Besluit houdende benoeming en vergoeding nationaal comité dierproeven

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 19, vijfde lid, van de Wet op de dierproeven en artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

Met ingang van 18 december 2014 worden voor een periode van vijf jaar tot lid van het nationaal comité dierproeven benoemd:

  • a. de heer dr. B.W.M. Koeter, tevens voorzitter;

  • b. mevrouw drs. H.J. Bout;

  • c. de heer F.C. Dales;

  • d. de heer prof. dr. C.F.M. Hendriksen;

  • e. mevrouw prof. dr. F. Ohl;

  • f. de heer dr. J.B. Prins;

  • g. de heer prof. dr. P. R. Roelfsema.

Artikel 2

  • 1. Aan de voorzitter van het nationaal comité dierproeven wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op 0,22.

  • 2. Aan de andere leden van het nationaal comité dierproeven wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 16 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op 0,11.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen en aan het nationaal comité dierproeven.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven