Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Defensie | Staatscourant 2014, 32498 | Interne regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Defensie | Staatscourant 2014, 32498 | Interne regelingen |
De Minister van Defensie,
Gelet op de artikelen 8a, vijfde lid en 11a, vijfde lid, van het Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen; artikel 11a, vierde lid van het Besluit bijzondere militaire pensioenen, en artikel 65a, zesde lid van het Burgerlijk ambtenarenreglement Defensie;
Besluit:
– de beroepsmilitair, bedoeld in artikel 8a van het Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen;
– de dienstplichtige of reservist, bedoeld in artikel 11a van het Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen;
– de nabestaanden van de militair, bedoeld in artikel 11a van het Besluit bijzondere militaire pensioenen;
– de ambtenaar of gewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 65a van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie;
– de nabestaanden van de ambtenaar, bedoeld in artikel 65a van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie.
1. De volledige schadevergoeding is een aanvulling op andere pensioenen, uitkeringen, voorzieningen en verstrekkingen die ten aanzien van de schade zijn en worden verstrekt aan de belanghebbende.
2. Aangezien voorzieningen en verstrekkingen op basis van de Voorzieningenregeling militaire oorlogs- en dienstslachtoffers een volledig schade dekkend karakter hebben vindt daarop geen aanvulling plaats.
3. De hoogte van de volledige schadevergoeding wordt, voor zover niet anders bepaald, vastgesteld aan de hand van de Afdelingen 10 en 11 van titel 1, boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.
De Minister en de belanghebbende, indien gewenst bijgestaan door een raadsman, voeren overleg over de vaststelling van de schade, de uitgangspunten van de schadeberekening en de hoogte van de schadevergoeding. Indien in dit overleg overeenstemming wordt bereikt over de hoogte van de schadevergoeding wordt deze door de Minister overeenkomstig vastgesteld en toegekend.
1. Indien het overleg, bedoeld in artikel 3, niet leidt tot overeenstemming over de berekening van het schadebedrag, maar wel over de aan de schadeberekening ten grondslag liggende uitgangspunten, wordt met inachtneming van die uitgangspunten de schade berekend. Deze berekening wordt verricht door een na overleg met de belanghebbende door de Minister aangewezen onafhankelijk rekenbureau. Vervolgens kent de Minister de belanghebbende de aldus vastgestelde schadevergoeding toe.
2. Indien belanghebbende en de Minister geen overeenstemming bereiken over de vaststelling van de schade en de aan de schadeberekening ten grondslag liggende uitgangspunten, wordt – tenzij belanghebbende te kennen geeft de aanvraagprocedure niet verder te willen vervolgen – advies gevraagd over de uitgangspunten aan een door de Minister ingestelde commissie. Deze commissie bestaat uit een onafhankelijk voorzitter, niet werkzaam voor het Ministerie van Defensie en twee leden waarvan één lid wordt benoemd op voordracht van de centrales van overheidspersoneel. De commissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris.
3. Tenzij de Minister zwaarwegende redenen ziet om van het advies, bedoeld in het tweede lid, af te wijken, kent hij de volledige schadevergoeding toe overeenkomstig het advies over de uitgangspunten van de schadeberekening. De volledige schadevergoeding wordt eenmalig vastgesteld en uitbetaald.
1. De kosten van een raadsman voor het vaststellen van de omvang van de schadevergoeding komen voor vergoeding in aanmerking voor zover zij betrekking hebben op de indiening en onderbouwing van het verzoek om volledige schadevergoeding, alsmede op de beoordeling, voorafgaand aan het primaire besluit, van de door de Minister voorgestelde vergoeding.
2. De kosten van een raadsman worden vergoed tot het maximum uurtarief zoals is vastgesteld in de Regeling tegemoetkoming kosten rechtskundige hulp met een maximum van € 7.500,–.
3. De kosten, verbonden aan het doen verrichten van noodzakelijke medische en arbeidskundige onderzoeken en het inschakelen van deskundigen of getuigen, worden op verzoek vergoed tot een maximum van € 5.000,– per onderzoek.
4. Overige kosten komen niet in aanmerking voor een tegemoetkoming.
De Minister kan van in deze regeling bedoelde maximumbedragen of hoogte van vastgestelde schade afwijken indien toepassing hiervan naar zijn oordeel zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
De Uitvoeringsregeling volledige schadevergoeding (UVS) beschrijft hoe nadere invulling wordt gegeven aan de rechtspositionele aanspraak op volledige schadevergoeding die gewezen militairen, burgerambtenaren werkzaam bij het ministerie van Defensie, nabestaanden van militairen en burgerambtenaren onder bepaalde voorwaarden hebben. Deze personen hoeven niet langer een juridische procedure met onzekere uitkomst in te stellen om hun schade vergoed te krijgen. Het doel is om het proces van toekennen van schadevergoeding te vereenvoudigen en te versnellen. Hierbij zal Defensie zich actief en transparant opstellen om te bewerkstelligen dat aan de belanghebbende recht wordt gedaan.
De volledige schadevergoedingsregeling is een aanvulling op o.a., de voorzieningen van de AWBZ en WMO, een uitkering op grond van de Wet WIA en ook op de reeds bestaande rechtspositionele voorzieningen, waaronder het militaire invaliditeitspensioen. Er dient daarom eerst een beroep te worden gedaan op deze, voorliggende, voorzieningen en verstrekkingen voordat men in aanmerking komt voor een volledige schadevergoeding. De volledige schadevergoeding wordt begroot aan de hand van de in Afdelingen 10 en 11 van titel 1, boek 6 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde normen.
Het uitgangspunt van deze regeling is, dat het ministerie en de belanghebbende, die zich kan laten bijstaan door een raadsman, in goed overleg komen tot vaststelling van het bedrag van de volledige schadevergoeding. Wordt hierover overeenstemming bereikt, dan wordt het bedrag van de schadevergoeding door de Minister bij besluit toegekend op basis van een vaststellingsovereenkomst.
Schadeposten die niet reeds op grond van een rechtspositionele voorziening voor vergoeding in aanmerking komen, worden met in achtneming van de richtlijnen van de Letselschade Raad berekend door een onafhankelijk rekenbureau op basis van tussen belanghebbende en de Minister overeen te komen uitgangspunten. De Minister kent vervolgens bij besluit de schadevergoeding toe na totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.
Wordt ook over de uitgangspunten geen overeenstemming bereikt, dan wordt daarover geadviseerd door een paritair samengestelde commissie met een onafhankelijke voorzitter, tenzij de belanghebbende besluit om de aanvraagprocedure niet voort te zetten, bijvoorbeeld omdat hij een andere rechtsgang wil volgen. De Minister kent de schadevergoeding toe overeenkomstig het advies, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om van het advies af te wijken. In dat geval zal dit grondig worden gemotiveerd. Omdat de schadevergoeding in een keer wordt uitbetaald, wordt deze gekapitaliseerd. Dit is het berekenen van het bedrag dat nu moet worden gereserveerd om, rekening houdend met rente, inflatie en sterftekans van betrokkene, het verlies aan verdienvermogen en andere schadeposten te compenseren.
Bij de berekening van de hoogte van de schadevergoeding wordt rekening gehouden met reeds toegekende vergoedingen en met voorzieningen op basis van andere regelingen, door deze in mindering te brengen op de vergoeding.
Aangezien de BIV reeds het karakter van een smartengeld heeft en deze uitvoeringsregeling zuiver ziet op het bepalen van de materiële schade, zal onder deze regeling geen nadere bepaling van smartengeld plaatsvinden.
Er wordt geen wettelijke rente uitgekeerd, omdat er geen sprake is van een eerder vaststaande schuld waarover rente zou kunnen worden berekend.
Het uitgangspunt van deze regeling is dat de belanghebbende, indien gewenst bijgestaan door een raadsman, in overleg treden met de Minister over het constateren dat er sprake is van schade en de schadevergoeding. Indien daar zonder meer overeenstemming over kan worden bereikt wordt een vaststellingsovereenkomst ondertekend door beide partijen en wordt vervolgens door de Minister bij besluit de schadevergoeding conform toegekend.
De procedure is gericht op het zo mogelijk in overeenstemming met betrokkene vaststellen dat er sprake is van schade, vaststellen van de hoogte van de schadevergoeding, dit vast te leggen in een vaststellingsovereenkomst en bij besluit van de Minister toe te kennen. Is er overeenstemming over de uitgangspunten, maar niet over de hoogte van het schadebedrag, dan wordt een onafhankelijk rekenbureau ingeschakeld voor de berekening. Is er ook geen overeenstemming over de uitgangspunten, dan wordt een adviescommissie gevraagd een advies uit te brengen over de uitgangspunten van de schadeberekening. De Minister zal in beginsel dit advies volgen bij het vaststellen van het schadebedrag. Mocht de Minister besluiten af te wijken van het advies dan zal dit grondig worden gemotiveerd. Vervolgens wordt de schadevergoeding berekend en toegekend niet overeenkomstig een vaststellingsovereenkomst, maar bij besluit overeenkomstig het advies van de commissie.
Bij het beantwoorden van de vraag of de buitengerechtelijke kosten vergoed worden wordt in letselschadezaken de zogenaamde dubbele redelijkheidstoets gehanteerd. De eerste vraag die gesteld moet worden is of het redelijk is om een ter zake kundige belangenbehartiger in te schakelen en of de hoogte van de kosten redelijk zijn.
Uitgangspunt voor de volledige schadevergoedingsregeling is dat een belanghebbende zich in de regel zal laten bijstaan door een ter zake kundige belangenbehartiger, zoals bijvoorbeeld een letselschadedeskundige of letselschadeadvocaat, die hem advies geeft over de aan hem toe te kennen schadevergoeding.
De vraag of het betrekken van een ter zake kundige derde redelijk is zal doorgaans positief beantwoord worden. Voor de tweede redelijkheidstoets, de redelijkheid van de hoogte van de kosten, wordt in deze regeling op voorhand een generieke beperking aangebracht.
Reden hiervoor is het bijzondere karakter van de regeling. De regeling biedt immers, als rechtspositionele regeling, een laagdrempelige mogelijkheid tot het vorderen van een schadevergoeding. Met het aanbrengen van een generieke maximering van de kosten van rechtsbijstand in het uurtarief en in het totaalbedrag wordt geborgd dat eenieder belang heeft bij een normaal en voorspoedig verloop van de procedure. De vergoeding van de buitengerechtelijke kosten ziet alleen op de kosten die betrekking hebben op het primaire besluit waarmee de volledige schadevergoeding wordt vastgesteld. Voor de te voeren vervolgprocedures, zoals bezwaar of beroep op enige rechter, wordt geen andere vergoeding toegekend dan de eventueel door de rechter opgelegde proceskostenveroordelingen.
In de regel zullen de kosten van medisch of arbeidskundig onderzoek en het berekenen van de schade voor rekening van Defensie komen. Een deskundige zal in overleg benoemd worden en daarmee is de uitkomst van het onderzoek door beide partijen gedragen. De kosten, van andere dan de hiervoor genoemde, noodzakelijke medische of arbeidskundige onderzoeken worden op verzoek vergoed met een maximum van € 5.000,– per onderzoek. Een onderzoek wordt als noodzakelijk gezien indien er een gegronde en reële reden is om een (contra) expertise of een nieuwe berekening uit te laten voeren. Dat men het niet eens is met de uitkomst van een eerder onderzoek of de persoon van de onderzoeker is op zich geen reden om een hernieuwd onderzoek uit te laten voeren.
De maximumbedragen in de regeling en de hoogte van de schadevergoeding zoals deze tot stand komt op basis van de regeling zal in het overgrote deel der gevallen toereikend zijn. In heel bijzondere gevallen, bijvoorbeeld zeer complexe situaties en daardoor langdurige procedures kan op basis van de hardheidsclausule van het maximaal te vergoeden bedrag worden afgeweken. Dit ziet niet op het maximale uurtarief omdat de hoogte van het uurtarief in beginsel niet relevant is voor het verloop van de procedure.
Met een terugwerkende kracht tot 1 juli 2007 wordt aangesloten bij de inwerkingtreding van het Besluit tot wijziging van enige besluiten met betrekking tot arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen voor militairen en burgerlijke ambtenaren.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-32498.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.