De Minister van Financiën,
Gelet op de artikelen 3:150, tweede lid, en 3:156, tweede lid, van de Wet op het financieel
toezicht;
BESLUIT:
Artikel 1
-
1. Het bedrag, bedoeld in artikel 3:156, eerste lid, aanhef, van de Wet op het financieel
toezicht, wordt voor het jaar 2015 vastgesteld op € 269.372.650.
-
2. De bedragen, bedoeld in artikel 3:156, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet
op het financieel toezicht, worden voor het jaar 2015 vastgesteld op € 134.686.325.
Artikel 2
Artikel 11, eerste lid, tweede en derde volzin, van de Uitvoeringsregeling Wft komt
te luiden: De Nederlandsche Bank en de vertegenwoordigende organisaties dragen voor
iedere vacature in de vertrouwenscommissie ten minste een kandidaat voor. Herbenoeming
van een lid is mogelijk.
Artikel 3
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.
TOELICHTING
In artikel 3:156, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht (Wft) is bepaald
welke bedragen ten hoogste beschikbaar zijn in het geval dat ten behoeve van een in
financieel gevaar verkerende levensverzekeraar gebruik moet worden gemaakt van de
in afdeling 3.5.4. van die wet geregelde opvangregeling voor levensverzekeraars. Op
grond van artikel 3:156, tweede lid, van de Wft worden die bedragen jaarlijks aangepast
aan de procentuele ontwikkeling van de totale vereiste solvabiliteitsmarge van levensverzekeraars
waarop de Nederlandsche Bank toezicht houdt. Dit heeft geleid tot vaststelling voor
het jaar 2015 van de in artikel 1 van deze regeling genoemde bedragen, waarbij de
cijfers waarop de aanpassing is gebaseerd, zijn ontleend aan de solvabiliteitscijfers
zoals deze zijn gepubliceerd op de statistiekwebsite van DNB. In artikel 1, eerste
lid, is het bedrag vastgesteld dat voor toepassing van de opvangregeling maximaal
ter beschikking wordt gesteld (artikel 3:156, eerste lid, aanhef, van de Wft). Artikel
1, tweede lid, betreft het bedrag dat per opvangsituatie maximaal ter beschikking
kan worden gesteld (artikel 3:156, eerste lid, onderdeel a, van de Wft) en het maximaal
ter beschikking staande bedrag ten aanzien waarvan bij het in werking stellen van
de opvangregeling het aanmerkelijke risico bestaat dat het niet wordt terugbetaald
(artikel 3:156, eerste lid, onderdeel b, van de Wft).
Deze regeling strekt tot wijziging van artikel 11, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling
Wft. Op grond van artikel 3:150, eerste lid, van de Wft is er een vertrouwenscommissie
opvangregeling leven. De commissie heeft tot taak de Nederlandsche Bank (DNB) te adviseren
en te assisteren bij het onderzoek naar levensverzekeraars die kunnen gelden als overname-
of samenwerkingskandidaten van in problemen verkerende levensverzekeraars. De commissie
bestaat uit minimaal drie en maximaal vijf leden, die door de minister van Financiën
worden benoemd op gezamenlijke voordracht van DNB en vertegenwoordigers van verzekeraars.
Benoeming vindt plaats voor een termijn van maximaal vijf jaar.
De wijziging artikel 11, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Wft betreft de aanpassing
van het aantal kandidaten dat wordt voorgedragen voor een vacature en het aantal termijnen
dat elk lid zitting mag hebben in de commissie. Het eerste lid voorzag in een voordracht
van twee geschikte kandidaten voor iedere vacature. De leden konden bovendien slechts
eenmaal herbenoemd worden. Het vinden van geschikte leden voor de commissie is in
de loop der tijd moeilijker geworden. Om de continuïteit van de commissie te waarborgen,
is voortaan de voordracht van één geschikte kandidaat toegestaan en is mogelijk gemaakt
dat leden meerdere keren benoemd kunnen worden.
De Minister van Financiën,
J.R.V.A. Dijsselbloem