Besluit verlening mandaat en machtiging leden Bestuur Kadaster 2014

Het bestuur van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers,

Gelet op artikel 7 van de Organisatiewet Kadaster en de artikelen 10:3 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de Dienst:

de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Organisatiewet Kadaster;

b. het bestuur:

het bestuur van de Dienst;

c. het takenpakket:

het geheel van taken dat bij het Besluit taakverdeling Raad van Bestuur Kadaster 2014 aan een lid van het bestuur is opgedragen.

Artikel 2 Verlening van mandaat en machtiging en uitzonderingen

  • 1. Het bestuur verleent, onverminderd het tweede lid van dit artikel, aan ieder lid van het bestuur mandaat en machtiging tot het nemen van alle beslissingen binnen het eigen takenpakket en binnen het takenpakket van een medebestuurslid dat bij belet door dat lid overeenkomstig het Besluit taakverdeling Raad van Bestuur Kadaster 2014 wordt vervangen. Het mandaat, bedoeld in de eerste zin, omvat mede de bevoegdheid tot het beslissen op een bezwaarschrift.

  • 2. Van het in het eerste lid bedoelde mandaat wordt uitgezonderd de bevoegdheid:

    • a. tot het nemen van besluiten op grond van een bevoegdheid waarvan de aard zich tegen mandaatverlening verzet, tot welke bevoegdheden in elk geval behoort het beslissen op een bezwaarschrift door een lid van het bestuur dat zich richt tegen een besluit dat krachtens mandaat door dat bestuurslid zelf is genomen;

    • b. tot het stellen van regels waartoe het bestuur op grond van een wettelijk voorschrift verplicht dan wel bevoegd is.

Artikel 3 Intrekking eerdere regeling

Het Mandaat- en volmachtbesluit leden van de Raad van Bestuur van het Kadaster 2006 wordt ingetrokken.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 5 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit verlening mandaat en machtiging leden Bestuur Kadaster 2014.

Dit besluit zal met de toelichting worden bekendgemaakt in de Staatscourant.

Apeldoorn, 2 december 2014

Raad van Bestuur, Th. A.J. Burmanje

F.L.V.P.L. Tierolff

Bezwaarclausule

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen zes weken na de dag van dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst een bezwaarschrift indienen bij de Raad van Bestuur van het Kadaster postbus 9046, 7300 GH Apeldoorn. Het bezwaarschrift moet van een datum en van uw naam en adres zijn voorzien. U moet duidelijk aangeven waarom en tegen welk besluit u bezwaar maakt en zo mogelijk een kopie van het besluit meezenden. Op het bezwaar zal een besluit worden genomen door de Raad van Bestuur van het Kadaster.

TOELICHTING

Het bestuur van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers (hierna: het Kadaster) is op grond van artikel 7 van de Organisatiewet Kadaster als geheel belast met het besturen van de Dienst. Het is om redenen van doelmatigheid wenselijk dat het bestuur van de Dienst aan elk lid van het bestuur mandaat en machtiging verleent tot het nemen van alle beslissingen die liggen op het terrein van de eigen portefeuille en op dat van de portefeuille van een medebestuurslid waarvan hij overeenkomstig het Besluit taakverdeling Raad van Bestuur Kadaster 2014 vervanger is.

Dit besluit voorziet in het verlenen door het bestuur van mandaat en machtiging aan ieder lid van het bestuur. Het voorziet niet in het verlenen van volmacht aan de leden tot het verrichten van privaatrechtelijke handelingen. Deze bevoegdheid hebben de leden namelijk al op grond van artikel 8 van de Organisatiewet Kadaster. Dat bepaalt dat het bestuur de Dienst in en buiten rechte vertegenwoordigt en dat deze bevoegdheid mede toekomt aan de bestuursleden afzonderlijk. Deze bevoegdheid heeft uitsluitend betrekking op het verrichten van privaatrechtelijke handelingen.

Het begrip belet betekent afwezigheid en wordt gebruikt in de situatie dat een functionaris tijdelijk zijn of haar functie niet kan uitoefenen, bijvoorbeeld door vakantie of ziekte.

Bij ‘wettelijk voorschrift’ als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder b, kan gedacht worden aan de Kadasterwet en de daarop gebaseerde uitvoeringsvoorschriften, de Organisatiewet Kadaster en aan het Archiefbesluit 1995.

Raad van Bestuur, Th. A.J. Burmanje

F.L.V.P.L. Tierolff

Naar boven