Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 18 november 2014, nr. WJZ / 14189096, houdende specifieke maatregelen in het beschermings- en het toezichtsgebied, alsmede maatregelen in de rest van Nederland in verband met de bestrijding van hoogpathogene aviaire influenza (Regeling maatregelen bestrijding vogelgriep 2014)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 9 van Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandkoming van de interne markt (PbEG 1989, L395); artikel 10, eerste lid, van Richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG 1990, L 224); artikelen 1, tweede lid, 10, tweede lid, en 32, eerste lid, van Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (PbEU 2006, L 10), en de artikelen 17, 18, 30, eerste en derde lid, 31 en 32 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen en toepassing

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

bedrijf:

landbouwbedrijf of ander bedrijf, met inbegrip van een circus of dierenwinkel, waar vee of gevogelte in gevangenschap wordt gehouden, met uitzondering van slachthuizen, vervoermiddelen, quarantainestations, grensinspectieposten, of laboratoria die met officiële toestemming aviaire influenzavirussen bewaren;

beschermingsgebied:

gebied met een straal van ten minste 3 km rondom een besmet bedrijf;

commercieel gehouden gevogelte:

gevogelte bestemd voor de productie van vlees, eieren of andere producten, voor het uitzetten in het wild, of het fokken van gevogelte voor deze doeleinden, met de bedoeling geld te verdienen;

gevogelte:

pluimvee, alsmede andere vogels in gevangenschap gehouden of gefokt;

goedgekeurd hygiëneprotocol:

set praktische hygiëneregels ter bevordering van de bioveiligheid in een specifieke situatie, zoveel mogelijk in overeenstemming met de beginselen en procedures voor reiniging en ontsmetting, bedoeld in bijlage VI bij richtlijn 2005/94/EG, en goedgekeurd door de minister van Economische Zaken;

mest:

uitwerpselen en urine van dieren, met uitzondering van gekweekte vissen, met of zonder strooisel;

Richtlijn 2005/94/EG:

Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (PbEU 2006, L 10);

vervoermiddel:

voertuig, waaronder mede begrepen een combinatie van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers;

vogelverblijfplaats:

kooi, volière, terrein, of gebouw met uitzondering van de menselijke woonruimte, waar gevogelte aanwezig is of pleegt te worden gehouden, en aanverwante ruimtes waar materiaal ten behoeve van het gevogelte is opgeslagen of pleegt te worden opgeslagen;

toezichtsgebied:

gebied rondom het beschermingsgebied, met een straal van ten minste 10 km rondom het besmette bedrijf.

Artikel 2 Aanwijzing gebieden

  • 1. De minister wijst voor de toepassing van deze regeling aan als:

    • a. beschermingsgebied: gebied als bedoeld in bijlage 1;

    • b. toezichtsgebied: gebied als bedoeld in bijlage 2;

    • c. vrij gebied: Nederland met uitzondering van de gebieden, bedoeld in de onderdelen a en b.

  • 2. In het beschermingsgebied en het toezichtsgebied gelden de voorschriften, genoemd in paragraaf 2.

  • 3. In een vrij gebied gelden de voorschriften, genoemd in paragraaf 3.

§ 2. Voorschriften beschermingsgebied en toezichtsgebied

Artikel 3 Vervoer, aanvoer en afvoer gevogelte en eieren

  • 1. Het vervoer van gevogelte, karkassen van gevogelte of eieren over de openbare weg, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van gevogelte of eieren toegestaan indien het vervoer over de autosnelweg of per spoor betreft zonder dat daarbij in het gebied wordt gestopt.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van gevogelte ten behoeve van de slacht toegestaan, indien:

    • a. de dieren rechtstreeks naar een door de minister aangewezen slachthuis wordt vervoerd,

    • b. het vervoer geschiedt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol, en

    • c. voldaan wordt aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van Richtlijn 2005/94/EG.

  • 4. In afwijking van het eerste lid, is het vervoer van legrijp pluimvee toegestaan, indien:

    • a. de dieren rechtstreeks worden vervoerd naar een bedrijf,

    • b. het vervoer geschiedt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol, en

    • c. voldaan wordt aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 25 van Richtlijn 2005/94/EG.

  • 5. In afwijking van het eerste lid, is het vervoer van karkassen van gevogelte toegestaan, indien dit vervoer plaatsvindt overeenkomstig artikel 27 van Richtlijn 2005/94.

  • 6. In afwijking van het eerste lid, is het vervoer van eieren toegestaan, indien:

    • a. de eieren rechtstreeks worden vervoerd naar een inrichting als bedoeld in artikel 26, tweede lid, van Richtlijn 2005/94/EG, en

    • b. het vervoer geschiedt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

  • 7. In afwijking van het eerste lid, is het vervoer van eieren voorts toegestaan, indien het betreft het vervoer van consumptie-eieren van een inrichting als bedoeld in het vijfde lid al dan niet via distributiecentra naar verkooppunten en vanaf verkooppunten.

  • 8. Het aanvoeren van gevogelte op een bedrijf en het afvoeren van gevogelte van een bedrijf is verboden.

  • 9. In afwijking van het achtste lid is de aanvoer en afvoer van gevogelte toegestaan, indien het vervoer van gevogelte op grond van het tweede tot en met vierde lid is toegestaan.

Artikel 4 Vervoer vlees van gevogelte

  • 1. Het vervoer van vlees van gevogelte, afkomstig van een slachthuis, uitsnijderij of koel- en vrieshuis, in het gebied, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van vlees van gevogelte toegestaan, indien:

    • a. het vlees afkomstig is van gevogelte van buiten het gebied en bij opslag en vervoer gescheiden is gehouden van vlees van gevogelte van binnen het gebied, of;

    • b. het vlees ten minste 21 dagen voor 16 november 2014 in het gebied is geproduceerd en sinds die datum niet is vervoerd en opgeslagen met vlees dat na die datum is geproduceerd.

Artikel 5 Vervoer, aanvoer en afvoer andere dieren

  • 1. Het is verboden vee, konijnen en pelsdieren, afkomstig van een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte, over de openbare weg, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, te vervoeren naar een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte binnen het gebied.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van paardachtigen naar een gespecialiseerde dierenkliniek toegestaan, indien:

    • a. het dier zich in een levensbedreigende situatie bevindt,

    • b. een verklaring van een dierenarts aanwezig is dat er sprake is van een situatie als bedoeld onder a, alsmede dat de kliniek instemt met de behandeling, en

    • c. voorafgaand aan het vervoer de geplande route aan de minister is gemeld.

  • 3. Het aanvoeren van gedomesticeerde zoogdieren op een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte en het afvoeren van gedomesticeerde zoogdieren van een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte is verboden.

  • 4. In afwijking van het derde lid, is de aanvoer en afvoer van gedomesticeerde zoogdieren toegestaan, indien:

    • a. voor zover van toepassing, het vervoer van deze dieren op grond van het eerste en tweede lid is toegestaan, en

    • b. indien het gezelschapsdieren betreft, de dieren alleen toegang hebben tot voor mensen bestemde leefruimten, waar zij:

      • i. niet in contact komen met gevogelte;

      • ii. geen toegang hebben tot plaatsen waar gevogelte wordt gehouden.

Artikel 6 Vervoer, afvoer en verspreiden mest

  • 1. Het is verboden mest, afkomstig van een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte te vervoeren naar een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte binnen het gebied.

  • 2. De afvoer en het verspreiden van mest, afkomstig van een bedrijf waar commercieel gevogelte wordt gehouden, is verboden.

Artikel 7 Vervoer rauwe melk

  • 1. Het is verboden rauwe melk, afkomstig van bedrijven met commercieel gehouden gevogelte te vervoeren.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoeren van rauwe melk toegestaan, voor zover dit vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

Artikel 8 Verplaatsen voertuigen en materieel

  • 1. Het is verboden voertuigen en materieel, gebruikt of kennelijk bestemd voor het vervoer van dieren of producten als bedoeld in de artikelen 3, eerste lid, 4, eerste lid, 5, eerste lid, 6, eerste lid, 7, eerste lid, of diervoeder voor gevogelte of andere dieren die worden gehouden op een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte, te verplaatsen.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het verplaatsen van voertuigen en materieel toegestaan, voor zover de vervoermiddelen voorafgaand aan iedere verplaatsing zijn gereinigd en ontsmet overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

Artikel 9 Bezoeken vogelverblijfplaatsen

  • 1. Het is bezoekers verboden vogelverblijfplaatsen, alsmede niet deugdelijk fysiek van die verblijfplaatsen afgescheiden woonruimte of andere bedrijfsgedeelten te betreden. De eerste volzin betreft eveneens de vervoermiddelen en het materieel van een bezoeker.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde bezoekverbod is niet van toepassing op de volgende personen:

    • a. artsen, ambulancemedewerkers, brandweerlieden, psychosociale hulpverleners en soortgelijke noodhulpverleners, politiemedewerkers en toezichthouders, in de uitoefening van hun functie, en hun vervoermiddelen en materieel,

    • b. monteurs, loonwerkers, dierenartsen en bedrijfsverzorgers, indien er een acuut gevaar voor de gezondheid van vee of gevogelte aanwezig is en de werkzaamheden van deze personen noodzakelijk zijn om deze situatie op te heffen, en hun vervoermiddelen en materieel, en

    • c. in noodsituaties: brandstofleveranciers of stikstof (N2) leveranciers,

    en hun vervoermiddelen en materieel,

    mits zij reinigings- en ontsmettingsmaatregelen hebben genomen in overeenstemming met een goedgekeurd hygiëneprotocol en zij hun bezoek registreren. In een acute noodsituatie geldt geen registratieplicht voor de in onderdeel a genoemde personen.

  • 3. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op personeel, mits het:

    • a. reinigings- en ontsmettingsmaatregelen heeft genomen in overeenstemming met een goedgekeurd hygiëneprotocol, en

    • b. de voorafgaande 72 uren geen ander bedrijf heeft bezocht.

Artikel 10 Toelaten bezoekers en registratieplicht

  • 1. Het is de houder van gevogelte verboden om bezoekers toe te laten tot zijn vogelverblijfplaatsen alsmede tot niet deugdelijk fysiek van die verblijfplaatsen afgescheiden woonruimte of andere bedrijfsgedeelten, met uitzondering van de bezoekers, bedoeld in artikel 9, tweede en derde lid, in de daar bedoelde situaties.

  • 2. Het bedrijf met commercieel gehouden gevogelte houdt een register bij van alle bezoeken aan vogelverblijfplaatsen, niet deugdelijk fysiek van de vogelverblijfplaatsen afgescheiden woonruimte of andere bedrijfsgedeelten, waarin ten minste zijn opgenomen:

    • a. naam, adres en woonplaats van de bezoeker,

    • b. voor zover het bezoek plaatsvindt met een vervoermiddel: aard en kenteken van het vervoermiddel,

    • c. reden van het bezoek, en

    • d. datum en tijdstip van aankomst en vertrek van de bezoeker.

Artikel 11 wedstrijden en tentoonstellingen

  • 1. Alle jaarbeurzen, markten, wedvluchten, culturele evenementen, tentoonstellingen, keuringen of andere tijdelijke verzamelingen zijn verboden, voor zover daar gevogelte op een plaats wordt verzameld.

  • 2. Vrijstellingen op grond van artikel 2.5, tweede en derde lid, van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten zijn opgeschort.

Artikel 12 Jagen en doden van wild

  • 1. In afwijking van artikel 31 Flora- en faunawet is het verboden te jagen.

  • 2. Het is verboden in het wild levende dieren te vangen of te doden. Daartoe zijn alle bestaande aanwijzingen, toestemmingen, vrijstellingen en ontheffingen op grond van de artikelen 65, 67, 68, 72 en 75 van de Flora- en Faunawet opgeschort.

Artikel 13 Afschermen en ophokken gevogelte

  • 1. Iedere houder van commercieel gehouden gevogelte brengt ten minste afscheidingen aan tussen het gevogelte en de op het bedrijf aanwezige zoogdieren.

  • 2. Iedere houder van commercieel gehouden gevogelte neemt passende maatregelen om zo veel mogelijk te voorkomen dat het door hem gehouden gevogelte in contact komt met gevogelte van andere houders of met in het wild levende dieren, zoals in het wild levende vogels of hun uitwerpselen.

  • 3. Voor een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte is een passende maatregel als bedoeld in het tweede lid ten minste het binnen een gebouw brengen en daar houden van het gevogelte.

  • 4. Het derde lid is niet van toepassing op gevogelte, behorende tot de eendvogels (Anseriformes), de familie van struisvogels (Struthionidae), van emoes (Dromaiidae) en van nandoes (Rheidae).

§ 3. Maatregelen vrij gebied

Artikel 14 Afschermen en ophokken gevogelte

Artikel 13 is van toepassing.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 15 Intrekken regelingen

De Tijdelijke regeling standstill hoogpathogene aviaire influenza 2014 en de Regeling instelling beschermings- en toezichtsgebied hoogpathogene aviaire influenza 2014 worden ingetrokken.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling maatregelen bestrijding vogelgriep 2014.

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling wordt bekendgemaakt op www.rijksoverheid.nl, en treedt onmiddellijk na haar bekendmaking op het internet in werking.

  • 2. Deze regeling werkt terug tot 18 november 2014 18.00 uur.

's-Gravenhage, 18 november 2014

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze, J.P. Hoogeveen de directeur-generaal van Agro

BIJLAGE 1 BESCHERMINGSGEBIED

  • 1. Vanaf de kruising van de N228 en de Goverwellesingel, de Goverwellesingel volgend in noordelijke richting overgaand in de Goverwelletunnel tot aan de Achterwillenseweg.

  • 2. De Achterwillenseweg volgend in oostelijke richting tot aan de Vlietdijk.

  • 3. De Vlietdijk volgend in noordelijke richting overgaand in de Platteweg tot aan de Korssendijk.

  • 4. De Korssendijk volgend in noordelijke richting overgaand in de Ree in oostelijke richting tot aan de Nieuwenbroeksedijk.

  • 5. De Nieuwenbroeksedijk volgend in oostelijke richting tot aan de Kippenkade.

  • 6. De Kippenkade volgend in noordelijke richting tot aan de Wierickepad.

  • 7. De Wierickepad volgend in noordelijke richting overgaand in oostelijke richting overgaand in de Kerkweg overgaand in de Groendijck tot aan de Westeinde.

  • 8. De Westeinde volgend in noordelijke richting overgaand in de Oosteinde tot aan de Tuurluur.

  • 9. De Tuurluur volgend in zuidelijke richting overgaand in de Papekoperdijk.

  • 10. De Papekopperdijk volgend in zuidelijke richting overgaand in de Johan J Vierbergenweg overgaand in de Zwier Regelinkstraat tot aan de N228.

  • 11. De N228 volgend in zuidelijke richting tot aan de Damweg.

  • 12. De Damweg volgend in zuidelijke richting tot aan de Zuidzijdseweg.

  • 13. De Zuidzijdseweg volgend in westelijke richting overgaand in de Slangenweg tot aan de West-Vlisterdijk.

  • 14. De West-Vlisterdijk volgend in noordelijke richting overgaand in westelijke richting overgaand in de Bredeweg volgend in noordelijke richting overgaand in Grote Haven tot aan de N228.

  • 15. De N228 volgend in westelijke richting.

BIJLAGE 2 TOEZICHTSGEBIED

  • 1. Vanaf de kruising van de N207 en de N11, de N11 volgend in oostzuidelijke richting tot aan de N458.

  • 2. De N458 volgend in oostelijke richting tot aan de Buitenkerk.

  • 3. De Buitenkerk volgend in noordelijke richting tot aan de Kerkweg.

  • 4. De Kerkweg volgend in oostelijke richting overgaand in de Meije.

  • 5. De Meije volgend in noordoostelijke richting tot aan de Middenweg.

  • 6. De Middenweg volgend in zuidelijke richting overgaand in de Hoofdweg overgaand in de Zegveldse Uitweg tot aan de N458.

  • 7. De N458 volgend in oostelijke richting overgaand in de Rembrandtlaan tot aan de Westdam.

  • 8. De Westdam volgend in zuidelijke richting overgaand in de Rijnstraat overgaand in de Oostdam tot aan de Oudelandseweg.

  • 9. De Oudelandseweg volgend in noordelijke richting tot aan de Geestdorp.

  • 10. De Geestdorp volgend in oostelijke richting tot aan de N198.

  • 11. De N198 volgend in oostelijke richting overgaand in zuidelijke richting overgaand in oostelijke richting overgaand in zuidelijke richjting tot aan de Strijkviertel.

  • 12. De Strijkviertel volgend in zuidelijke richting tot aan de A12.

  • 13. De A12 volgend in oostelijke richting tot aan de A2.

  • 14. De A2 volgend in zuidelijke richting tot aan de N210.

  • 15. De N210 volgend in zuidelijke richting overgaand in westelijke richting overgaand in zuidelijke richting tot aan de S.L. van Alterenstraat.

  • 16. S.L. van Alterenstraat volgend in zuidelijke richting tot aan de rivier de Lek.

  • 17. De rivier de Lek volgend in westelijke richting tot aan de Bonevlietweg.

  • 18. De Bonevlietweg volgend in zuidelijke richting tot aan de Melkweg.

  • 19. De Melkweg volgend in zuidelijke richting overgaand in de Peppelweg tot aan de Essenweg.

  • 20. De Essenweg volgend in noordelijke richting overgaand in de Graafland tot aan de Irenestraat.

  • 21. Irenestraat volgend in westelijke richting tot aan de Beatrixstraat.

  • 22. De Beatrixstraat volgend in noordelijke richting tot aan de Voorstraat.

  • 23. De Voorstraat volgend in westelijke richting overgaand in Sluis, overgaand in de Opperstok overgaand, in de Bergstoep tot aan de veerpont Bergambacht-Groot Ammers.

  • 24. De Veerpont volgend in noordelijke richting tot aan de Veerweg.

  • 25. De Veerweg volgend in noordelijke richting tot aan de N210.

  • 26. De N210 volgend in westelijke richting tot aan de Zuidbroekse Opweg.

  • 27. De Zuidbroekse Opweg volgend in noordelijke richting tot aan de Oosteinde.

  • 28. De Oosteinde volgend in westelijke richting tot aan de Kerkweg.

  • 29. De Kerkweg volgend in westelijke richting tot aan de Graafkade.

  • 30. De Graafkade volgend in oosteliijke richting tot aan de Wellepoort.

  • 31. De Wellepoort volgend in noordwestelijke richting overgaand in de Schaapjeshaven tot aan de Kattendijk.

  • 32. De Kattendijk volgend in oostelijke richting tot aan de veerpont over de Hollandsche IJssel.

  • 33. De veerpont volgend in noordelijke richting tot aan de Veerpad.

  • 34. Het Veerpad volgend in noordelijke richting overgaand in de Kerklaan overgaand in de Middelweg tot aan de N456.

  • 35. De N456 volgend in noordelijke richting tot aan de N207.

  • 36. De N207 volgend in noordelijke richting tot aan de N11.

TOELICHTING

Op 16 november 2014 is een uitbraak van hoog hoogpathogene aviaire influenza in Hekendorp, gemeente Oudewater, bevestigd.

Uit artikel 16 van Richtlijn nr. 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40 (PbEG 2005, L 10) (hierna: richtlijn 2005/94/EG) vloeit de verplichting voort om onmiddellijk na of bij een vermoeden van een uitbraak van HPAI een beschermings- en toezichtsgebied in te stellen. De Regeling instelling beschermings- en toezichtsgebied hoogpathoge aviaire influenza 2014 voorzag in de instelling van deze gebieden.

Tegelijkertijd is de is de Tijdelijke regeling standstill hoogpathogene aviaire influenza 2014 vastgesteld. Op grond van deze regeling geldt een standstill voor heel Nederland. Deze standstill houdt in dat gedurende een periode een totaal vervoersverbod geldt voor alle risicovolle dieren en risicovolle producten.

Het wordt thans verantwoord geacht de standstill op te heffen. Onderhavige regeling voorziet hierin en voorziet tegelijkertijd in intrekking van de twee eerder vastgestelde regelingen. In het beschermingsgebied, een gebied met een straal van ten minste 3 kilometer rond het besmette bedrijf, en het toezichtsgebied, een gebied met een straal van ten minste 10 kilometer rond het besmette bedrijf, blijven evenwel beschermende maatregelen van toepassing. Deze maatregelen zijn opgenomen in paragraaf 2 van de regeling. De omschrijving van het beschermings- en toezichtsgebied zijn overigens opgenomen in de bijlagen 1 en 2 bij deze regeling en komen overeen met de gebieden die in de eerder genoemde Regeling instelling beschermings- en toezichtsgebied hoogpathoge aviaire influenza 2014 waren opgenomen. Daarnaast blijft voor houders van commercieel gehouden pluimvee in heel Nederland de verplichting tot het ophokken en afschermen van gevogelte van toepassing.

Richtlijn 2005/94/EG staat lidstaten, ambtshalve of op verzoek van een belanghebbende, toe in bepaalde situaties af te wijken van bepaalde verboden. Op grond van artikel 107 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (hierna: GWWD) kan de minister ontheffing verlenen van hetgeen bij of krachtens die wet is geregeld. Een dergelijke ontheffingsaanvraag zal worden beoordeeld in het licht van de juridische mogelijkheden (staat de EU-richtlijn het toe) alsmede in het licht van de veterinaire omstandigheden en het risico op verspreiding van de smetstof.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze, J.P. Hoogeveen de directeur-generaal van Agro

Naar boven