Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 18 november 2014, nr. VO/F-2014/678650, tot vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast voortgezet onderwijs voor het kalenderjaar 2015 en wijziging van de Regeling vaststelling ondersteuningsbedragen per leerling lwoo en pro, kalenderjaar 2014 (Regeling vaststelling bedragen landelijke gemiddelde personeelslast voortgezet onderwijs, kalenderjaar 2015)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 85, derde lid, en 85a, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

BESLUIT:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a. wet:

Wet op het voortgezet onderwijs;

b. directie:

rectoren, directeuren, conrectoren en adjunct-directeuren als bedoeld in artikel 84, eerste lid, onder a, van de wet;

c. leraren:

leraren als bedoeld in artikel 84, eerste lid, onder b, van de wet;

d. onderwijsondersteunend personeel:

onderwijsondersteunend personeel als bedoeld in artikel 84, eerste lid, onder c, van de wet;

e. schoolsoortgroep 1:

scholen voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, scholen voor voorbereidend beroepsonderwijs, scholen voor praktijkonderwijs en scholengemeenschappen bestaande uit ten minste twee van deze schoolsoorten, inclusief het leerwegondersteunend onderwijs;

f. schoolsoortgroep 2:

scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, hoger algemeen voortgezet onderwijs en scholengemeenschappen bestaande uit een combinatie van deze scholen;

g. schoolsoortgroep 3:

scholengemeenschappen bestaande uit scholen voor hoger algemeen voortgezet onderwijs en scholen voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, al dan niet in combinatie met scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, inclusief het leerwegondersteunend onderwijs; en

h. schoolsoortgroep 4:

scholengemeenschappen bestaande uit scholen voor hoger algemeen voortgezet onderwijs, scholen voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en scholen voor voorbereidend beroepsonderwijs, al dan niet in combinatie met scholen voor praktijkonderwijs of scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, inclusief het leerwegondersteunend onderwijs.

§ 2. Vaststelling landelijke gemiddelde personeelslast per 1 januari 2015

Artikel 2. Vaststelling landelijke gemiddelde personeelslast per 1 januari 2015

  • 1. Voor de directie bedraagt met ingang van 1 januari 2015 de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats:

    • a. € 80.815,05 voor schoolsoortgroep 1;

    • b. € 96.453,41 voor schoolsoortgroep 2;

    • c. € 95.423,86 voor schoolsoortgroep 3; en

    • d. € 92.691,46 voor schoolsoortgroep 4.

  • 2. Voor de leraren bedraagt met ingang van 1 januari 2015 de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats:

    • a. € 74.077,29 voor schoolsoortgroep 1;

    • b. € 84.013,73 voor schoolsoortgroep 2;

    • c. € 79.909,36 voor schoolsoortgroep 3; en

    • d. € 76.048,34 voor schoolsoortgroep 4.

  • 3. Voor het onderwijsondersteunend personeel bedraagt met ingang van 1 januari 2015 de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats € 44.566,97, ongeacht de schoolsoortgroep.

Artikel 3. Aanvullende personele bekostiging per 1 januari 2015

  • 1. Indien een aanvullende bekostiging op grond van artikel 85a, eerste lid, van de wet wordt verstrekt vanaf 1 januari 2015, zijn op het vaststellen van die bekostiging het tweede tot en met het vierde lid van toepassing.

  • 2. Voor de directieformatie van de school gelden de in artikel 2, eerste lid, genoemde bedragen.

  • 3. Voor de lerarenformatie gelden de voor de school in artikel 2, tweede lid, genoemde bedragen.

  • 4. Voor de formatie onderwijsondersteunend personeel geldt het in artikel 2, derde lid, genoemde bedrag.

Artikel 4. Artikel 2 van de Regeling vaststelling ondersteuningsbedragen per leerling lwoo en pro, kalenderjaar 2014 komt te luiden:

Artikel 2. Vaststelling ondersteuningsbedrag per leerling per 1 januari 2015

Het ondersteuningsbedrag, bedoeld in artikel 8, derde lid, van het Formatiebesluit WVO, dat beschikbaar wordt gesteld voor extra ondersteuning van geïndiceerde leerlingen in het praktijkonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs, bedraagt voor het kalenderjaar 2015 per leerling:

  • a. € 3.914,32 voor schoolsoortgroep 1;

  • b. € 4.222,50 voor schoolsoortgroep 3; en

  • c. € 4.018,48 voor schoolsoortgroep 4.

§ 3. Slotbepalingen

Artikel 5. Intrekking regeling

De Regeling vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast voortgezet onderwijs, kalenderjaar 2013 en 2014 vervalt met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 7. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling bedragen landelijke gemiddelde personeelslast voortgezet onderwijs, kalenderjaar 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

TOELICHTING

Algemeen

In de voorliggende regeling worden de gemiddelde personeelslast (gpl)-bedragen per 1 januari 2015 opnieuw vastgesteld. Per saldo wordt de personele bekostiging voor 2015 met € 87,7 mln. verhoogd. Dat heeft te maken met diverse maatregelen die per 1 januari 2015 ingaan en hieronder nader zijn toegelicht.

Afhankelijk van besluitvorming van het kabinet in 2015 over de definitieve kabinetsbijdrage voor de premieontwikkeling van de sociale werkgeverslasten kunnen deze bedragen na 1 januari 2015 ook nog wijzigen. In het voorjaar van 2015 wordt hierover meer duidelijkheid verstrekt.

De desbetreffende maatregelen zijn hieronder nader toegelicht.

Maatregelen per 1 januari 2015

Voor alle personeelscategorieën zijn de volgende maatregelen van invloed op de gpl per 1 januari 2015:

  • Extra middelen voor het primaire onderwijsproces. Dit is een uitvloeisel van het Regeerakkoord 2012 waarbij middelen uit het Gemeentefonds beschikbaar worden gesteld voor het onderwijs: € 106,3 mln.

  • Correctie van de doorwerking van de eenmalige verstrekking van extra middelen in het kader van NOA voor arbeidsvoorwaarden: – € 12,1 mln. De verhoging van de gpl-bedragen in 2014 wordt per 1 januari 2015 weer ongedaan gemaakt. Dit is noodzakelijk om te voorkomen dat deze eenmalige verhoging structureel doorwerkt.

  • Oploop taakstellingen, bestaande uit de taakstelling gekoppeld aan het creëren van extra vrije ruimte voor scholen in het curriculum bovenbouw havo/vwo: – € 29,8 mln. en de taakstelling in het kader van het Lenteakkoord: – € 5,8 mln.

Specifiek voor de personeelscategorie leraren is daarnaast de volgende maatregel van invloed op de gpl per 1 januari 2015:

  • In het kader van het Convenant Leerkracht van Nederland sectoren primair – en voortgezet onderwijs is ook voor 2015 een aantal maatregelen afgesproken. Het gaat daarbij onder andere om de extra middelen voor landelijke functiemix die in het kalenderjaar 2015 via de reguliere bekostiging worden verstrekt. Met ingang van 1 januari 2015 worden de gpl-bedragen voor de personeelscategorie leraren dan ook verhoogd. Deze extra middelen (€ 8,9 mln.) kunnen worden aangewend voor de financiering van de afspraken die ten aanzien van de landelijke functiemix in het hiervoor vermelde convenant zijn gemaakt. Deze middelen komen bovenop de middelen die al in de jaren 2009 tot en met 2014 in de gpl-bedragen voor de personeelscategorie leraren zijn verwerkt. Naast deze middelen is via aan afzonderlijke regeling in de jaren 2009 tot en met 2014 aanvullende bekostiging beschikbaar gesteld ter versterking van de functiemix in de Randstadregio’s. Ook voor het kalenderjaar 2015 wordt hiervoor een aparte regeling gepubliceerd.

Voor de personeelscategorie onderwijsondersteunend personeel is ook nog de volgende maatregel van invloed op de gpl per 1 januari 2015:

  • Extra middelen voor de inzet van klassenassistenten: € 20,2 mln., zoals opgenomen in het sectorakkoord vo.

Uitbetaling

Met het overzicht financiële beschikkingen van december 2014 wordt de personele bekostiging voor het kalenderjaar 2015 vastgesteld. Dat geschiedt op basis van de in deze regeling voor 2015 vastgestelde bedragen. Rekening houdend met de in de algemene toelichting van deze regeling opgenomen kanttekening ten aanzien van de besluitvorming over de kabinetsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling in 2015, kunnen deze nieuwe bedragen in het kalenderjaar 2015 nog wijzigen.

In onderstaande tabel zijn de verschillende gpl-bedragen opgenomen:

Soort bedrag

Bedrag per 1 januari 2015 (oud)

Bedrag per 1 januari 2015 (nieuw)

Schoolsoortgroep 1

Directie:

OP gpl (en aanvullende bekostiging):

Ondersteuningsbedrag lwoo/pro:

€ 79.990,90

€ 73.186,32

€ 3.867,14

€ 80.815,05

€ 74.077,29

€ 3.914,32

Schoolsoortgroep 2

Directie:

OP gpl (en aanvullende bekostiging):

Ondersteuningsbedrag lwoo/pro:

€ 95.469,78

€ 83.003,25

€ 0,00

€ 96.453,41

€ 84.013,73

€ 0,00

Schoolsoortgroep 3

Directie:

OP gpl (en aanvullende bekostiging):

Ondersteuningsbedrag lwoo/pro:

€ 94.450,73

€ 78.948,24

€ 4.171,61

€ 95.423,86

€ 79.909,36

€ 4.222,50

Schoolsoortgroep 4

Directie:

OP gpl (en aanvullende bekostiging):

Ondersteuningsbedrag lwoo/pro:

€ 91.746,20

€ 75.133,66

€ 3.970,05

€ 92.691,46

€ 76.048,34

€ 4.018,48

OOP alle groepen:

€ 41.942,90

€ 44.566,97

OP= Onderwijzend Personeel

OOP=Onderwijs Ondersteunend Personeel

Administratieve lasten

Bij deze regeling wordt de gemiddelde personeelslast, die per schoolsoort kan verschillen en van belang is voor het berekenen van de personele bekostiging, van scholen voor voortgezet onderwijs aangepast en vastgesteld. Deze regeling veroorzaakt geen administratieve lasten voor de scholen omdat de informatieverplichtingen niet wijzigen. De bekostiging wordt ambtshalve verstrekt.

Vaste Verandermomenten

Deze regeling voorziet in het vaststellen van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2015. Eerdere publicatie was echter niet mogelijk omdat de definitieve bijstellingen pas in de loop van het kalenderjaar bekend zijn geworden. In verband hiermee treedt deze regeling zo spoedig mogelijk na publicatie in werking. Dit is een voorziene afwijking van de procedure rond de vaste verandermomenten. Reden hiervoor is, zoals eerder genoemd, dat het onderwijsveld is gebaat bij een snelle inwerkingtreding.

Artikelsgewijs

Artikelen 2 en 3

Per 1 januari 2015 stijgen de bedragen (1,03%) voor directie ten opzichte van de gpl-bedragen van 2014 als gevolg van de gesaldeerde extra middelen. Voor het onderwijzend personeel is er sprake van een stijging met 1,22% omdat voor deze personeelscategorie, naast de gesaldeerde middelen, extra middelen zijn toegevoegd voor de functiemix. Hetzelfde geldt voor de aanvullende personele bekostiging van de lerarenformatie en de ondersteuningsbekostiging van het lwoo en pro. De gemiddelde personeelslast voor het onderwijsondersteunend personeel stijgt tot slot met 6,26% als gevolg van de toevoeging van de extra middelen voor klassenassistenten.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven