Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 november 2014, PO/F&V/688376 tot het verstrekken van bijzondere bekostiging voor personeelskosten (Regeling bijzondere bekostiging 2014–2015)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 123, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 120, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. WPO:

Wet op het primair onderwijs;

b. WEC:

Wet op de expertisecentra;

c. bijzondere bekostiging:

bijzondere bekostiging voor personeelskosten als bedoeld in artikel 123, eerste lid, van de WPO en artikel 120, eerste lid, van de WEC.

d. basisschool:

basisschool als bedoeld in artikel 1 van de WPO;

e. speciale school voor basisonderwijs:

speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de WPO;

f. school voor (voortgezet) speciaal onderwijs:

school voor speciaal onderwijs, voor voortgezet speciaal onderwijs of voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de WEC.

Artikel 2 Bijzondere bekostiging

  • 1. Voor de eerste 5 maanden van het schooljaar 2014–2015 ontvangt het bevoegd gezag van een basisschool, het bevoegd gezag van een speciale school voor basisonderwijs en het bevoegd gezag van een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bijzondere bekostiging voor personeelskosten.

  • 2. De bijzondere bekostiging, bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 11,35 per leerling.

  • 3. Het leerlingenaantal wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 121 van de WPO en artikel 118 van de WEC. Het leerlingenaantal van een basisschool als bedoeld in titel B van het Besluit trekkende bevolking WPO is voor de toepassing van dit artikel vastgesteld op 20.

  • 4. De bijzondere bekostiging op grond van het eerste lid, die het bevoegd gezag voor de school ontvangt, wordt bepaald door het leerlingenaantal van de school te vermenigvuldigen met het in het tweede lid genoemde bedrag per leerling.

Artikel 3 Betaling

De bijzondere bekostiging bedoeld in artikel 2 wordt in december 2014 uitbetaald.

Artikel 4 Verantwoording bijzondere bekostiging

De bijzondere bekostiging op grond van deze regeling wordt verantwoord in de jaarrekening en de jaarverslaglegging, zoals bedoeld in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 augustus 2017.

Artikel 6 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bijzondere bekostiging 2014–2015.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

TOELICHTING

I. Algemeen

Eind september is een nieuwe cao voor het primair onderwijs vastgesteld. Bij de totstandkoming van het onderhandelaarsakkoord met de PO-Raad is afgesproken dat ter dekking van de kosten van een nieuwe cao een deel van de extra middelen, die vanaf 2015 beschikbaar komen in het kader van het Nationaal Onderwijsakkoord, reeds in 2014 zullen worden uitbetaald.

Deze regeling voorziet in de toekenning daarvan.

Administratieve lasten

Omdat de bekostiging ambtshalve wordt bepaald op basis van reeds beschikbare leerling gegevens en er ook geen extra verantwoordingsvoorschriften zijn, leidt deze regeling niet tot extra administratieve lasten.

II. Artikelsgewijs

Artikel 2

Voor het bepalen van de bekostiging wordt uitgegaan van de leerlingaantallen op 1 oktober 2013 en voor nieuwe scholen van 1 oktober 2014. Het totale bedrag dat hiermee al in de eerste 5 maanden van het schooljaar 2014–2015 voor het primair onderwijs beschikbaar komt bedraagt € 18 miljoen.

Artikel 3

De middelen worden toegevoegd aan de lumpsum van de scholen en vereisen geen aparte verantwoording.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven