbod

Het verzamelverbod is aangepast. Op grond van artikel 15 van de Regeling maatregelen regio’s bestrijding vogelgriep 2014 was het verzamelen van gevogelte en andere in gevangenschap gehouden vogels verboden, en werden vrijstellingen op grond van artikel 2.5 van de Tijdelijke regeling maatregelen dierziekten opgeschort. Met onderhavige regeling wordt de reikwijdte van het verbod en van de opschorting beperkt tot verzamelingen van commercieel gehouden gevogelte. Verzamelingen van niet-commercieel gehouden gevogelte worden toegestaan onder de voorwaarden van artikel 2.5 van de Tijdelijke regeling maatregelen dierziekten.

Vervoer overige commercieel gehouden dieren

Het verbod op het vervoeren van commercieel gehouden dieren, anders dan gevogelte, is versoepeld. Op grond van artikel 5, derde lid, is het vervoer van commercieel gehouden dieren, anders dan gevogelte, van een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte naar een ander bedrijf met commercieel gehouden gevogelte toegestaan, indien de dieren rechtstreeks worden vervoerd overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze, J.P. Hoogeveen de directeur-generaal van Agro

Naar boven