Verplicht verzekerd voor de volksverzekeringen is iedereen die in Nederland woont
en/of werkt. Dat uitgangspunt is ook van toepassing op degenen die werkzaam zijn bij
in ons land gevestigde volkenrechtelijke organisaties, alsmede op de gezinsleden die
hier in Nederland wonen.
Wanneer de volkenrechtelijke organisaties over een eigen regeling inzake sociale zekerheid
beschikt, dan zijn degenen die in dienst zijn van die organisatie en op wie dat stelsel
van toepassing is, in principe niet verzekerd op grond van het Nederlandse socialeverzekeringsstelsel.
Voor de volksverzekering is deze uitzonderingsbepaling opgenomen in het eerste lid
van artikel 14 van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen
1999 (hierna: BUB volksverzekeringen), voor de werknemersverzekeringen in het eerste
lid van artikel 7 van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen
1990 (hierna: BUB werknemersverzekeringen).
De volkenrechtelijke organisaties om welke het hier gaat, worden door de Ministers
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in
overeenstemming met Minister van Buitenlandse Zaken, aangewezen. Deze bevoegdheid
is neergelegd in het tweede lid van de genoemde artikelen van beide besluiten.
De lijst met volkenrechtelijke organisaties die over een eigen stelsel van sociale
zekerheid beschikken wordt in verband met enkele mutaties geactualiseerd.
Nieuw zijn het Internationaal Instituut voor Democratie en Verkiezingsondersteuning
(IDEA) en de Internationale Organisatie voor Ontwikkelingsrecht (IDLO) die in 2012
respectievelijk 2013 hun werkzaamheden in Nederland zijn begonnen. Ook het International
Mechanism for International Criminal Tribunals (MICT) is in 2013 haar werkzaamheden
in Nederland begonnen. Het Benelux Bureau voor Intellectuele Eigendom (BBIE) is al
geruime tijd in Nederland gevestigd maar heeft per 1 januari 2015 een eigen stelsel
van sociale zekerheid voor (een deel van) haar personeel geïntroduceerd.
Aan de aanwijzing ligt de beoordeling ten grondslag dat die organisaties over een
volwaardig stelsel van sociale zekerheid beschikken. Sinds een aantal jaren wordt
door SZW/VWS strikt getoetst of het stelsel aan een aantal hierna te noemen criteria
voldoet. Er is sprake van een regeling van sociale zekerheid als bedoeld in het eerste
lid, aanhef van artikel 14 BUB volksverzekeringen en van artikel 7 BUB werknemersverzekeringen
indien deze voorziet in:
-
– Een verplichte risicodekking, waarbij ten minste de risico’s van ouderdom, overlijden,
ziekte, arbeidsongeschiktheid en ziektekosten gedekt zijn.
-
– Een geldelijke compensatie in enigerlei vorm en gedurende enig tijdvak. Dit kan zowel
een uitkering ineens zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een ontslaguitkering na beëindiging
van het dienstverband als een periodieke uitkering in het geval van pensionering.
De hoogte van de compensatie kan per organisatie verschillen. De ene organisatie heeft
nu eenmaal meer financiële middelen beschikbaar dan de andere. Van belang is wel dat
de hoogte van de compensatie naar Nederlandse maatstaven zodanig is, dat daarmee voorkomen
wordt dat betrokkene bij het intreden van een verzekerd risico een beroep moet doen
op de Nederlandse sociale bijstand.
-
– Aanspraak op zorg of de vergoeding van de kosten daarvan. De hoogte daarvan bedraagt
ten minste een door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vast te stellen
minimumbedrag en omvat in ieder geval het volgende:
-
• Voor zover het aanspraak op zorg betreft: opname en verpleging in ziekenhuizen en
instellingen voor langdurige verpleging en verzorging, of
-
• Voor zover het vergoeding van de kosten betreft: vergoeding van de kosten van opname
en verpleging in ziekenhuizen en instellingen voor langdurige zorg en verpleging.
Bij de organisaties die nu aan de lijst worden toegevoegd, IDLO, IDEA, IRMCT en BOIE
voldoen de stelsels aan de hierboven genoemde criteria.