Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 28 november 2014, nr. IENM/BSK-2014/210263, houdende intrekking van enkele regelingen, circulaires en besluiten op het terrein van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu in verband met het feit dat zij hun betekenis hebben verloren (IenM intrekkingsregeling 2014)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 2 van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen, artikel 2, derde lid, van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993, de artikelen 2.53, derde lid, en 2.56 van het Waterschapsbesluit en de Wet bodembescherming;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De volgende regelingen worden ingetrokken:

a. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 6 april 1994, houdende vrijstelling ten behoeve van het vervoer over de weg van ondergrondse opslagtanks, leeg en ongereinigd van benzine, dieselolie, gasolie of stookolie (Stcrt. 1994, 71);

b. Wijzigingsregeling Regeling rijonderricht motorrijtuigen (certificaat met betrekking tot eerste hulp bij ongevallen);

c. Regeling waterschapsverkiezingen 2008.

ARTIKEL II

De volgende circulaires en besluiten worden ingetrokken:

a. Interventiewaarden bodemsanering tweede en derde tranche;

b. Circulaire bijdrageverlening bodemsanering;

c. Tweede fase inwerkingtreding saneringsregeling Wet bodembescherming, nadere invulling ‘huidig gebruik’;

d. Instellingsbesluit commissie monitoring en evaluatie bedrijvenregeling.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

ARTIKEL IV

Deze regeling wordt aangehaald als: IenM intrekkingsregeling 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

TOELICHTING

Met deze regeling wordt een aantal regelingen en circulaires ingetrokken die om verschillende redenen hun betekenis zijn verloren. Regelingen die materieel zijn uitgewerkt, maar wel in het wetgevingsbestand blijven staan, zorgen voor onoverzichtelijkheid en ontoegankelijkheid van de geldende regelgeving. Mede met het oog op gebruiksvriendelijkheid van de databanken voor burgers, bedrijven en overheden is het dan ook wenselijk deze regelingen in te trekken. Per regeling wordt kort aangegeven waarom zij voor intrekking in aanmerking komen.

De Regeling vrijstelling wegvervoer lege en ongereinigde opslagtanks beoogde het vervoer van ongereinigde ondergrondse opslagtanks te reguleren. De regeling is destijds in het leven geroepen om de verwijdering van gebruikte ondergrondse brandstoftanks, als uitvloeisel van de zogeheten actie tankslag, te faciliteren. Bij de actie tankslag werd een groot aantal tanks verwijderd, met name om ongeziene verontreiniging van de bodem als gevolg van optredende lekkage van de tanks te voorkomen. De grootschalige verwijdering van tanks is niet meer aan de orde. Bovendien gelden er algemene bepalingen in het kader van het Europese verdrag voor vervoer over de weg van gevaarlijke stoffen (het ADR) die van toepassing zijn op de hier bedoelde tanks en waarmee het vervoer onder voorwaarden wordt vrijgesteld van de werkingssfeer van het ADR. Daarmee heeft de regeling geen betekenis meer en kan deze worden ingetrokken.

De Wijzigingsregeling Regeling rijonderricht motorrijtuigen (certificaat met betrekking tot eerste hulp bij ongevallen) bevat alleen overgangsrecht dat inmiddels is uitgewerkt.

De betekenis van de Regeling waterschapsverkiezingen 2008 is komen te vervallen met de Wet aanpassing waterschapsverkiezingen. Deze wet regelt het combineren van de waterschapsverkiezingen met de verkiezingen van Provinciale Staten. Het regelen van de waterschapsverkiezingen volgens de methode van briefstemmen is daarmee niet meer nodig.

De circulaire Interventiewaarden bodemsanering tweede en derde tranche is materieel geïntegreerd in de Circulaire bodemsanering 2009 maar per abuis niet ingetrokken bij die gelegenheid.

De Circulaire bijdrageverlening bodemsanering bevat een verdeelsleutel voor de rijksbijdrage aan decentrale overheden. Die verdeelsleutel is overbodig geworden in 2011, toen de financiering werd omgezet naar de Financiële verhoudingswet en Gemeente- en Provinciefonds. Bij de benodigde aanpassingsregelgeving is deze circulaire per abuis niet ingetrokken.

De circulaire Tweede fase inwerkingtreding saneringsregels Wbb, nadere invulling ‘huidig gebruik’ bevat instructies van de Minister aan decentrale overheden om een aantal uitvoeringsproblemen vanwege de invoering van de Wet bodemsanering op te lossen en is materieel uitgewerkt.

Met het Instellingsbesluit commissie monitoring en evaluatie bedrijvenregeling werd in 2004 een commissie ingesteld ter uitvoering van het ‘Convenant bodemsanering in gebruik zijnde en blijvende bedrijfsterreinen’ (2001). De commissie heeft eind 2007 aan de Minister gemeld dat zij de haar opgedragen taak had volbracht en de commissieleden zijn vervolgens eervol ontslagen. Het instellingsbesluit is echter per abuis niet ingetrokken. De bescheiden van de commissie zijn opgenomen in het archief van het ministerie, conform het instellingsbesluit.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven