Regeling van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 6 november 2014, nr. MinBuZa.-2014.621479, tot wijziging van de Subsidieregeling internationaal excelleren

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

Gelet op artikel 2 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling internationaal excelleren wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5.3 komt te luiden:

Artikel 5.3

Aan de subsidie wordt ten minste de voorwaarde verbonden, dat

  • a. binnen zes maanden na dagtekening van de beschikking is gebleken dat de subsidie-ontvanger

    • i. met een of meer partijen waaronder ten minste één financier, of

    • ii. door middel van eigen financiering en met ten minste één financier overeenkomsten heeft gesloten op basis waarvan hem door partijen ten behoeve van de nieuwe activiteiten financiering wordt verstrekt ter grootte van een bedrag in contanten dat zich verhoudt tot het subsidiebedrag als ten minste 65 staat tot 35, en

  • b. uit de financieringsovereenkomsten blijkt dat de Minister op de punten looptijd van de financiering, de eventuele zekerheden en mogelijke preferentie of achterstelling ten opzichte van andere financiering geen groter financieel risico loopt dan de financier of de overige verstrekkers van financiering, ieder voor zich, en

  • c. binnen een maand na het sluiten van de in onderdeel a genoemde overeenkomsten gegevens worden aangeleverd waaruit blijkt dat voldaan is aan de in onderdelen a en b genoemde voorwaarden en dat de bij de beschikking behorende uitvoeringsovereenkomst door de subsidieaanvrager ondertekend is geretourneerd.

B

In artikel 5.5, onderdeel e, wordt ‘artikel 5.3, onderdeel b’ vervangen door: artikel 5.3, onderdeel a.

C

Artikel 5.5, onderdeel n, komt te luiden:

  • n. de subsidie-ontvanger ook een financiering heeft met een garantie krachtens hoofdstuk 3, titel 3.12 (Groeifaciliteit) van de Regeling nationale EZ subsidies, indien het risicoprofiel van deze garantie toeneemt door verstrekking van de aangevraagde subsidie.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin hij geplaatst wordt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

TOELICHTING

Deze regeling omvat enkele aanpassingen die zijn ingegeven door ervaringen met de toepassing van artikel 5.3.

De huidige volgorde in de tekst van artikel 5.3 brengt mee dat een leningovereenkomst moet worden opgesteld zonder dat bekend is welke co-financiers meedoen voor welk bedrag. Met deze wijziging wordt de leningovereenkomst pas definitief opgesteld zodra de overeenkomst(en) met de andere financiers zijn getekend, of op zijn minst een offerte is getekend voor deze financiering.

Naast externe financiering, waarbij er voor minimaal de helft van de 65% sprake is van professionele financiering, zal eventuele vrije liquiditeitsruimte binnen de onderneming ook mee kunnen tellen als financieringsruimte. Dus als er op trekkingsdatum een positieve kasstand is (en uit de prognoses blijkt dat deze ruimte structureel is als de uitbreidingsinvestering niet plaatsvindt) en/of er is nog voldoende ruimte in de rekening courant faciliteit bij de bank, dan mag dat bedrag meegeteld worden.

Het blijkt voor financiers, met name banken, lastig om blanco financiering te verstrekken ondanks de mogelijkheid van stapelen met de Groeifaciliteit. Daarom is het mogelijk dat zij wel zekerheden vragen voor de door hen te verstrekken financiering, onder voorwaarde dat de pari passu vereiste inzake de terugbetalingen op de financieringen ook in die gevallen onverminderd van kracht blijft. Ondanks het feit dat er op de FIB lening geen zekerheden zullen worden gevraagd, is er dan geen sprake zijn van feitelijke achterstelling van de FIB, aangezien de FIB-lening dan nog steeds pro rata afgelost dient te worden, al dan niet met opbrengsten die door de financier door uitwinning van zekerheden zijn verkregen.

De wijzigingen in artikel 5.5 actualiseren enkele verwijzingen en zijn louter technisch van aard.

De wijzigingen brengen geen wijziging van de administratieve lasten voor de aanvragers mee.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven