De N244 heeft de status van autoweg. In het Provinciaal Verkeers- en vervoerplan (PVVP) is dit gedeelte van de N244 afgewaardeerd van stroomweg naar gebiedsontsluitingsweg. Dit betekent dat de autowegstatus van dit weggedeelte moet worden gewijzigd in een geslotenverklaring voor langzaam verkeer. Inmiddels zijn de meeste wegvakken op dit deel van de N244 ingericht als gebiedsontsluitingsweg door onder andere de borden G3 (autoweg) te vervangen door borden C9 (geslotenverklaring langzaam verkeer). Momenteel worden de aansluitingen met de A7 gereconstrueerd. De bestaande rotondes worden verwijderd en vervangen door met verkeerslichten geregelde kruispunten. Door de verwijdering van borden G3 en de plaatsing van borden C9 (voor zover nodig) zal ook dit deel van de N244 worden ingericht als gebiedsontsluitingsweg.
De politie heeft vanuit haar kennis van de lokale situatie uitdrukkelijk geadviseerd om voetgangers er op te attenderen dat zij op dit deel van de N244 (vanaf de Allendelaan) niet mogen lopen. Dit kan bereikt worden door het plaatsen van bord C16.
Motivering en maatregelen
Opheffen autowegstatus N244 vanaf westelijke aansluiting A7 tot aan N247
Na de reconstructie van de N244 ter plaatse van de aansluitingen van de A7 zal het gehele traject tussen de westelijke aansluiting van de A7 en de aansluiting aan de N247 zijn ingericht als gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom (Wegenverkeerswet 1994). Dit betekent dat voor dit deel van de N244 de status autoweg formeel kan worden ingetrokken.
Voor zover nodig zullen de nog aanwezige borden G3 worden verwijderd.
Bord G4 dient te worden geplaatst voor verkeer op de N244 dat in oostelijke richting rijdt (richting de N247) op circa 300 meter voor de westelijke aansluiting N244/A7. Hierdoor wordt de weg voor dat deel weer een gewone weg buiten de bebouwde kom, waardoor een snelheidsregime van 80 km/u geldt (artikel 21onder a RVV 1990).
Verwijderen rotonden en instellen voorrangsweg N244
Omdat de rotondes verdwijnen zijn de daarop geplaatste borden D1 (aanduiding rotonde) niet meer nodig. Deze worden dan ook verwijderd. In de nieuwe situatie vormt de N244 ten opzichte van de aansluitingen van de A7 de doorgaande en belangrijkste route. Daarom vinden wij dat bij deze aansluitingen de voorrang met borden B1 en B6 moet worden geregeld ten gunste van het verkeer op de N244.
Ter hoogte van deze rotonden gold een snelheid van 70 km/u (bord A1, 70). Omdat bij het eindigen van de autowegstatus op circa 300 m afstand van de westelijke aansluiting N244/A7 een snelheid van 80 km geldt, wordt de snelheidsbeperking van 70 km/u verwijderd.
Plaatsen D2 op middengeleiders
Op de toeleidende wegen naar de kruispunten op de N244 zijn middengeleiders aangebracht waarbij aan het verkeer met borden (D2) duidelijk wordt gemaakt aan welke zijde zij die middengeleiders dienen te passeren.
Geslotenverklaring voor langzaam verkeer (C9)
Het is voor de verkeersveiligheid niet wenselijk dat op de N244 langzaam verkeer rijdt. Vanwege het grote snelheidsverschil en het grote verschil in massa kunnen daardoor ernstige ongevallen plaatsvinden. Omdat de N244 na het afwaarderen geen autoweg meer is, dient de weg te worden gesloten voor langzaam verkeer door de plaatsing van de borden C9.
Geslotenverklaring voor voetgangers
Door het sluiten van de N244 tussen de kruising N244/Allendelaan en de kruising N244/N247, wordt voorkomen dat voetgangers op of langs deze weg lopen en daarmee zichzelf en anderen in gevaar brengen. Gezien de aard van de weg is het onveilig als daar voetgangers op of langs de weg lopen. Met het bord C16 worden zij hierop geattendeerd, wat veiliger voor hen is en voor de automobilisten.
Noodzaak en doelstelling verkeersbesluit
Op grond van artikel 15, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) moet voor het plaatsen (of verwijderen) van de borden B1, B6, C9, C16, D1,D2, G3 en G4, een verkeersbesluit worden genomen. De doelstelling van dit verkeersbesluit is het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers. Deze belangen zijn genoemd in artikel 2 van de Wegenverkeerswet.
Over een verkeersbesluit moet op grond van artikel 24 van het BABW overleg worden gevoerd met de korpschef van de nationale politie. De daartoe gemachtigde medewerker verkeersadvisering van politie heeft ingestemd met de maatregelen.
De maatregelen zullen leiden tot een veiligere verkeersafwikkeling. Dit dient de belangen van de weggebruiker. Met een lagere snelheid op de N244 worden de kansen op ernstige ongevallen kleiner. Het niet toelaten van langzaam verkeer en voetgangers is eveneens veiliger voor alle verkeersdeelnemers. Veiligheid voor verkeersdeelnemers vinden wij zwaar wegen. Gelet hierop verwachten wij niet dat door de maatregelen belangen van verkeersdeelnemers onevenredig geschaad zullen worden.
Het weggedeelte waar deze maatregelen voor worden getroffen, is in beheer bij de provincie Noord-Holland. Daarom zijn wij (Gedeputeerde Staten van Noord-Holland) op grond van artikel 18, lid 1, sub b, van de Wegenverkeerswet 1994 het bevoegde bestuursorgaan om dit verkeersbesluit te nemen.