Regeling van de Minister van Economische Zaken van 6 november 2014, nr. WJZ/14178498, houdende wijziging van de Regeling GMO groenten en fruit, de Uitvoeringsregeling bijzondere Europese maatregelen inzake Russische boycot groenten en fruit en de Regeling interventie

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op:

  • artikel 34, vierde lid, en Deel II, Titel I, Hoofdstuk I, Sectie III, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad;

  • artikel 78 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft;

  • Gedelegeerde Verordening (EG) nr. 1031/2014 van de Commissie van 29 september 2014 tot vaststelling van verdere tijdelijke buitengewone maatregelen ter ondersteuning van producenten van bepaalde groenten en fruit, en

  • artikelen 13, eerste lid, onderdeel b, 15 en 19, eerste lid, van de Landbouwwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling uitvoering GMO groenten en fruit wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 230b, zesde lid, komt te luiden:

  • 6. Een producentenorganisatie toont aan dat bij het indienen van een melding, als bedoeld in het eerste lid, van het uit de markt nemen ten behoeve van gratis uitreiking, als bedoeld in artikel 230a, vierde lid, onderdeel c, de afname door de liefdadigheidsinstelling of -organisatie verzekerd is. Op verzoek van de minister overlegt de producentenorganisatie hiertoe schriftelijke bewijsstukken.

B

In artikel 230e wordt het vierde lid vernummerd tot het derde lid.

C

Artikel 313 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de huidige tekst wordt ‘1.’ geplaatst.

2. Na het eerste lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:

  • 2. De paragrafen 2a en 2b van afdeling 6 van titel 3 van hoofdstuk 4 vervallen met ingang van 1 januari 2015.

ARTIKEL II

De Uitvoeringsregeling bijzondere Europese maatregelen inzake Russische boycot groenten en fruit wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4a, eerste lid, wordt ‘artikel 1, tweede lid, onderdelen c, e en h, van verordening 1031/2014’ vervangen door: artikel 1, tweede lid, onderdelen c, e, h en k, van verordening 1031/2014.

B

In artikel 7, eerste lid, wordt na ‘ van producenten’ ingevoegd: en producentenorganisaties.

C

In artikel 7a, eerste lid, wordt ‘aanvragen om bijstand ’ vervangen door: voorafgaande meldingen, als bedoeld in artikelen 78, eerste lid, en 85, tweede lid, van verordening 543/2011, voor verrichtingen.

D

Artikel 7b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘1 januari 2015 tot en met 15 januari 2015’ vervangen door: 7 november 2014 tot en met de datum genoemd in artikel 9, eerste lid, van verordening 1031/2014.

2. Het derde lid komt te vervallen, onder vernummering van het vierde tot het derde lid.

ARTIKEL III

De Regeling interventie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 76, eerste lid, onderdeel a, wordt ‘erkenningsnummer van de fabriek van de fabriek’ vervangen door: erkenningsnummer van de fabriek.

B

In artikel 82, eerste lid, wordt ‘de Mnister’ vervangen door: de Minister.

C

In artikel 83, tweede lid, onderdeel c, wordt ‘EG-erkenningsnummer’ vervangen door: erkenningsnummer van de fabriek.

ARTIKEL IV

  • 1. Artikel I, II, onderdelen B, C en D, en III van deze regeling treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Artikel II, onderdeel A, van deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot 30 september.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 6 november 2014

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

TOELICHTING

I Algemeen

§ 1 Doel en inhoud van de regeling

Met deze wijziging van de Regeling uitvoering GMO groenten en fruit, de Uitvoeringsregeling bijzondere Europese maatregelen inzake Russische boycot groenten en fruit en de Regeling interventie wordt een aantal onvolkomenheden hersteld. Daarnaast bevat deze wijzigingsregeling een wijziging die verband houdt met de procedure tot steunverlening en wordt de openstelling van de interventiemaatregelen onder de GMO groenten en fruit verlengd tot en met 31 december 2014.

§ 2 Regeldrukparagraaf

Deze regeling heeft effecten voor de regeldruk. De regeldruk die gepaard gaat met deze regelingen is eerder berekend in het kader van:

  • de Regeling van de Minister van Economische Zaken van 26 augustus 2014, nr. WJZ/14140572, houdende wijziging van de Regeling uitvoering GMO groenten en fruit ten behoeve van het tijdelijk openstellen van de maatregelen uit de markt nemen, groen oogsten en niet oogsten in verband met het importverbod van de Russische Federatie (hierna: de regeling van 26 augustus 2014);

  • de Regeling van de Minister van Economische Zaken van 2 september 2014, nr. WJZ/14144628, tot uitvoering van de bijzondere Europese maatregelen in verband met het importverbod groenten en fruit van de Russische Federatie hierna: de regeling van 2 september 2014, en

  • de Regeling van de Minister van Economische Zaken van 11 september 2014, nr. WJZ/14150916, houdende wijziging van de Regeling interventie ten behoeve van het openstellen van de maatregel particuliere opslag van mageremelkpoeder en kaas in verband met het importverbod van de Russische Federatie (hierna: de Regeling van 11 september).

De regeldrukeffecten die in de toelichting bij de regelingen van 2 september en 11 september worden genoemd worden niet gewijzigd door deze wijzigingsregeling.

De regeldrukeffecten die bij de regeling van 26 augustus worden genoemd veranderen wel als gevolg van deze wijzigingsregeling. Dit omdat met deze wijzigingsregeling de openstelling van de interventiemaatregelen onder de GMO groenten en fruit verlengd wordt tot en met 31 december 2014. Als gevolg van deze verlening van de openstelling zal de totale regeldruk naar verwachting toenemen met maximaal € 151.900.

De regeldrukeffecten die in de toelichting bij de regeling van 26 augustus zijn genoemd voor transporteurs en ontvangers, alsmede de inspanningen voor het fysiek oogsten, zijn bij deze regeling hetzelfde. De regeldruk voor producentenorganisaties en producenten die per melding gepaard gaan met de verlenging van de looptijd van regeling met 31 dagen wordt geraamd op maximaal € 124.000. Gedurende deze verlengde periode worden maximaal 20 meldingen per dag verwacht. Per melding bedragen deze administratieve verplichtingen naar verwachting circa 5 uur. Tegen een uurtarief van € 37 levert dit een verwacht totaal van € 200 per melding op.

De administratieve lasten voor ontvangers van uit de markt genomen, groen geoogste producten en als gevolg van niet oogsten vernietigde gewassen worden geschat op gemiddeld 1 uur per actie. Er worden gedurende de verlenging van de looptijd van de regeling, 31 dagen, circa 20 meldingen per dag verwacht. Tegen een uurtarief van € 37 bedragen de administratieve lasten die gepaard gaan met de verlengde looptijd circa € 22.940.

Op basis van de ervaringen met de in hoge mate vergelijkbare interventiemaatregelen ten tijde van de EHEC crisis in 2011 wordt verwacht dat in ca. 2% van de gevallen bezwaar en beroep zal worden aangetekend. Naar verwachting zal het voeren van deze procedures gemiddeld circa 4 uur in beslag nemen. Tegen een tarief van € 100 per uur bedragen de administratieve lasten die gepaard gaan met het voeren van deze procedures circa € 4.960.

De Regeling uitvoering GMO groenten en fruit, de Uitvoeringsregeling bijzondere Europese maatregelen inzake Russische boycot groenten en fruit en de Regeling interventie en deze wijziging daarop zijn nationale regelgeving ter uitvoering van Europese regelgeving.

§ 3 Inwerkingtreding

De inwerkingtredingsdatum van deze regeling wijkt af van het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten voor regelgeving, dat inhoudt dat ministeriële regelingen slechts inwerkingtreden per 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober, en van het uitgangspunt dat regelingen twee maanden voorafgaand aan hun inwerkingtreding worden gepubliceerd.

De reden voor deze afwijking is dat door de afwijkende inwerkingtreding van deze regeling aanmerkelijke publieke nadelen worden voorkomen. Het betreft namelijk herstel van de eerder gepubliceerde regeling op een aantal punten en hiervoor is tijdige publicatie noodzakelijk.

De terugwerkende kracht is nodig ten behoeve van het op correcte wijze kunnen indienen van de steunaanvragen door de producentenorganisaties en het afwikkelen daarvan.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

A

In artikel 230b, zesde lid, werd de eis gesteld dat een producentenorganisatie bij het indienen van een melding voor het uit de markt nemen van producten met als bestemming gratis uitreiking aan voedselbanken een leveringscontract met de voedselbank moet overleggen. Deze verplichting blijkt in de praktijk belemmerend te werken en staat niet in verhouding tot het doel dat met dit voorschrift werd beoogd.

Met deze verplichting werd beoogd te voorkomen dat er meldingen voor het uit de markt nemen van producten met als bestemming gratis uitreiking aan voedselbanken worden gedaan, die achteraf moet worden ingetrokken omdat de producentenorganisatie en de voedselbank het niet eens kunnen worden over de levering. Dit doel kan ook op een minder belemmerende manier bereikt worden. Om deze reden wordt artikel 230b, zesde lid, gewijzigd en wordt een producentenorganisatie nu verplicht om bij het indienen van de melding ten genoegen van de minister aan de hand van schriftelijke bewijsstukken te kunnen aantonen dat de afname door de voedselbank verzekerd is. Dit kan door middel van een leveringscontract, maar bijvoorbeeld ook door middel van een email waaruit blijkt dat er overeenstemming bestaat over de afname.

B

In artikel 230e wordt de onjuiste nummering van het laatste lid hersteld.

C

In artikel 313 wordt een nieuw lid ingevoegd waarin wordt bepaald dat de artikelen 230a tot en met 230k met ingang van 1 januari 2015 komen te vervallen. In de regeling van 27 augustus 2014 was de duur van de openstelling abusievelijk opgenomen in het artikel waarin de inwerkingtreding van de wijzigingsregeling geregeld was, waar dit in de Regeling uitvoering GMO groenten en fruit zelf geregeld had moeten worden. Deze onvolkomenheid wordt met deze wijziging hersteld.

Daarnaast wordt de duur van de openstelling verlengd van 30 november tot 31 december 2014. Hiermee wordt aangesloten bij de looptijd van Gedelegeerde Verordening (EC) nr. 1031/2014 van de Commissie van 29 september 2014 tot vaststelling van verdere tijdelijke buitengewone maatregelen ter ondersteuning van producenten van bepaalde groenten en fruit (Pb L 284) (hierna verordening 1031/2014).

Artikel II

A

In artikel 4a wordt bepaald voor welke producten in Nederland gebruik gemaakt kan worden van de vrije marge van 3.000 ton bedoeld in artikel 2, eerste lid, van verordening 1031/2014. Nederland heeft er voor gekozen deze vrije marge in eerste instantie aan te wenden voor meldingen voor producten waarvoor aan Nederland geen productievolume is toegekend in bijlage I van verordening 1031/2014, maar waarvoor wel meldingen zijn gedaan tussen 4 en 30 september 2014. In deze opsomming is abusievelijk de productgroep pruimen achterwege gelaten. Deze omissie wordt met deze wijzigingsregeling hersteld.

B

In artikel 7, eerste lid, wordt een onvolkomenheid hersteld door producentenorganisaties toe te voegen aan de groep van personen die meldingen kunnen doen.

C

In artikel 7a, eerste lid, wordt een onvolkomenheid hersteld. Vanaf het moment dat de openstelling op grond van artikel 7a door de minister wordt beëindigd kunnen er geen meldingen meer worden ingediend voor nieuwe verrichtingen. Voor reeds gemelde verrichtingen kunnen tot 31 januari 2015 aanvragen tot uitbetaling van de bijstand worden ingediend op grond van artikel 7b, tweede lid.

D

In artikel 7b wordt de periode waarin aanvragen tot uitbetaling van de bijstand kunnen worden ingediend gewijzigd naar 7 november tot en met de datum genoemd in artikel 9, eerste lid, van verordening 1031/2014, te weten 31 januari 2015. Met deze wijziging wordt mogelijk gemaakt dat uitbetaling van bijstand kan worden aangevraagd vanaf het moment dat de verrichting is afgerond en alle noodzakelijke controles hebben plaatsgevonden. Bovendien wordt met deze wijziging voorkomen dat er verschillende perioden ontstaan waarin een aanvraag tot uitbetaling van de bijstand op grond van verordening 1031/2014 kan worden ingediend. Het derde lid is als gevolg van deze wijziging overbodig geworden en komt te vervallen.

Artikel III

In onderdelen A tot en met C wordt een aantal kleine onvolkomenheden hersteld.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven