Regeling van de Minister van Economische Zaken van 16 december 2014, nr. WJZ / 14185449, houdende regels inzake het door de ACM ten laste brengen van kosten aan marktorganisaties (Regeling doorberekening kosten ACM)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 6a, zevende lid, en 8 van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt, de artikelen 4, tweede lid, 10, derde lid, 12, derde en vijfde lid, en 12a, vierde en negende lid, van het Besluit doorberekening kosten ACM, artikel 2.13, tweede lid, van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen, de artikelen 2, derde lid, en 4, eerste lid, van het Besluit kostenverhaal energie en de artikelen 3, tweede lid, 4, derde lid, 5, 5a, eerste lid, 5b, derde lid, en 7 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet, artikel 65, eerste lid, van de Postwet 2009 en artikel 14 van het Postbesluit 2009;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder besluit: Besluit doorberekening kosten ACM.

§ 2. Bedragen die ter vergoeding van de kosten van beschikkingen worden doorberekend aan de marktorganisatie aan wie de beschikking is gericht of die de aanvraag heeft gedaan

Artikel 2

  • 1. De bedragen ter vergoeding van de kosten van de beschikkingen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van het besluit zijn de in de bijlage 1 bedoelde bedragen.

  • 2. De bedragen ter vergoeding van de kosten van de beschikkingen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit zijn de in de bijlage 2 bedoelde bedragen.

§ 3. Doorberekening door middel van toerekening

Artikel 3

Binnen de categorie, genoemd in artikel 10, tweede lid, onderdeel c, onder 2°, van het besluit worden de volgende subcategorieën van nummers onderscheiden:

  • a. subcategorie A, per nummer:

  • b. subcategorie B, per 1.000 nummers:

    • 1°. de volgende nummers, genoemd in bijlage 1 van het Nummerplan telefoon- en ISDN-diensten: de nummers met een geografische bestemming, de nummers bestemd voor mobiele telefonie en de nummers behorend tot de reeksen 066, 087, 085 of 091;

    • 2°. de nummers, genoemd in de bijlage van het Nummerplan telexdiensten;

  • c. subcategorie C, per nummer: de volgende nummers, genoemd in bijlage 1 van het Nummerplan telefoon- en ISDN-diensten: de achtcijferige informatienummers behorend tot de reeksen 0800, 0900, 0906 of 0909 en de korte nummers behorend tot de reeksen 12, 13 of 14;

  • d. subcategorie D, per nummer: de volgende nummers, genoemd in bijlage 1 van het Nummerplan telefoon- en ISDN-diensten: de tiencijferige informatienummers behorend tot de reeksen 0800, 0900, 0906 of 0909;

  • e. subcategorie E, per 100 nummers: de volgende nummers, genoemd in bijlage 1 van het Nummerplan telefoon- en ISDN-diensten: de nummers behorend tot de reeks 014 en de bedrijfsnummers behorend tot de reeks 088;

  • f. subcategorie F, per 1000 nummers: de voor elektronische communicatiediensten voor geautomatiseerde toepassingen bestemde nummers behorend tot de reeks 0970, genoemd in bijlage 1 van het Nummerplan telefoon- en ISDN-diensten.

Artikel 4

Het bedrag van de omzet, bedoeld in artikel 12, derde lid, van het besluit is € 2 miljoen.

Artikel 5

  • 1. De in artikel 12, vijfde lid, van het besluit bedoelde correctie voor het saldo van in- en uitgeporteerde nummers vindt uitsluitend plaats indien met de correctie een bedrag van ten minste € 1.000 gemoeid is en het één van de volgende nummerreeksen uit het Nummerplan telefoon- en ISDN-diensten betreft:

    • a. nummers met een geografische bestemming;

    • b. nummers bestemd voor mobiele telefonie;

    • c. nummers bestemd voor elektronische communicatiediensten voor geautomatiseerde toepassingen.

  • 2. De correctie vindt plaats per nummer, tenzij het gaat om een nummer als bedoeld in de subcategorieën, genoemd in artikel 3, onderdelen b, e of f. Alsdan wordt gecorrigeerd per het aantal nummers, genoemd in het desbetreffende onderdeel.

  • 3. De correctie vindt plaats per marktorganisatie, tenzij er sprake is van een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Alsdan vindt de correctie plaats per groep.

Artikel 6

Het bedrag van de omzet, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, van het besluit is gelijk aan het bedrag, genoemd in artikel 396, eerste lid, onderdeel b, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 7

Als gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 12a, negende lid, van het besluit worden aangewezen:

  • a. een accountantsverklaring als bedoeld in artikel 12a, tweede lid, van het besluit dan wel een accountantsverklaring als bedoeld in artikel 393, vijfde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

  • b. de jaarrekening, bedoeld in artikel 12a, derde lid, van het besluit;

  • c. een verklaring van een bij of voor de desbetreffende markorganisatie werkzame boekhouder of administrateur.

§ 4. Wijziging van andere regelingen

Artikel 8

De Regeling gegevensuitwisseling ACM en ministers wordt als volgt gewijzigd:

A

In het opschrift van § 6 wordt ‘Tarievenvoorstel’ vervangen door: Voorstel bedragen doorberekening kosten ACM

B

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. De ACM stuurt de Minister jaarlijks voor 1 maart een voorstel voor de bedragen, bedoeld in artikel 9, eerste en tweede lid, van het Besluit doorberekening kosten ACM.

2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘tarieven voor het nieuwe jaar’ vervangen door: bedragen.

3. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘tarieven’ vervangen door: bedragen.

Artikel 9

De Regeling kostenverhaal energie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel f door een punt, vervallen de onderdelen c en g.

2. De onderdelen d tot en met f worden geletterd c tot en met e.

B

Artikel 2 vervalt.

C

In artikel 5 wordt ‘Regeling kostenverhaal energie’ vervangen door: Regeling kostenverhaal beschikkingen van de Minister van Economische Zaken op energiegebied.

Artikel 10

Artikel 2.6 van de Regeling universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen komt te luiden:

Artikel 2.6

Het bedrag van de omzet, bedoeld in artikel 2.13, tweede lid, van het besluit is € 2 miljoen.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 11

De Regeling vergoedingen Telecommunicatiewet en Postwet 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 12

Voor het in rekening brengen van de vóór 1 januari 2015 geldende bedragen of vergoedingen blijven de Regeling kostenverhaal energie en de Regeling vergoedingen Telecommunicatiewet en Postwet 2014 zoals die luidden op 31 december 2014, van toepassing.

Artikel 13

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 14

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling doorberekening kosten ACM.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 16 december 2014

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

BIJLAGE 1 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, EERSTE LID, VAN DE REGELING DOORBEREKENING KOSTEN ACM

A

Subcategorie (differentiatie naar soort en aantal)

Per aantal nummers

Bedrag voor toekenning

A

1

€ 660

B

1.000

€ 20

C

1

€ 81

D

1

€ 41

E

100

€ 46

F

1.000

€ 0,45

B

Indeling in soorten nummers

Omschrijving

Subcategorie

Nummers als bedoeld in bijlage 1 van het ‘Nummerplan voor telefoon- en ISDN-diensten’ beginnend met de cijfers

   

01 (m.u.v. 014)

02

03

04 (m.u.v. 044)

05

07

Geografisch

B

014 (uitgezonderd 01400 voor zover dit nummer wordt verstrekt ten behoeve van het routeren van oproepen naar nummers in de 14-reeks

Netwerktechnische netwerkinterne diensten en routeringsdiensten

E

044

Europese telefoonnummerruimte

A

061

062

063

064

065

068

Mobiele telefonie

B

066

Semafonie

B

067

Toegang tot datanetwerken

A

0800 kort (8 cijfers)

Gratis informatie kort

C

0800 lang (11 cijfers)

Gratis informatie lang

D

082

Virtual Private Network (VPN)

A

084

087

Persoonlijke assistentdienst

B

085

Elektronische communicatie algemeen

B

088

Bedrijfsnummers

E

090 kort (8 cijfers)

Gratis of betaalde informatie kort

C

090 lang (11 cijfers)

Gratis of betaalde informatie lang

D

091

Elektronische communicatie algemeen

B

0970

1. Elektronische communicatiediensten voor geautomatiseerde toepassingen

2. Overige elektronische communicatiediensten

F

10

11

16

18

Bijzondere korte nummers

A

12

13

14

Bijzondere korte nummers

C

Overige, hierboven niet genoemde nummers van het Nummerplan voor telefoon- en ISDN-diensten (uitgezonderd 01400)

Overig

A

Overige nummerplannen

   

Nummers als bedoeld in de bijlage van het Nummerplan internationale signaleringspuntcodes

ISPC (internationale signaleringspuntcode)

A

Nummers als bedoeld in de bijlage van het Nummerplan transitnetwerk signaleringspuntcodes

TSPC (transitnetwerk signaleringspuntcode)

A, per octet

Nummers als bedoeld in het Nummerplan voor identiteitsnummers ten behoeve van internationale mobiliteit (IMSI-nummers)

MNC (mobiele netwerkcode)

A

Nummers als bedoeld in het Nummerplan telexdiensten

Telex

B

Nummers als bedoeld in het Nummerplan pakket- en circuitgeschakelde datadiensten

DNIC (datanetwerk identificatiecode)

A, per 1/10 DNIC

C

Opslagen ingeval van

Opslagbedrag

spoedbehandeling van een nummeraanvraag (afhandeling binnen 24 uur)

€ 556

Kopie beschikking

€ 25

BIJLAGE 2 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, TWEEDE LID, VAN DE REGELING DOORBEREKENING KOSTEN ACM

Beschikking

Bedrag voor het inwilligen van de aanvraag, het geheel of gedeeltelijk afwijzen ervan of ingeval van intrekking van de aanvraag voordat daarop door de ACM is beslist

Beschikking omtrent de registratie van een certificatiedienstverlener zonder een geldig bewijs van toetsing op grond van het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet

€ 3.030

Beschikking als bedoeld in artikel 25 van de Mededingingswet

€ 2.325

Beschikking als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet

€ 17.450

Beschikking als bedoeld in artikel 40 van de Mededingingswet

€ 2.325

Beschikking als bedoeld in artikel 44 van de Mededingingswet

€ 34.900

Beschikking als bedoeld in artikel 46 van de Mededingingswet

€ 2.325

TOELICHTING

1. Algemeen

Artikel 6a van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt (hierna: de wet) regelt de doorberekening van kosten van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) aan marktorganisaties. Uitgangspunt van artikel 6a is dat alle kosten van de ACM worden doorberekend, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald. Artikel 6a somt zelf reeds kosten op die niet aan marktorganisaties worden doorberekend. Het besluit doorberekening kosten ACM (hierna: het besluit) bevat nadere regels over de systematiek volgens welke de kosten worden bepaald en ten laste worden gebracht van marktorganisaties. Ook kunnen op grond van het besluit andere kosten van doorberekening worden uitgezonderd. De concrete bedragen worden bij ministeriële regeling vastgesteld. Deze ministeriële regeling voorziet daarin. Zowel artikel 6a van de wet, als het besluit, als deze ministeriële regeling zijn opgesteld conform de uitgangspunten van Maat houden 2014 (Rapport van 11 april 2014 van de interdepartementale werkgroep Herziening Maat houden, bijlage bij Kamerstukken II 2013/14, 24 036, nr. 407).

In deze regeling zijn de bedragen opgenomen ter vergoeding van de kosten van beschikkingen die worden doorberekend aan de marktorganisatie aan wie de beschikking is gericht of die de aanvraag heeft gedaan (zie hoofdstuk 2 van het besluit). Deze regeling geeft tevens uitvoering aan het besluit wat betreft enkele gedetailleerde punten van de systematiek van de doorberekening van ACM-kosten aan marktorganisaties door middel van toerekening.

De bedragen die door middel van toerekening aan marktorganisaties worden doorberekend (zie hoofdstuk 3 van genoemd besluit), worden vastgesteld en toegevoegd aan deze regeling als de kosten van de ACM over 2014 bekend zijn. Dit gebeurt voor 1 mei 2015.

2. Inhoud regeling

2.1 Bedragen

De bedragen ter vergoeding van de kosten van de beschikkingen die worden doorberekend aan de marktorganisatie aan wie de beschikking is gericht of die de aanvraag heeft gedaan zijn te vinden in bijlage 1 en 2.

Bijlage 1 bevat de bedragen die worden doorberekend voor beschikkingen op basis van de Telecommunicatiewet tot het toekennen van nummers. De bedragen verschillen naar soorten en aantallen toegekende nummers (zie artikel 4, tweede lid, van het besluit). Zes groepen worden onderscheiden. Voor de indeling is in beginsel bepalend dat de nummerreeksen in een bepaalde groep (subcategorie) qua toekenning ongeveer hetzelfde tijdsbeslag van de ACM vergen. Per groep is vervolgens het aantal toegekende nummers aangegeven waarop het bedrag betrekking heeft, in lijn met het uitgiftebeleid (diverse beleidsregels van de ACM voor de toekenning van nummers). Een en ander is als volgt aangegeven in de in bijlage 1 opgenomen tabellen. In tabel A staan de zes subcategorieën die, gelet op artikel 4, tweede lid, van het besluit, voor de toekenning van nummers worden onderscheiden, met de bijbehorende bedragen en aantallen nummers waarvoor deze gelden. In tabel B is aangegeven tot welke subcategorie de (nummerreeksen binnen de) diverse nummerplannen behoren. In tabel C staan de voor toekenning geldende opslagbedragen die in aanvulling op de bedragen in tabel A in rekening worden gebracht voor specifieke nummertoekenningen, zoals spoedaanvragen.

Bijlage 2 bevat de bedragen die worden doorberekend voor beschikkingen op grond van de Telecommunicatiewet omtrent de registratie van certificatiedienstverleners zonder een geldig bewijs van toetsing en voor de beschikkingen, bedoeld in de artikelen 25, 37, 40, 44 en 46 van de Mededingingswet. Conform de artikelen 5 en 6 van het besluit worden deze bedragen niet alleen in rekening gebracht voor de beschikking tot inwilliging van een aanvraag maar ook bij de afwijzing daarvan of wanneer een aanvraag wordt ingetrokken voordat de ACM een besluit op de aanvraag heeft genomen.

De bedragen voor het toekennen van nummers zijn gebaseerd op de bedragen die hiervoor in 2014 golden op grond van de Regeling vergoedingen Telecommunicatiewet en Postwet 2014. Hierop is een inflatiecorrectie toegepast.

Hetzelfde geldt voor beschikkingen omtrent de registratie van certificatiedienstverleners zonder een geldig bewijs van toetsing. De bedragen voor beschikkingen op grond van de Mededingingswet zijn gebaseerd op de bedragen in het Besluit kostenverhaal Mededingingswet en gecorrigeerd voor inflatie over de periode 2006-2014.

2.2 Doorberekening door middel van toerekening

Paragraaf 3 van deze regeling voorziet in een aantal bepalingen die uitwerking geven aan het besluit voor wat betreft de systematiek van doorberekening van ACM-kosten door middel van toerekening (omslag).

Allereerst voorziet artikel 3 op grond van artikel 10, derde lid, van het besluit in subcategorieën van nummers. Deze subcategorieën corresponderen met de 6 groepen of subcategorieën van nummers zoals deze voor de toekenning van nummers op grond van artikel 4, tweede lid, van het besluit zijn opgenomen in bijlage 1.

Om te voorkomen dat de doorberekening van ACM-kosten een potentiële toetredingsdrempel vormt voor kleine partijen, wordt voorts, net als voorheen voor de sectoren telecommunicatie en post, een omzetdrempel gehanteerd. Deze omzetdrempel is opgenomen in artikel 4 en gebaseerd op artikel 12, derde lid, van het besluit. De hoogte van de omzetgrens bedraagt € 2 miljoen voor alle sectoren, net als bij de sectoren telecommunicatie en post nu. Aan marktorganisaties met een lagere omzet dan de omzetgrens worden geen kosten doorberekend.

Artikel 5 voorziet in de nadere regels waarmee de doorberekening voor de categorie nummers wordt gecorrigeerd voor het netto-effect van de nummerporteringen. Nummerportering, ofwel nummeroverdracht, houdt in dat een nummer van de ene aan de andere telecomaanbieder wordt overgedragen wanneer een afnemer van een telefoondienst ervoor kiest om over te stappen naar een andere telecomaanbieder. Aangezien hierdoor het aantal nummers dat een marktorganisatie daadwerkelijk in gebruik heeft sterk kan afwijken van het aantal nummers dat door de ACM is toegekend, wordt bij de doorberekening van de kosten van de categorie nummers gecorrigeerd voor het netto-effect van in- en uitporteringen van nummers (dat wil zeggen nummers die de telecomaanbieder toegekend heeft gekregen maar die naar andere telecomaanbieders zijn geporteerd en vice versa). Deze gegevens zijn voor de ACM beschikbaar bij de Vereniging COIN, een samenwerkingsverband tussen telecomaanbieders dat onder andere nummerporteringen administreert. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat indien een marktorganisatie bij de Vereniging COIN op zijn naam ook nummerporteringen voor andere marktorganisaties registreert, dit door de betreffende marktorganisaties desgewenst zelf onderling dient te worden verrekend.

De correctie voor het netto-effect van de nummerporteringen is zo vormgegeven dat de uitvoeringslasten van de correctie redelijk blijven in verhouding met de gemoeide bedragen van de correcties. Dit betekent ten eerste dat er uitsluitend wordt gecorrigeerd indien er een bedrag van tenminste € 1.000 euro met de correctie is gemoeid; alleen dan wordt het bedrag in mindering gebracht of toegevoegd. Ten tweede wordt de correctie uitsluitend toegepast voor een drietal bestemmingen in het Nummerplan telefoon- en ISDN-diensten, aangezien de aantallen nummerporteringen daar substantieel zijn (geografische en mobiele nummers) of naar verwachting worden (nummers voor geautomatiseerde toepassingen). Ten derde vindt de correctie plaats per marktorganisatie, tenzij er sprake is van een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Alsdan vindt de correctie plaats per groep. De correctie wordt altijd afgerond op basis van de nummerblokgrootte voor toekenning. Voor de drie onderhavige nummerbestemmingen wordt de correctie dus afgerond op (een veelvoud van) 1.000 nummers. In de beschikking tot betaling voor de categorie nummers worden toegepaste correcties voor nummerporteringen gespecificeerd.

In artikel 6 is de relevante omzet bepaald beneden welke een marktorganisatie de omzetopgave aan de ACM kan doen zonder een accountantsverklaring en een vastgestelde jaarrekening bij te voegen. Deze omzet is om praktische redenen gelijkgesteld aan het bedrag van de netto-omzet, genoemd in artikel 396, eerste lid, onderdeel b, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (€ 8,8 miljoen). Die netto-omzet vormt in dat artikel één van de criteria om te bepalen of er sprake is van een ‘kleine’ rechtspersoon die niet aan alle verplichtingen van het jaarrekeningregime (onder andere geen verplichte accountantscontrole) hoeft te voldoen.

Uiteraard dient een omzetopgave van een marktorganisatie, ook indien die niet verplicht is tot het bijvoegen van een vastgestelde jaarrekening met betrekking tot het peiljaar en niet verplicht is tot het overleggen van een accountantsverklaring, wel te kloppen. Voor de gevallen waarin de ACM vermoedt dat een dergelijke opgave niet juist is, zijn in artikel 7 de gegevens en bescheiden aangewezen die de ACM dan alsnog van de betreffende marktorganisatie kan verlangen. Gebleken is dat een dergelijke nadere onderbouwing in een beperkt aantal gevallen noodzakelijk is om de getrouwheid van de omzetopgave van een marktorganisatie te verifiëren.

2.3 Wijziging andere regelingen

Gelet op nieuwe doorberekeningssystematiek voor de kosten van de ACM met ingang van 1 januari 2015, dienen de bepalingen in de huidige ministeriële regelingen die uitvoering geven aan of geënt zijn op de huidige doorberekeningssystematiek te worden aangepast of te vervallen. De artikelen 8 tot en met 11 strekken daartoe. Om onduidelijkheid te voorkomen voorziet de regeling ook in het vervallen van bepalingen die met ingang van 1 januari 2015 van rechtswege vervallen omdat de wettelijke grondslag voor die bepalingen vervalt. Artikel 12 bevat een overgangsrechtelijke bepaling die waarborgt dat vóór 1 januari 2015 op grond van de Regeling kostenverhaal energie of de Regeling vergoedingen Telecommunicatiewet en Postwet 2014 geldende bedragen ook op en na 1 januari 2015 nog kunnen worden doorberekend.

Over de wijziging van artikel 13 van de Regeling gegevensuitwisseling ACM en ministers (voorgesteld artikel 8) zij specifiek nog opgemerkt dat die wijziging erin voorziet dat ook de procedure dat de ACM jaarlijks een voorstel aan de minister zendt voor de vaststelling van de bedragen die door middel van toerekening worden doorberekend, wordt aangepast aan de nieuwe systematiek. Dat voorstel bevat een onderverdeling naar de categorieën en subcategorieën, bedoeld in artikel 10 van het besluit. Het voorstel is gebaseerd op de door de ACM gerealiseerde kosten in het voorgaande kalenderjaar, de in artikel 12 van het besluit vastgestelde verdeelsleutel en de door marktorganisaties verstrekte omzetopgave. Het bevat tevens een voorstel voor een lagere vaststelling in verband met de geleidelijke overgang, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van het besluit.

3. Administratieve lasten en regeldruk

Als gevolg van deze regeling blijft de regeldruk voor marktorganisaties in totaal min of meer gelijk. Alleen de wijze waarop deze regeling uitvoering geeft aan artikel 12a, vierde lid, van het besluit (omzetdrempel waar beneden geen accountantsverklaring en jaarrekening behoeven te worden bijgevoegd) heeft potentieel gevolgen voor de regeldruk. Deze drempel wordt in artikel 6 van deze regeling gelijkgesteld aan op de hoogte van de netto-omzet, bedoeld in artikel 396, eerste lid, onder b, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Gelet daarop zal vermoedelijk in weinig gevallen een aparte accountantsverklaring ten behoeve van de omzetopgave nodig zijn.

4. Vaste verandermomenten

Op grond van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten treden ministeriële regelingen in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Bekendmaking geschiedt uiterlijk twee maanden voor inwerkingtreding. In deze regeling wordt bepaald dat de Regeling doorberekening kosten ACM in werking treedt met ingang van 1 januari 2015, één van de vaste veranderdata. De bekendmaking van deze regeling geschiedt niet ten minste twee maanden voor inwerkingtreding. Voor deze afwijking van het beleid inzake vaste verandermomenten is gekozen omdat de nieuwe doorberekeningssystematiek met ingang van 1 januari 2015 ingaat en de beschikkingsbedragen derhalve ook met ingang van die datum moeten kunnen worden doorberekend. Immers, indien de ACM begin januari 2015 een beschikking geeft waarvan de kosten aan de aanvrager of geadresseerde worden doorberekend, moet zij het desbetreffende bedrag in rekening kunnen brengen. Er is dus sprake van een directe relatie tussen de bedragen in deze regeling en de keuze om de nieuwe doorberekeningssystematiek als geheel (ook artikel 6a van de Instellingswet ACM en het besluit treden dan in werking) met ingang van 1 januari 2015, dat wil zeggen per heel kalenderjaar, in te voeren.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven