Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 12 december 2014, kenmerk 700430-130986-WJZ, houdende aanwijzing van toezichthoudende ambtenaren, bedoeld in artikel 9.2, eerste lid, en artikel 9.4, eerste lid, van de Jeugdwet en artikel 4.3.1, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Aanwijzingsbesluit toezichthoudende ambtenaren Jeugdwet en Wmo 2015)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de artikelen 9.2, eerste lid en zesde lid, 9.4, eerste lid, van de Jeugdwet en 4.3.1, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

Besluiten:

Artikel 1

Met het toezicht, bedoeld in artikel 9.2, eerste lid, van de Jeugdwet, zijn belast de ambtenaren van de Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie Veiligheid en Justitie.

Artikel 2

Met het toezicht, bedoeld in artikel 9.4, eerste lid, van de Jeugdwet, zijn belast de ambtenaren van de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie Veiligheid en Justitie.

Artikel 3

Met het toezicht, bedoeld in artikel 4.3.1, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, zijn belast de ambtenaren van de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

Artikel 4

Indien een organisatie als bedoeld in artikel 9.2, zesde lid, van de Jeugdwet een systeem van tuchtrecht heeft georganiseerd, zijn de met toezicht belaste ambtenaren, bedoeld in artikel 1, bevoegd in het kader van dat systeem een tuchtklacht in te dienen.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit toezichthoudende ambtenaren Jeugdwet en Wmo 2015.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

TOELICHTING

In dit besluit worden de ambtenaren aangewezen, die ingevolge de Jeugdwet belast zijn met het toezicht op de naleving van de Jeugdwet. Daarnaast worden de ambtenaren aangewezen, die ingevolge de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hoofdzakelijk hoofdstuk 4) belast zijn met het toezicht op de naleving van de regels die zijn gesteld voor de Advies- en Meldpunten Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK’s).

Het betreft ambtenaren die werkzaam zijn bij de Inspectie Jeugdzorg (IJZ), de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en de Inspectie Veiligheid en Justitie (IVenJ).

Het toezicht, bedoeld in artikel 9.4, eerste lid, van de Jeugdwet betreft toezicht op de naleving van artikel 9 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers. Met dit toezicht zijn de ambtenaren van de IJZ en de IVenJ belast.

Ten slotte worden de toezichthoudende ambtenaren die zijn belast met het toezicht op de Jeugdwet, op grond van artikel 9.2, zesde lid, van die wet, bevoegd verklaard om een tuchtklacht in te dienen. Indien een organisatie van beoefenaren van een beroep op het terrein van de jeugdhulp, de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, de AMHK’s, de raad voor de kinderbescherming, justitiële jeugdinrichtingen of Halt-bureaus een systeem van tuchtrecht heeft georganiseerd, zijn de ingevolge artikel 9.2 van de Jeugdwet met het toezicht belaste ambtenaren bevoegd in het kader van dat systeem een tuchtklacht in te dienen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Naar boven