Staatscourant 2014, 34136

Instellen verkeersmaatregelen ten behoeve van het weren van verkeer op de Parallelweg te Bodegraven vanwege slecht wegdek

gelezen:

-het advies aan burgemeester en wethouders, registratienr. Z-14-29840 / ADV-14-04070

gelet op:

• artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de Provincie of een waterschap;
• artikel 15, lid 1 van de WVW 1994 ingevolge de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;
• artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) ingevolge de plaatsing en/of verwijdering van de borden A1, A2 , C1 van Bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (hierna: RVV 1990) moet geschieden krachtens een verkeersbesluit;
• artikel 24 van het BABW ingevolge verkeersbesluiten worden genomen na overleg met een gemachtigde van de korpschef van de (landelijke) politie;

overwegende:

• dat door de gemeente Bodegraven-Reeuwijk de rijksweg A12 via oost-westelijke richting v.v. gaat;
• dat aan de zuidkant van de A12 de Parallelweg ligt;
• dat onderhavig besluit gaat over het gedeelte Parallelweg dat aan de westkant begint aan de oostzijde van het viaduct Nespad/Parallelweg – A12/afslag fietspad naar het plassengebied en aan de oostkant stopt bij de kruising Laageind/Weiweg;
• dat aan de westkant de Parallelweg overgaat in het Nespad;
• dat de gemeente Reeuwijk is gefuseerd met de gemeente Bodegraveen en dat hiertoe de weg is gelegen in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;
• dat het eigendom en onderhoud van de weg in het landinrichtingsplan Driebruggen door de Provincie Zuid-Holland is toegewezen aan Rijkswaterstaat;
• dat het beheer van de weg in het landinrichtingsplan Driebruggen door de Provincie Zuid-Holland is toegewezen aan de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;
• dat Rijkswaterstaat en de voormalige gemeente Reeuwijk in verband met de onderhouds- en beheerverantwoordelijkheid zijn overeengekomen de weg in goede staat in eigendom en onderhoud over te dragen aan de gemeente;
• dat bij de overdracht de onderhoudsstaat van de weg onderwerp van gesprek is waarbij de gemeente constructieve- en technische eisen stelt aan de weg en daarbij dus ook aan de onderhoudsstaat van de weg bij overdracht van Rijkswaterstaat naar de gemeente;
• dat Rijkswaterstaat en de gemeente hier nog geen overeenkomst over hebben bereikt;
• dat de conditie van het wegdek van de Parallelweg inmiddels verder achteruit gaat en leidt tot gevaarlijke situaties;
• dat de gemeente als beheerder de slechte staat van de Parallelweg niet langer acceptabel en verkeersveilig vindt en maatregelen wilt nemen;
• dat ookal is de gemeente nog geen officieel onderhoudsplichtige, zij zich wel verantwoordlijk voelt voor de weg omdat deze binnen haar gemeentegrenzen ligt en de verkeersveiligheid in het geding is;
• dat de gemeente zo veel mogelijk verkeer wil weren van de Parallelweg;
• dat de gemeente hiervoor beheermaatregelen neemt, namelijk het instellen van een gesloten verklaring op de weg met uitzondering van bestemmingsverkeer, het weren van doorgaand fietsverkeer door de doorgaande fietsroute te verplaatsen, het plaatsen van bebording ter waarschuwing van het slechte wegdek en het bebakenen van gevaarlijke gaten/scheuren;
• dat de gemeente hiervoor onderhoudsmaatregelen neemt, namelijk het provisoisch opvullen/uitvlakken van gaten/scheuren;
• dat de politie en de gemeentelijke werkgroep Verkeerszaken akkoord zijn met de te nemen maatregelen;
• dat naast het nemen van deze maatregelen de gesprekken tussen Rijkswaterstaat en de gemeente doorgaan om de overdracht van de Parallelweg te realiseren;
• dat bovenstaande maatregelen genomen kunnen worden door middel van het plaatsen van bebording, bebakening en eventueel het opvullen van gaten/scheuren;
• dat het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;
• dat de bovenvermelde maatregel op basis van artikel 2 van de WVW 1994 strekt tot het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers;
• dat de onder ‘besluiten’ genoemde wegen binnen de bebouwde kom liggen en in eigendom, beheer en onderhoud zijn bij de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;
• dat overeenkomstig artikel 24 van het BABW overleg met de politie heeft plaatsgevonden, welke positief heeft geadviseerd en kan instemmen met de voorgestelde maatregelen;

BESLUITEN

• een geslotenverklaring in te stellen met uitzondering van bestemmingsverkeer op de Parallelweg en het Nespad door het plaatsen van het bord model C1 van Bijlage 1 van het RVV 1990 en het onderbord model OB601 ‘UITGEZONDERD BESTEMMINGSVERKEER’ op onderstaande lokaties:

  • kruising N459 – Nespad,
  • kruising Parallelweg – parkeerplaats bij Nespad,
  • kruising Parallelweg – fietspad dat net ten westen van de Enkele Wiericke onder de A12 door gaat,
  • kruising Parallelweg – Laageind;
• instellen van een snelheidsregime van 30 km/uur bij de weggedeelten op de Parallelweg waar gaten/scheuren tot een gevaarlijke situatie leiden door het plaatsen van de borden model A1 en A2, begin en eind 30 km/uur, van Bijlage 1 van het RVV 1990;

Bodegraven, 11 november 2014

Burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk,

Bijlage(n): situatietekening

Het verkeersbesluit ligt gedurende zes weken vanaf de dag van bekendmaking ter inzage in het Klantcontactcentrum van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, Julianastraat 6, 2411 CV Bodegraven (Bij Everts).

Bezwaar:

Belanghebbenden kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de datum van bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk, Postbus 401, 2410 AK Bodegraven. Een bezwaarschrift moet uw naam en adres bevatten, de datum en uw handtekening, een omschrijving van het besluit en de motivering van uw bezwaar.

Afschrift aan:

Politiekorps Den Haag

Dienst regionale operationele samenwerking, infrastructuur, team verkeer

Ter attentie van de heer Tamerus

Postbus 264

2501 CG Den Haag