Regeling tot aanwijzing van de Defensie Duikschool als certificerende instelling (Regeling duikopleidingen Defensie 2014)

10 december 2014

Nr: BS 2014021798

Ministerie van Defensie, Directie Juridische Zaken, Cluster wet- en regelgeving

De Minister van Defensie,

Gelet op artikel 6.1, derde lid, onder b, van de Arbeidsomstandighedenregeling en artikel 14 van het Algemeen militair ambtenarenreglement;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

certificaat:

een certificaat als bedoeld in artikel 6.14a, derde lid, 6:16, derde, zesde dan wel zevende lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit en artikel 6.5 van de Arbeidsomstandighedenregeling;

bewijs van bekwaamheid:

certificaat, diploma, brevet of getuigschrift;

opleidingscentrum:

de Defensie Duikschool van de Koninklijke Marine;

werkveldspecifieke certificatieschema:

het op de specifieke opleiding van toepassing zijnde Werkveldspecifieke certificatieschema als bedoeld in artikel 6.5 van de Arbeidsomstandighedenregeling.

Artikel 2

  • 1. Het opleidingscentrum verzorgt binnen het Ministerie van Defensie:

    • a. de opleidingen tot duikerarts, duikploegleider, duiker en duikmedisch begeleider;

    • b. de militaire opleidingen op overige arbeid onder overdruk.

  • 2. Het opleidingscentrum neemt het examen af, behorend bij een opleiding genoemd in het eerste lid, en reikt het bewijs van bekwaamheid uit.

  • 3. Op een opleiding, genoemd in het eerste lid, onder b, op het vervolgens af te nemen examen en op het af te geven bewijs van bekwaamheid zijn de generieke paragrafen 4.3. en 5.2. uit de werkveldspecifieke certificatieschema’s voor het persoonscertificaat Duikerarts, Duikmedisch begeleider, Duikploegleider en Duiker van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3

  • 1. De opleidingen bestaan uit een praktisch en een theoretisch gedeelte.

  • 2. Per opleiding wordt door het opleidingscentrum een schriftelijke syllabus opgesteld waarin het leerprogramma, de vakken en de leerdoelen staan aangegeven.

  • 3. Tijdens de opleiding wordt de cursisten schriftelijk de lesstof verstrekt.

Artikel 4

  • 1. Indien een kandidaat het examen met goed gevolg heeft afgelegd, overhandigt het opleidingscentrum hem het bewijs van bekwaamheid.

  • 2. Het certificaat inzake een opleiding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, bevat naast de certificaatgegevens die staan vermeld in het werkveldspecifieke certificatieschema:

    • a. het ID-nummer van de certificaathouder;

    • b. de datum waarop het certificaat is toegekend;

    • c. een verwijzing naar de Arbeidsomstandighedenregeling en de onderhavige regeling;

    • d. de adresgegevens van het opleidingscentrum.

  • 3. Op het certificaat inzake een opleiding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, wordt niet het kenmerk aanwijzingsbeschikking van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vermeld.

  • 4. Op een diploma, brevet of getuigschrift inzake een opleiding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, worden vermeld:

    • a. de naam en het ID-nummer van de diploma-, brevet- of getuigschrifthouder;

    • b. het diploma-, brevet-, of getuigschriftnummer;

    • c. de datum waarop het diploma, brevet of getuigschrift is toegekend;

    • d. de geldigheidsduur van het diploma, brevet of getuigschrift;

    • e. verwijzing naar de Arbeidsomstandighedenregeling en de onderhavige regeling;

    • f. adresgegevens van het opleidingscentrum.

  • 5. Het bewijs van bekwaamheid wordt ondertekend door het hoofd van de afdeling Certificerende Instelling Kennis en Kwaliteit van de Defensie Duikschool.

Artikel 5

Het opleidingscentrum voert een administratie waarin ten minste is opgenomen:

  • a. de naam, geboortedatum, geboorteplaats en registratienummer van de kandidaat aan wie een bewijs van bekwaamheid uitgereikt;

  • b. de opleiding ten aanzien waarvan een bewijs van bekwaamheid is uitgereikt;

  • c. de datum van het bewijs van bekwaamheid;

  • d. de geldigheidsduur van het bewijs van bekwaamheid;

  • e. de periode van een tijdelijke inneming, schorsing of weigering van het bewijs van bekwaamheid;

  • f. de periode gedurende welke de examenopgaven en de uitwerkingen ervan worden bewaard.

Artikel 6

De Regeling duikopleidingen Defensie (Stcr.t 1995, 75) wordt ingetrokken.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2014.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling duikopleidingen Defensie 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatcourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 10 december 2014

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

TOELICHTING

De duikerarts, duikploegleider, duiker en duikmedisch begeleider bij Defensie dienen in het bezit te zijn van een toepasselijk certificaat van een instelling die daartoe bij regeling van de Minister van Defensie is aangewezen (artikel 6.14a van het Arbeidsomstandighedenbesluit en de artikelen 1.3 tot en met 1.8, 6.1 en 6.5 van de Arbeidsomstandighedenregeling). Deze certificaten vormen de basis voor een ieder die op deze werkvelden arbeid verricht binnen Defensie. Met deze regeling wijst de Minister van Defensie de Defensie Duikschool aan als certificerende instelling. Daarnaast staan in de regeling algemene bepalingen over de betreffende opleidingen en aanvullende certificeringseisen.

De Defensie Duikschool verzorgt op basis van artikel 14 van het Algemeen militair ambtenarenreglement ook andere, defensiespecifieke, opleidingen, neemt de examens af en verstrekt de bijbehorende bewijzen van bekwaamheid. Voor deze opleidingen zijn militaire certificatieschema’s opgesteld. Een voorbeeld daarvan is de duikerscursus voor maritieme special forces (mariniers). Een ander voorbeeld is het certificaat duikerarts Koninklijke Marine. Dit certificaat voldoet aan de civiele opleiding voor duikerarts B, maar geeft daarnaast kennis over duikerziekten. Op de defensiespecifieke opleidingen zijn bepaalde certificeringseisen uit de Arbeidsomstandighedenregeling van overeenkomstige toepassing verklaard. Dit betreft de certificatiebeslissing door een onafhankelijke functionaris en het opstellen van een uitvoeringsbesluit waarin de werkwijze rond examens is opgenomen. Voor het overige geldt de defensieregelgeving. Dit leidt ertoe dat er van militaire certificaten geen openbaar vakbekwaamheidsregister is en dat over de militaire certificaten geen verantwoording wordt afgelegd aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De Defensie Duikschool wordt aangestuurd door de commandant Defensie Duikgroep. De certificeringsafdeling vormt daarop een uitzondering; deze wordt aangestuurd door het hoofd Opleidingen Koninklijke Marine. Met het scheiden van de leidinggevende verantwoordelijkheden wordt optimale objectiviteit nagestreefd in het certificeringsproces en is voldaan aan de eis dat de certificatiebeslissing door een onafhankelijk functionaris wordt genomen.

De Defensie Duikschool voert een administratie die voldoet aan de eisen, gesteld in artikel 1.8 van de Arbeidsomstandighedenregeling. In aanvulling daarop worden in artikel 5 nadere gegevens in de administratie opgenomen.

De inwerkingtredingsdatum is 1 juli 2014. Met deze datum is aangesloten bij artikel 9.37.c van het Arbeidsomstandighedenbesluit, waarin voor het aanwijzen van certificerende instellingen een overgangstermijn van 24 maanden is opgenomen, te rekenen vanaf 1 juli 2012.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven