Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 27 november 2014, kenmerk 680920-128478-Z, houdende wijziging van de Regeling zorgverzekering in verband met het vaststellen van de woonlandfactoren voor het jaar 2015 ten behoeve van de gedifferentieerde berekening van de bijdrage voor verdragsgerechtigden

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet en artikel 3, tweede lid, Wet op de zorgtoeslag;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering komt te luiden als volgt:

BIJLAGE 4 VAN DE REGELING ZORGVERZEKERING

Bijlage behorend bij artikel 6.3.1 van de Regeling zorgverzekering en artikel 3, tweede lid, Wet op de zorgtoeslag

Het in artikel 6.3.1, eerste lid, van deze regeling en in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de zorgtoeslag bedoelde verhoudingsgetal voor het jaar 2015, de gemiddelde uitgaven voor zorg in het woonland en de gemiddelde uitgaven voor zorg voor Nederland voor het jaar dat overeenkomt met het jaar waarvoor de kosten in het woonland zijn berekend, zijn in onderstaande tabel opgenomen in respectievelijk de kolom Woonlandfactor, de kolom Gemiddelde zorgkosten woonland en de kolom Gemiddelde zorgkosten Nederland en luiden als volgt:

Land

Berekeningsjaar

Gemiddelde zorgkosten woonland

Gemiddelde zorgkosten Nederland

Woonlandfactor

België

2011

2.358,90

3.512,63

0,6715

Bosnië-Herzegovina

2012

221,85

3.435,32

0,0646

Bulgarije

2012

208,34

3.435,32

0,0606

Cyprus

2011

586,23

3.512,63

0,1669

Denemarken

2012

3.239,64

3.435,32

0,9430

Duitsland

2012

2.544,49

3.435,32

0,7407

Estland

2012

576,17

3.435,32

0,1677

Finland

2012

2.164,00

3.435,32

0,6299

Frankrijk

2011

2.528,47

3.512,63

0,7198

Griekenland

2011

1.261,10

3.512,63

0,3590

Hongarije

2011

429,27

3.512,63

0,1222

Ierland

2011

3.016,25

3.512,63

0,8587

IJsland

2012

2.594,79

3.435,32

0,7553

Italië

2012

1.913,08

3.435,32

0,5569

Kaapverdië

2012

82,97

3.435,32

0,0242

Kroatië

2012

640,73

3.435,32

0,1865

Letland

2011

310,74

3.512,63

0,0885

Liechtenstein

2012

2.790,27

3.435,32

0,8122

Litouwen

2012

399,52

3.435,32

0,1163

Luxemburg

2011

2.602,22

3.512,63

0,7408

Macedonië

2012

181,06

3.435,32

0,0527

Malta

2011

1.001,06

3.512,63

0,2850

Marokko

2002

30,56

2.448,29

0,0125

Montenegro

2011

266,00

3.512,63

0,0757

Noorwegen

2012

5.347,64

3.435,32

1,5567

Oostenrijk

2012

2.185,85

3.435,32

0,6363

Polen

2011

392,04

3.512,63

0,1116

Portugal

2010

1.167,42

3.418,65

0,3415

Roemenië

2011

206,51

3.512,63

0,0588

Servië

2012

255,04

3.435,32

0,0742

Slovenië

2012

1.022,18

3.435,32

0,2976

Slowakije

2012

666,40

3.435,32

0,1940

Spanje

2012

1.348,35

3.435,32

0,3925

Tsjechië

2012

849,73

3.435,32

0,2474

Tunesië

2006

62,02

2.874,25

0,0216

Turkije

2011

261,24

3.512,63

0,0744

Verenigd Koninkrijk

2011

2.107,90

3.512,63

0,6001

Zweden

2011

2.660,10

3.512,63

0,7573

Zwitserland

2012

2.236,10

3.435,32

0,6509

Bronvermelding gegevens (voor het genoemde berekeningsjaar):

België

Nota rekencommissie EU - A.C. 460/13 - 08-10-2013

Bosnië-Herzegovina

Info Hauptverband der Österreichischen Sozialversicherungsträger - 13-08-2014

Bulgarije

Nota rekencommissie EU - A.C. 207/14 - 16-04-2014

Cyprus

Nota rekencommissie EU - A.C. 461/13 - 07-10-2013

Denemarken

http://www.statbank.dk en http://www.oecd.org/statics

Duitsland

Nota rekencommissie EU - A.C. 497/13 - 26-09-2013

Estland

Nota rekencommissie EU - A.C. 474/13 - 16-10-2013

Finland

Nota rekencommissie EU - A.C. 211/14 - 23-04-2014

Frankrijk

Nota rekencommissie EU - A.C. 488/13 - 17-10-2013

Griekenland

Nota rekencommissie EU - A.C. 479/13 - 26-09-2013

Hongarije

Nota rekencommissie EU - A.C. 604/13 - 20-12-2013

Ierland

Nota rekencommissie EU - A.C. 602/13 - 16-04-2014

IJsland

http://www.statice.is/Statistics/National-accounts-and-public-fin/Public-finances

Italië

Nota rekencommissie EU - A.C. 513/13 - 25-10-2013

Kaapverdië

Jaaropgave 2012 Instituto Nacional de Previdência Social - 12-08-2014

Kroatië

Brief Croatian Instute for Health Insurance in Zagreb - 19-06-2013

Letland

Nota rekencommissie EU - A.C. 609/13 - 28-12-2013

Liechtenstein

Nota rekencommissie EU - A.C. 444/13 - 02-09-2013

Litouwen

Nota rekencommissie EU - A.C. 192/13 - 24-04-2013

Luxemburg

Nota rekencommissie EU - A.C. 457/13 - 11-10-2013

Macedonië

Brief Fond Za Zdravestveno Osiguruvanje Na Makedonija, Skopje - 17-05-2013

Malta

Nota rekencommissie EU - A.C. 173/14 - 28-03-2014

Marokko

Rapport Royaume de Maroc ‘CNSS’ - 30 december 2005

Montenegro

Brief Fond Za Zdravestveno Osiguranje, Podgorica - 29-04-2013

Noorwegen

Nota rekencommissie EU - A.C. 062/14 - 18-02-2014

Oostenrijk

Nota Oostenrijk van 20 augustus 2013

Polen

Nota rekencommissie EU - A.C. 458/13 - 02-10-2013

Portugal

Nota rekencommissie EU - A.C. 526/12 REV2 - 06-05-2013

Roemenië

Nota rekencommissie EU - A.C. 605/13 REV - 05-03-2014

Servië

Brief Republic Health Insurance Fund of Serbia, Beograd - 17-10-2013

Slovenië

Nota rekencommissie EU - A.C. 479/14 - 12-08-2014

Slowakije

Nota rekencommissie EU - A.C. 458/14 - 08-08-2014

Spanje

Nota rekencommissie EU - A.C. 475/13 - 16-10-2013

Tsjechië

Nota rekencommissie EU - A.C. 514/13 - 18-10-2013

Tunesië

Caisse Nationale de Securite Sociale - 05-04-2011

Turkije

Brief Directorate of Social Security Institution ‘SGK’ - 11-04-2013

Verenigd Koninkrijk

Nota rekencommissie EU - A.C. 503/13 REV - 12-11-2013

Zweden

Nota rekencommissie EU - A.C. 601/13 - 19-12-2013

Zwitserland

Nota rekencommissie EU - A.C. 445/13 - 11-09-2013

ARTIKEL II

Het in artikel 6.3.1, eerste lid, van de Regeling zorgverzekering bedoelde verhoudingsgetal voor Frankrijk voor het jaar 2012 is 0,7659.

ARTIKEL III

  • 1. Artikel I van deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

  • 2. Artikel II van deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

TOELICHTING

Artikel 6.3.1, eerste lid, van de Regeling zorgverzekering bepaalt dat de voor een persoon, bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet verschuldigde bijdrage wordt berekend door de grondslag van de bijdrage te vermenigvuldigen met een verhoudingsgetal dat wordt berekend uit de verhouding tussen de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon ten laste van de sociale ziektekostenverzekering (hierna te noemen: zorgkosten) in het woonland van deze persoon en de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon ten laste van de sociale zorgverzekeringen in Nederland. Dit verhoudingsgetal, de woonlandfactor, wordt berekend door het Zorginstituut Nederland (hierna: het Zorginstituut). Op 30 september 2014 heeft het Zorginstituut het advies over de woonlandfactoren voor 2015 aan mij uitgebracht. In deze toelichting is aangegeven op welke wijze het Zorginstituut de woonlandfactor van de verschillende woonlanden voor het jaar 2015 heeft berekend en welke uitgangspunten daarbij in aanmerking zijn genomen.

De woonlandfactoren die in de tabel zijn opgenomen, gelden voor de bijdrage die verdragsgerechtigden in het jaar 2015 verschuldigd zijn en worden jaarlijks uiterlijk in november opnieuw vastgesteld en gepubliceerd.

De gegevens die aan de woonlandfactoren ten grondslag liggen, zijnde de gegevens over de kosten van de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon ten laste van de sociale verzekering in het woonland en in Nederland, kunnen jaarlijks fluctueren. Als het aansprakenpakket van een land wordt aangepast, heeft dat immers gevolgen voor de kosten van dat pakket. Daarnaast kunnen demografische ontwikkelingen van invloed zijn.

De berekening van de woonlandfactor vindt plaats volgens de formule:

Woonlandfactor = gemiddelde zorgkosten woonland / gemiddelde zorgkosten Nederland

De gemiddelde zorgkosten in een woonland worden bepaald door het totaalbedrag van zorgkosten in het woonland te delen door het aantal rechthebbenden in het woonland. Op basis van beide bestanddelen komt een vast bedrag aan kosten per persoon tot stand.

De zorgkosten zijn de kosten voor die geneeskundige verstrekkingen waarop aanspraak bestaat op grond van de wetgeving inzake de sociale ziektekostenverzekering van het woonland, voor zover deze kosten door het woonland gebruikt worden bij de berekening van de gemiddelde kostenbedragen, die dit land in het kader van de toepassing van de betreffende verdragsregeling en de Europese sociale zekerheidsverordening aan andere landen in rekening brengt.

De modaliteiten van de berekening zijn vastgelegd in deze Europese verordening of in een bilateraal verdrag inzake sociale zekerheid.

Rechthebbenden zijn zij die recht hebben op geneeskundige verzorging op grond van de wetgeving over de sociale ziektekostenverzekering voor geneeskundige zorg van het woonland. Overeenkomstig de regeling is uitgegaan van alle rechthebbenden van het betreffende verdragsland, ongeacht hun status of leeftijd. Voor het bepalen van het aantal rechthebbenden zijn waar mogelijk dezelfde brongegevens gebruikt als voor de zorgkosten.

De gemiddelde zorgkosten in Nederland zijn op dezelfde wijze bepaald en resulteren eveneens in een vast bedrag aan kosten per persoon. De Nederlandse zorgkosten bestaan uit de kosten voor geneeskundige verstrekkingen waarop aanspraak bestaat op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Zorgverzekeringswet, voor zover deze kosten gebruikt worden door Nederland bij de berekening van de gemiddelde kostenbedragen die Nederland aan andere landen in rekening brengt.

Voor de (historische) cijfers van vóór 2006 zijn de kosten en de respectievelijke kring van verzekerden voor de verzekeringen ingevolge de Ziekenfondswet (Zfw) en de AWBZ bepalend. Voor latere jaren is uitgegaan van cijfers op grond van de Zorgverzekeringswet en de AWBZ.

Het bedrag van gemiddelde zorgkosten per rechthebbende wordt voor deze jaren bepaald volgens de formule:

Gemiddelde zorgkosten per rechthebbende =

(totale AWBZ-kosten/rechthebbenden AWBZ) + (totale Zfw (resp. Zvw)-kosten/ rechthebbenden Zfw (resp. Zvw))

Gegevensbronnen

De gemiddelde zorgkosten voor Nederland zijn bepaald op basis van de nota’s die Nederland bij de Rekencommissie van de Europese Unie heeft ingediend (als bedoeld in artikel 101, derde lid, van Verordening (EEG) nr. 574/72 resp. artikel 74 van Verordening (EG) nr. 883/2004). Op basis van deze gegevens wordt per jaar de noemer van de factorbepaling bepaald: de gemiddelde kosten voor zorg per rechthebbende in Nederland.

De gemiddelde zorgkosten per rechthebbende in de diverse woonlanden is bepaald op basis van verschillende bronnen. Niet voor al deze landen zijn dezelfde gegevensbronnen beschikbaar.

Het berekeningsjaar

De gemiddelde zorgkosten woonland van een bepaald jaar zijn gebaseerd op de laatst bekende documenten, dan wel op informatie die door het betreffende land aan het Zorginstituut bekend is gemaakt. De bepaling van de factor geschiedt hiermee op basis van historische cijfers van verdragslanden.

Het beschikbaar stellen van benodigde cijfers wordt door verschillende landen op verschillende momenten en op verschillende manieren gedaan. Voor de vaststelling van de woonlandfactoren 2015 heeft het Zorginstituut de meest actuele gegevens als uitgangspunt genomen. Voor een juiste verhouding worden tegenover de buitenlandse gemiddelde zorgkosten in een bepaald jaar de gemiddelde zorgkosten voor Nederland van het overeenkomende jaar gebruikt.

Afrondingen

De verschillende benodigde componenten voor de berekening van de landenfactoren zijn exact overgenomen uit de gebruikte bronnen. Er zijn geen afrondingen voor de komma uitgevoerd; cijfers achter de komma zijn wel afgerond.

De woonlandfactor is als volgt afgerond tot vier cijfers achter de komma (bijvoorbeeld 0,3543):

  • indien het vijfde cijfer achter de komma 0 tot en met 4 is, is afgerond naar beneden;

  • indien het vijfde cijfer achter de komma 5 tot en met 9 is, is afgerond naar boven.

Rekenen met vreemde valuta

Bij de bepaling van de woonlandfactor voor de niet-euro landen dienen bedragen in vreemde valuta omgerekend te worden naar euro’s. Doordat deze woonlandfactoren worden bepaald op basis van historische cijfers, is gebruik gemaakt van gemiddelde valutakoersen naar de euro over het berekeningsjaar.

Voor de jaarkoersen is (op basis van beschikbaarheid) in de aangegeven volgorde gebruik gemaakt van de volgende bronnen:

  • 1. Gegevens van De Nederlandsche Bank;

  • 2. Gegevens van de Europese Centrale Bank;

  • 3. Gegevens OANDA online valuta berekening (volgens www.oanda.com).

Gebruik van gegevens uit bronnen

Zoals aangegeven kunnen de bronnen voor het bepalen van de gemiddelde zorgkosten per land verschillen. Gebruikte documenten hebben niet altijd een uniforme indeling en opgenomen cijfers zijn niet altijd rechtstreeks vergelijkbaar. Onderstaand zijn de randvoorwaarden genoemd, waarmee bewaakt wordt dat uit de diverse documenten zo zuiver en zo vergelijkbaar mogelijke cijfers zijn overgenomen voor de bepaling van de woonlandfactoren. Uiteraard gelden de voorwaarden zowel voor de Nederlandse bronnen als voor de bronnen van de diverse landen.

  • 1. Gespecificeerde posten die niet zijn meegenomen bij het bepalen van de woonlandfactor:

    • a. kosten voor arbeidsongevallen;

    • b. posten die opgenomen zijn voor de kosten van niet-verzekerden. Alleen kosten die gemaakt zijn door ‘rechthebbenden’ (verzekerden) zijn opgenomen. De groep ‘niet-verzekerden’ is in de populatie ook niet opgenomen;

    • c. eventuele eigen betalingen (van rechthebbenden) voor zorg.

  • 2. Bepaalde verdragslanden werken met een voorgerekend bedrag voor gemiddelde zorgkosten per rechthebbende in het land. Indien er geen verdere gegevens beschikbaar zijn, is er gebruikt gemaakt van deze gegevens.

  • 3. Bepaalde verdragslanden werken met steekproeven voor bepaling van de componenten. Indien er geen verdere gegevens beschikbaar zijn, is gebruik gemaakt van de gegevens uit de steekproef.

  • 4. Bepaalde verdragslanden werken met (toekomstige) schattingen voor bepaling van de componenten. Indien er geen verdere gegevens beschikbaar zijn, is er gebruikt gemaakt van deze gegevens.

Bijzonderheden

Bij de vaststelling van de woonlandfactoren voor 2015 zijn de volgende bijzonderheden van belang.

Er is besloten met ingang van de woonlandfactoren 2011 de landenindeling van de Belastingdienst te volgen. Dit heeft in 2012 geleid tot enkele wijzigingen in de naamgeving van landen.

De uitgangspunten voor de berekening van de woonlandfactoren 2015 zijn dezelfde als die voor de voorafgaande jaren. Zo zijn de gemiddelde zorgkosten voor Nederland gebaseerd op de laatst bekende nota die Nederland bij de Rekencommissie van de Europese Unie heeft ingediend. Voor de woonlandfactoren 2015 zijn dit de gemiddelde zorgkosten voor het jaar 2012.

Nieuwe gegevens zijn bekend van de landen Bosnië-Herzegovina, Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Hongarije, Ierland, IJsland, Italië, Kaapverdië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Macedonië, Malta, Noorwegen, Oostenrijk, Roemenië, Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Turkije, Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. Als gevolg hiervan wijzigen voor deze negenentwintig landen de woonlandfactoren 2015.

Uit de analyse van de woonlandfactoren blijkt dat de woonlandfactor van een aantal landen in sterkere mate is toe- of afgenomen. De voornaamste oorzaken hiervoor zijn een aanzienlijke wijziging in de hoogte van de gemiddelde zorgkosten in de betreffende landen, het feit dat sommige landen in het afgelopen jaar hun gemiddelde zorgkosten over meerdere jaren hebben bekendgemaakt en koersverschillen.

Voor het woonland Frankrijk is de woonlandfactor voor het jaar 2012 destijds vastgesteld op 0,7685. Gebleken is dat de berekening van deze woonlandfactor foutief is geweest. Een van de onderdelen van de Franse zorgkosten is namelijk onjuist in de berekening overgenomen. De correcte woonlandfactor is 0,7659.

Dit betekent dat voor het jaar 2012 op grond van de Regeling zorgverzekering een te hoge verdragsbijdrage is geheven bij de in Frankrijk wonende verdragsgerechtigden. Voor zover zij teveel hebben voldaan, is het Zorginstituut Nederland overgegaan tot restitutie. Deze wijziging heeft geen effect op de hoogte van de zorgtoeslag. Deze wordt niet ten nadele van de verdragsgerechtigden gecorrigeerd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven