Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 1 december 2014, nr. WJZ / 14194325, met betrekking tot de opleidingseisen voor de verzorging en behandeling van proefdieren als bedoeld in artikel 2 van het Dierproevenbesluit 2014 (Besluit erkenning cursussen en diploma’s proefdieren)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van het Dierproevenbesluit 2014 en artikel 6 van de Dierproevenregeling 2014;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. diploma:

diploma als bedoeld in artikel 7.4.6 van de Wet educatie beroepsonderwijs;

b. getuigschrift:

getuigschrift als bedoeld in artikel 7.11 van de Wet op het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek;

c. graad:

graad als bedoeld in artikel 7.10a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

d. kwalificatiedossier:

kwalificatiedossier in de zin van artikel 1.1.1, onderdeel t1, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Artikel 2

Als cursus proefdierkunde, als bedoeld in artikel 2 van het Dierproevenbesluit 2014, worden de volgende cursussen erkend:

  • a. de cursus proefdierkunde, georganiseerd door de Rijksuniversiteit Groningen;

  • b. de cursus proefdierkunde, georganiseerd door de Universiteit Maastricht;

  • c. de cursus proefdierkunde, georganiseerd door de Radboud Universiteit Nijmegen;

  • d. de cursus proefdierkunde, georganiseerd door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam;

  • e. de cursus proefdierkunde, georganiseerd door de Wageningen Universiteit, Animal Science, departement Dierwetenschappen;

  • f. de cursus proefdierkunde, georganiseerd door de Universiteit Utrecht, faculteit Diergeneeskunde, departement Dier in Wetenschap en Maatschappij, afdeling Dierenwelzijn en Proefdierkunde;

  • g. de cursus proefdierkunde, georganiseerd door de Universiteit Leiden, Faculteit der Geneeskunde en de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen;

  • h. de cursus proefdierkunde, georganiseerd door de Erasmus Universiteit Rotterdam, faculteit der Geneeskunde;

  • i. de cursus proefdierkunde, georganiseerd door de Universiteit van Amsterdam, Swammerdam instituut voor levenswetenschappen, vakgroep moleculaire neurowetenschappen;

  • j. de cursus proefdierkunde, georganiseerd door het Academisch Medisch Centrum (AMC), de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit Amsterdam, het Nederlandse Kankerinstituut (NKI), de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam en Sanquin gezamenlijk.

Artikel 3

Als diploma of getuigschrift, bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Dierproevenregeling 2014 wordt erkend het diploma, het getuigschrift of de graad ter afsluiting van de volgende opleidingen:

  • a. proefdierverzorger zoals beschreven in het kwalificatiedossier Proefdieren, Crebonummer 97770;

  • b. proefdierverzorging, aan het Groenhorstcollege Barneveld, behaald vóór 1 augustus 2015, indien daarnaast een opleiding Dierverzorging, Paardenhouderij, Veehouderij of Dierenartsassistente, minimaal op MBO niveau, is afgerond;

  • c. Bachelor Toegepaste Biologie, specialisatie Dierwetenschappen, aan de HAS Hogeschool;

  • d. biotechnicus zoals beschreven in het kwalificatiedossier Proefdieren, Crebonummer 97780;

  • e. Bachelor Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, afstudeerrichting research, minor Life Science Research, aan de Hogeschool Rotterdam;

  • f. Bachelor Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, afstudeerrichting Biomedisch Onderzoek, minor Proefdierkunde, aan de Avans Hogeschool;

  • g. Bachelor Diermanagement, afstudeerrichting Proefdierbeheer, ingevuld als major of minor, of afstudeerrichting Wildlife Management, minor Verantwoord diergebruik in veldonderzoek, aan de Hogeschool Van Hall Larenstein;

  • h. Bachelor Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, afstudeerrichting Zoology, aan de Hogeschool Utrecht;

  • i. Master Diergeneeskunde aan de Universiteit Utrecht.

Artikel 4

  • 1. Een in artikel 1 van de Regeling erkenning diploma’s Dierproevenbesluit genoemd diploma voor een opleiding tot proefdierverzorger, behaald vóór 1 juli 2013, wordt gelijk gesteld met een diploma als bedoeld in artikel 3, onder a en b. De overige diploma’s genoemd in artikel 1 van de Regeling erkenning diploma’s Dierproevenbesluit, behaald vóór de datum waarop dit besluit in werking treedt, worden gelijkgesteld met de diploma’s en graden als bedoeld in artikel 3, onder c tot en met h.

  • 2. Een certificaat als bedoeld in artikel 1a van de Regeling erkenning diploma’s Dierproevenbesluit, behaald vóór 1 juli 2013, wordt gelijkgesteld met een diploma als bedoeld in artikel 3.

  • 3. Een in artikel 2 van het Besluit erkenning opleidingen verzorging en behandeling proefdieren genoemd diploma, behaald vóór de inwerkingtreding van dit besluit, wordt gelijk gesteld met een diploma als bedoeld in artikel 3.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit erkenning cursussen en diploma’s proefdieren.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 1 december 2014

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen zes weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Staatssecretaris van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK ’s-Gravenhage.

TOELICHTING

De Wet op de Dierproeven is gewijzigd. Deze wijziging heeft geleid tot een nieuw Dierproevenbesluit 2014 en een nieuwe Dierproevenregeling 2014. Door deze wijziging en vernieuwingen is het noodzakelijk het Besluit erkenning opleidingen verzorging en behandeling proefdieren van 7 mei 2013, nr WJZ/13050860 en de ‘Aanwijzingen cursus proefdierkunde voor de artikel 9 deskundige’ te vervangen door dit besluit.

In artikel 2 zijn de instellingen opgenomen die de cursus proefdierkunde mogen verzorgen. Deze cursus proefdierkunde samen met een master in een relevante studierichting zoals bedoeld in artikel 5 van de Dierproevenregeling 2014 vormen het bewijs van vakbekwaamheid voor personen bedoeld in artikel 9 van de Wet op de dierproeven. Het is verboden een dierproef te verrichtten indien de opzet en de wijze van uitvoering van het project en de dierproef niet zijn bepaald door deze persoon. De opleidingseisen waaraan de in artikel 2 bedoelde cursus proefdierkunde dient te voldoen zijn opgenomen in Bijlage 2 van de Dierproevenregeling 2014.

Dieren die voor proeven worden gebruikt, dienen volgens artikel 8 van het Dierproevenbesluit 2014 te worden verzorgd en behandeld door personen als bedoeld in artikel 2 van het Dierproevenbesluit 2014 of door anderen, die over een door de Minister erkend diploma beschikken dan wel aan de door hem gestelde eisen van bekwaamheid voldoen. Dit Besluit erkenning cursussen en diploma’s proefdieren voorziet in deze erkenning van diploma’s en vaststelling van eisen van bekwaamheid.

In artikel 3 worden de erkende diploma’s en getuigschriften genoemd. Het betreft hier zowel diploma’s voor middelbaar beroepsonderwijs als getuigschriften voor hoger beroepsonderwijs en een masteropleiding op het niveau van wetenschappelijk onderwijs. De genoemde opleidingen zorgen ervoor dat degene die beschikt over één van deze diploma’s in staat mag worden geacht ervoor zorg te dragen dat de dieren behoorlijk worden verzorgd en behandeld met inachtneming van de regels die daaraan worden gesteld bij of krachtens het Dierproevenbesluit 2014. In artikel 6 van de Dierproevenregeling 2014 is vastgesteld welke taken uitgevoerd mogen worden door proefdierverzorgers en welke taken zijn voorbehouden aan de biotechnicus.

Voor de verklaring van de cursus proefdierverzorger van het Groenhorstcollege te Barneveld geldt dat de cursist reeds kennis heeft van en ervaring heeft met dieren. Deze cursus valt niet onder de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, maar is een specifieke cursus. Deze cursus is erkend tot 1 augustus 2015.

Het ministerie van Economische Zaken heeft de Universiteit van Utrecht vakgroep proefdierkunde een advies gevraagd over opleidingseisen voor de personen die dierproeven opzetten, personen die dierproeven uitvoeren en personen die proefdieren verzorgen. Op basis van dit advies zal de staatssecretaris van Economische Zaken nieuwe opleidingseisen formuleren voor de genoemde personen. De instellingen dienen per 1 augustus 2015 deze nieuwe opleidingseisen in het curriculum te verwerken.

In artikel 4 worden diploma’s, getuigschriften en certificaten genoemd in de artikelen 1 en 1a van de Regeling erkenning diploma’s Dierproevenbesluit, behaald vóór 1 juli 2013, gelijkgesteld met de diploma’s en getuigschriften genoemd in de artikelen 2 en 3. Ook de diploma’s en getuigschriften die genoemd worden in het Besluit erkenning opleiding verzorging en behandeling proefdieren, die behaald zijn vóór de inwerkingtreding van dit besluit worden gelijk gesteld met een diploma zoals bedoeld in dit besluit.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven