Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 13 november 2014, nr. CZW/S&B 2014-0000606977 houdende wijziging van de Regeling bijzondere uitkering integrale projecten 2013 in verband met het verlengen van de bestedingsduur van de bijzondere uitkering

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Minister voor Wonen en Rijksdienst en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 92, vijfde lid, van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 6 van de Regeling bijzondere uitkering integrale projecten 2013 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt na ‘van het kalenderjaar 2014’ ingevoegd: of 2015.

2. Het tweede lid komt te luiden:

• 2. De niet in de kalenderjaren 2013, 2014 of 2015 aan een in het projectvoorstel opgenomen doel als bedoeld in artikel 2, eerste lid, bestede bijzondere uitkering integrale projecten wordt in het kalenderjaar 2016 door de Minister teruggevorderd.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

Op grond van artikel 6 van de Regeling bijzondere uitkering integrale projecten 2013 hebben de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba tot en met 31 december 2014 om tot besteding van deze uitkering te komen. In de praktijk is gebleken dat deze termijn nog niet voor alle integrale projecten voldoende ruimte biedt om tot een doelmatige besteding te kunnen komen. Op verzoek van de openbare lichamen wordt de bestedingstermijn daarom met een jaar verlengd en hebben de openbare lichamen derhalve tot 31 december 2015 de tijd om deze uitkering te besteden.

Gevolgen van verruiming bestedingstermijn voor verleende beschikkingen

Voor het verkrijgen van een bijzondere uitkering hebben de openbare lichamen in 2013 verschillende aanvragen ingediend bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In de goedkeuringsbeschikkingen is opgenomen dat de openbare lichamen de uitkering eveneens in 2014 kunnen besteden en dat niet bestede uitkeringen in 2015 worden teruggevorderd. Als gevolg van de onderhavige regeling hebben de openbare lichamen tot en met 31 december 2015 om de uitkering te besteden. Eventuele niet bestede uitkeringen worden in 2016 teruggevorderd. De gewijzigde bestedingsduur en het terugvorderingsjaar zijn direct van toepassing, de beschikkingen hoeven niet te worden aangepast.

De regeling treedt direct in werking, daarmee wordt afgeweken van de Vaste VeranderMomenten. De openbare lichamen zijn immers gebaat bij spoedige inwerkingtreding omdat er anders onvoldoende tijd resteert voor hen om tot een doelmatige besteding te komen en worden de bedragen alsnog teruggevorderd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk