Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende ontheffing van het verbod VFR-vluchten uit te voeren buiten de daglichtperiode door Heli Holland ATO

Datum: 6 november 2014

Nummer: ILT-2014/66009

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gezien het verzoek om ontheffing d.d. 25 september 2014 van Heli Holland ATO, contactpersoon: E.H. Roelofs, adres: Flamingoweg 18, 8218 NW Lelystad, tel.: 0320 288553, e-mail: info@heliholland.nl;

Overwegende dat in het kader van de nachtvliegkwalificatie, als onderdeel van CPL(H)-opleidingen en (her)kwalificatie van instructeurs, uitgevoerd door Heli Holland ATO, vluchten dienen te worden uitgevoerd buiten de daglichtperiode;

Gelet op artikel 44, vijfde lid, van het Luchtverkeersreglement, per 4 december 2014 opgevolgd door artikel 18 van het Besluit luchtverkeer 2014;

BESLUIT:

Artikel 1

Deze beschikking is van toepassing op de helikopters van het type Hughes 300C met registraties PH-HBH, PH-RYF en PH-ATT, van het type Schweizer 330 met registraties PH-HHA en PH-HHB en van het type Eurocopter EC-120B met registraties PH-ECD en PH-KGJ of een vergelijkbaar vervangende helikopter in gebruik bij Heli Holland ATO, waarmee de VFR-vluchten worden uitgevoerd vanaf een aangewezen luchthaven waarvandaan het is toegestaan om buiten de daglichtperiode een vlucht uit te voeren, voor het behalen van de nachtvliegkwalificatie als onderdeel van CPL(H)-opleidingen en (her)kwalificatie van instructeurs in dit kader.

Artikel 2

VFR-VLUCHTEN BUITEN DE DAGLICHTPERIODE

Aan de gezagvoerders van de in artikel 1 genoemde helikopters wordt van 1 november 2014 tot en met 31 oktober 2015 ontheffing verleend van het verbod in artikel 44, eerste lid, onder a, van het Luchtverkeersreglement (opgevolgd door artikel 18 van het Besluit luchtverkeer 2014) tot het uitvoeren van VFR-vluchten buiten de daglichtperiode, zoals gepubliceerd in de in artikel 60, onder a, bedoelde luchtvaartgids, met inachtneming van de volgende voorschriften en beperkingen:

  • a. de vlucht wordt zodanig uitgevoerd dat wordt gestart en geland van een luchthaven die buiten de daglichtperiode mag worden gebruikt1;

  • b. voor het uitvoeren van de vluchten zijn de luchtvaartuigen uitgerust met de instrumenten die zijn vereist voor het uitvoeren van een IFR-vlucht of voor het vliegen in het donker (OPS 3.865);

  • c. de instructeur is in het bezit van een geldige ‘night qualification’ voor instructeur in een CPL;

  • d. vóór de vluchten wordt tijdig een vliegplan ingediend;

  • e. tijdens het uitvoeren van de vluchten is een tweezijdige radioverbinding tot stand gebracht met de betrokken luchtverkeersleidingsdienst en wordt voortdurend op de aangewezen radiofrequentie geluisterd;

  • f. de vluchten worden uitgevoerd op een hoogte van minimaal 1000 ft AMSL, tenzij de circuithoogte anders is bepaald of in het belang van de veiligheid afwijken noodzakelijk is;

  • g. het vliegzicht binnen het circuitgebied bedraagt ten minste 5 kilometer en de afstand van het luchtvaartuig tot de wolken is groter dan 1.500 meter horizontaal en 300 meter verticaal;

  • h. het vliegzicht tijdens overlandvluchten2 bedraagt ten minste 8 kilometer en de afstand van het luchtvaartuig tot de wolken is groter dan 1.500 meter horizontaal en 450 meter verticaal;

  • i. indien zich tijdens de overlandvlucht zodanige weersomstandigheden voordoen dat te voorzien is dat de vlucht niet meer onder de voorgeschreven zichtweersomstandigheden kan worden voortgezet, wordt er een voorzorgslanding gemaakt; indien er een voorzorgslanding wordt gemaakt, zal hiervan melding worden gemaakt bij de Landelijke eenheid, afdeling Luchtvaart, conform de geldende regelgeving;

  • j. voor elke overlandvlucht wordt vóór 14.00 uur lokale tijd, op de dag van uitvoeren van de vlucht, een vliegplan ingediend; onder item 18 wordt het telefoonnummer vermeld waaronder de opleidingsinstelling of de gezagvoerder bereikbaar is, zodat de nachtvliegcoördinator van AOCS NM eventuele conflictsituaties kan voorkomen; het vliegplan wordt mede geadresseerd aan EHMCYDYX en EHGRZPZX;

  • k. 10 minuten voor aanvang van de overlandvlucht wordt er gecoördineerd met de Supervisor van AOCS NM (tel.: 0577 458700); aan de voorwaarden door hem gesteld wordt strikt de hand gehouden; in verband met het inpassen van voornoemde vluchten in het militaire nachtvliegprogramma zijn aanpassingen in tijd, hoogte en route mogelijk;

  • l. vóór de aanvang van de vlucht wordt de meldkamer van de Landelijke Eenheid, afdeling Luchtvaart (tel.: 020 5025693 of fax: 020-5025699 of e-mail: lvtklpd@klpd.politie.nl) ingelicht en worden de volgende gegevens verstrekt: naam gezagvoerder, registratie en type helikopter, plaats en tijdstip van het nachtvliegen;

  • m. er wordt door de opleidingsinstelling gecoördineerd met de havenmeester van de luchthaven.

Artikel 3

De aanvrager draagt er zorg voor dat de instructeur en de gezagvoerder bekend zijn met de inhoud van deze beschikking.

Artikel 4

De aanvrager voert bij de voorbereiding van elke vlucht een veiligheidsanalyse uit. Daarbij wordt in kaart gebracht welke risico’s er zijn als gevolg van het uitvoeren van VFR-vluchten buiten de daglichtperiode. Vervolgens worden risicobeperkende maatregelen in kaart gebracht en toegepast zodanig dat de vlucht op een verantwoorde wijze kan worden uitgevoerd.

Artikel 5

Het niet of niet volledig nakomen van de voorschriften of beperkingen kan aanleiding zijn deze ontheffing in te trekken.

Artikel 6

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 november 2014 en vervalt met ingang van 1 november 2015, tenzij deze voortijdig wordt ingetrokken.

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, DE INSPECTEUR ILT/LUCHTVAART, M. van Velzen Senior Inspecteur

Bezwaarmogelijkheid

Tegen dit besluit kunt u binnen een termijn van 6 weken na dagtekening bezwaar indienen. Het bezwaar moet minimaal bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht;

  • de gronden van het bezwaar.

Het bezwaar kan onder vermelding van ‘bezwaar’ gestuurd worden naar het volgende adres:

Inspectie Leefomgeving en Transport

Postbus 16191

2500 BD Den Haag

TOELICHTING

Deze ontheffing is verleend aan Heli Holland ATO op grond van artikel 44, vijfde lid, van het Luchtverkeersreglement (opgevolgd door artikel 18 van het Besluit luchtverkeer 2014) voor een bepaalde categorie luchtvaartuigen gedurende de periode 1 november 2014 tot en met 31 oktober 2015.

De ontheffing heeft betrekking op het uitvoeren van VFR-vluchten buiten de daglichtperiode die worden uitgevoerd door Heli Holland ATO in het kader van het behalen van een nachtvliegkwalificatie als onderdeel van CPL(H)-opleidingen en (her)kwalificatie van instructeurs voor het vliegen in het donker. Voor andere dan genoemde vluchten is het niet toegestaan om buiten de daglichtperiode VFR-vluchten uit te voeren.

Van deze ontheffing mag alleen gebruik worden gemaakt op een aangewezen luchthaven waarvandaan het is toegestaan om buiten de daglichtperiode een vlucht uit te voeren.


X Noot
1

Volgens de aanwijzing door de Minister of vergunning of ontheffing van GS van de desbetreffende provincie, en hiervoor is ingericht en uitgerust.

X Noot
2

Buiten het circuitgebied.

Naar boven