De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Veiligheid
en Justitie,
Gelet op de artikelen 9.2, eerste lid en zesde lid, 9.4, eerste lid, van de Jeugdwet
en 4.3.1, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
Besluiten:
Artikel 1
Met het toezicht, bedoeld in artikel 9.2, eerste lid, van de Jeugdwet, zijn belast
de ambtenaren van de Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en
de Inspectie Veiligheid en Justitie.
Artikel 2
Met het toezicht, bedoeld in artikel 9.4, eerste lid, van de Jeugdwet, zijn belast
de ambtenaren van de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie Veiligheid en Justitie.
Artikel 3
Met het toezicht, bedoeld in artikel 4.3.1, eerste lid, van de Wet maatschappelijke
ondersteuning 2015, zijn belast de ambtenaren van de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie
voor de Gezondheidszorg.
Artikel 4
Indien een organisatie als bedoeld in artikel 9.2, zesde lid, van de Jeugdwet een
systeem van tuchtrecht heeft georganiseerd, zijn de met toezicht belaste ambtenaren,
bedoeld in artikel 1, bevoegd in het kader van dat systeem een tuchtklacht in te dienen.
Artikel 5
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.
Artikel 6
Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit toezichthoudende ambtenaren Jeugdwet
en Wmo 2015.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven
TOELICHTING
In dit besluit worden de ambtenaren aangewezen, die ingevolge de Jeugdwet belast zijn
met het toezicht op de naleving van de Jeugdwet. Daarnaast worden de ambtenaren aangewezen,
die ingevolge de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hoofdzakelijk hoofdstuk
4) belast zijn met het toezicht op de naleving van de regels die zijn gesteld voor
de Advies- en Meldpunten Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK’s).
Het betreft ambtenaren die werkzaam zijn bij de Inspectie Jeugdzorg (IJZ), de Inspectie
voor de Gezondheidszorg (IGZ) en de Inspectie Veiligheid en Justitie (IVenJ).
Het toezicht, bedoeld in artikel 9.4, eerste lid, van de Jeugdwet betreft toezicht
op de naleving van artikel 9 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers. Met dit
toezicht zijn de ambtenaren van de IJZ en de IVenJ belast.
Ten slotte worden de toezichthoudende ambtenaren die zijn belast met het toezicht
op de Jeugdwet, op grond van artikel 9.2, zesde lid, van die wet, bevoegd verklaard
om een tuchtklacht in te dienen. Indien een organisatie van beoefenaren van een beroep
op het terrein van de jeugdhulp, de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen of
jeugdreclassering, de AMHK’s, de raad voor de kinderbescherming, justitiële jeugdinrichtingen
of Halt-bureaus een systeem van tuchtrecht heeft georganiseerd, zijn de ingevolge
artikel 9.2 van de Jeugdwet met het toezicht belaste ambtenaren bevoegd in het kader
van dat systeem een tuchtklacht in te dienen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven