De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;
Gelet op artikel 2.2.3, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s
wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘de Minister van Economische Zaken vervangen door: de Staatssecretaris
van Economische Zaken.
2. Onderdeel k komt als volgt te luiden:
k. voltijddeelnemer: deelnemer die een beroepsopleiding volgt, bedoeld in artikel
7.2.7, derde lid, van de WEB, zoals deze luidde op 31 juli 2014;
3. Onderdeel l komt als volgt te luiden:
-
l. deeltijddeelnemer: deelnemer die een beroepsopleiding volgt, bedoeld in artikel 7.2.7,
vijfde lid, van de WEB, zoals deze luidde op 31 juli 2014;
4. In onderdeel n vervalt de zinsnede ‘een regionaal opleidingencentrum in een samenwerkingsverband
als bedoeld in artikel 1.3.2 van de WEB,’.
B
In artikel 2, eerste lid, wordt ‘in 2009, 2010, 2011, 2012, 2013 en 2014’ vervangen
door: 2009 tot en met 2015.’
C
Na artikel 4 wordt een nieuw artikel ingevoegd:
Artikel 4a. Bedragen 2015
-
1. Voor de instellingen die voldoen aan het vereiste in artikel 3 is in het kalenderjaar
2015 een totaalbedrag van € 43.320.000,– voor aanvullende bekostiging beschikbaar.
-
2. In afwijking van het eerste lid, is voor de vbo-groen afdelingen in AOC’s in het
kalenderjaar 2015 een bedrag van € 2.000.000,– voor aanvullende bekostiging beschikbaar.
D
In artikel 10, tweede lid wordt ‘1 januari 2015’ vervangen door: 1 januari 2016.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Bussemaker
TOELICHTING
Algemeen
Op grond van de Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs
in de Randstadregio’s is vanaf 2009 tot en met 2014 aanvullende bekostiging verstrekt
aan bevoegde gezagen van mbo-instellingen voor twee aspecten:
ter versterking van de salarismix binnen de Randstadregio’s door het aandeel docenten
in voltijdequivalenten in bezoldigingsschaal LC en/of LD en/of LE te verhogen; en
ter verlichting van de werkdruk in de Randstadregio’s door extra functies voor instructeurs
en/of docenten te realiseren.
Met deze wijzigingsregeling wordt geregeld dat mbo-instellingen in 2015 ook de middelen
ontvangen onder dezelfde condities als voor 2014. De aanvullende bekostiging wordt
in 2015 ambtshalve verstrekt aan de mbo-instellingen. Over 2015 wordt een voorlopig
bedrag beschikbaar gesteld. Aan de hand van gerealiseerde resultaten zal het bedrag
definitief worden bepaald.
Uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets
Deze wijzigingsregeling is voor een uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets voorgelegd
aan Dienst Uitvoering Onderwijs en aan de Inspectie van het Onderwijs. De regeling
is door hen uitvoerbaar en handhaafbaar verklaard.
Administratieve Lasten
Er is met de wijzigingen in de regeling geen sprake van verhoging van de administratie
lasten.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A
In onderdeel A worden de definities in artikel 1 aangepast aan de vigerende wetgeving
van de Wet educatie en beroepsonderwijs. De Staatssecretaris van Economische Zaken
gaat over het onderwijs op het gebied van de landbouw en de natuurlijke omgeving.
Daarnaast is artikel 1, onderdeel n, aangepast aan de WEB. Een instelling op grond
van de WEB is een regionaal opleidingencentrum, een vakinstelling of een agrarisch
opleidingencentrum.
Onderdeel B
In artikel 2, eerste lid is toegevoegd dat ook in 2015 de minister aanvullende bekostiging
verstrekt aan bevoegde gezagen voor de twee aspecten genoemd in dit artikel.
Onderdeel C
Na artikel 4 is artikel 4a opgenomen met de bedragen voor 2015. Het totaal beschikbare
budget in 2015 bedraagt € 43.320.000,–. Het bedrag voor de vbo-groen afdelingen in
AOC’s is niet gewijzigd en bedraagt voor 2015 € 2.000.000,–.
Onderdeel D
In onderdeel D is artikel 10 gewijzigd. De vervaldatum van de regeling is met één
jaar verlengd naar 1 januari 2016.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Bussemaker