Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 december 2014, houdende wijziging van de Regeling toezichthoudende ambtenaren Drank- en Horecawet

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie;

Gelet op artikel 41, tweede lid, van de Drank- en Horecawet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling toezichthoudende ambtenaren Drank- en Horecawet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, onderdeel a, wordt ‘de examencommissie van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.’ vervangen door: ‘de examencommissie Drank- en Horecawet van de Stichting Exameninstelling Toezicht en Handhaving, gevestigd te Amersfoort, en’.

B

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4

Artikel 3, aanhef en onderdeel a, is niet van toepassing op:

  • a. een ambtenaar die voor 1 januari 2015 als toezichthouder op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wet was aangewezen en sindsdien onafgebroken deze functie heeft uitgeoefend;

  • b. een ambtenaar die in 2013 of 2014 met goed gevolg het examen toezichthouder Drank- en Horecawet heeft afgelegd dat voldeed aan de eisen zoals vastgesteld door de examencommissie van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, en voor 1 januari 2016 is aangewezen als toezichthouder op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wet.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2014, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

TOELICHTING

Door wijziging van de Drank- en Horecawet is de verantwoordelijkheid voor het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet binnen gemeenten met ingang van 2013 bij de gemeenten komen te liggen. Voor 2013 waren de ambtenaren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) belast met dat toezicht, en de examencommissie Drank- en Horecawet van NVWA was destijds ook belast met het vaststellen van de eisen voor het examen toezichthouder Drank- en Horecawet. Gelet op de wijzigingen in de verantwoordelijkheid voor het toezicht lag het in de rede ook het vaststellen van de exameneisen elders te beleggen. Gedurende de jaren 2013 en 2014 heeft de NVWA deze taak nog tijdelijk op zich genomen om de continuïteit met betrekking tot de examinering van toezichthouders te waarborgen. Thans wordt de examencommissie Drank- en Horecawet van de Stichting Exameninstelling Toezicht en Handhaving (ExTH) belast met de vaststelling van deze eisen. Er is voor gekozen deze taak nu bij de ExTH te beleggen omdat deze stichting beschikt over ervaring, kennis en expertise op dit terrein. Zo is de ExTH bijvoorbeeld ook belast met de examinering van de basisbekwaamheden van de buitengewoon opsporingsambtenaren.

Artikel 3

Met ingang van 1 januari 2015 worden de exameneisen voor het examen toezichthouder Drank- en Horecawet vastgesteld door examencommissie Drank- en Horecawet van de Stichting Exameninstelling Toezicht en Handhaving. Met ingang van deze datum gaat de ExTH feitelijk ook examens afnemen.

Artikel 4

Artikel 4 bevat een overgangsregeling. Alle ambtenaren die reeds als aangewezen toezichthouder Drank- en Horecawet werkzaam zijn, mogen hun werk voortzetten zonder examen af te leggen bij de ExTH.

Personen die in 2013 en 2014 geslaagd zijn voor het examen toezichthouder Drank- en Horecawet dat voldeed aan de eisen zoals vastgesteld door de examencommissie van de NVWA maar nog niet zijn aangewezen als toezichthouder Drank- en Horecawet, kunnen in 2015 als zodanig worden aangewezen zonder nogmaals examen af te leggen.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015. Daarmee is de termijn tussen de publicatiedatum en de datum van inwerkingtreding niet de gebruikelijke twee maanden. Voor deze kortere termijn is gekozen omdat de ExTH geheel voorbereid is om met ingang van 1 januari 2015 de exameneisen vast te stellen en dat feitelijk ook met ingang van die datum gaat doen. Door de inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2015 treedt de regeling direct met de wijziging in de feitelijke situatie in werking. Hiermee worden aanmerkelijke ongewenste publieke nadelen voorkomen.

In dit artikel is een voorziening opgenomen voor het geval deze regeling niet voor 1 januari 2015 in de Staatscourant wordt gepubliceerd. In dat geval treedt de regeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling wordt geplaatst. Deze eventuele terugwerkende kracht zorgt ervoor dat de ExTH in dat geval de exameneisen kan vaststellen met ingang van 1 januari 2015.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven