Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 14 november 2014, nr. IENM/BSK-2014/244195 tot wijziging van de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad (wilsverklaring voorafgaand aan tenaamstelling)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 25a, tweede lid, en 28a, tweede lid, van het Kentekenreglement;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 15b, vijfde lid, van de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad komt te luiden:

  • 5. Indien de aanvrager van een tenaamstelling een natuurlijk persoon is, geschiedt de indiening op basis van een door de aanvrager ondertekende verklaring als bedoeld in artikel 25a, tweede lid, of artikel 28a, tweede lid, van het Kentekenreglement nadat het erkende bedrijf heeft vastgesteld dat de identiteit van de aanvrager overeenstemt met het door de aanvrager overgelegde legitimatiebewijs.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

TOELICHTING

Op grond van artikel 50, eerste lid, onderdeel a, van de Wegenverkeerswet 1994 kan de tenaamstelling van een motorrijtuig of aanhangwagen ten behoeve van de natuurlijk persoon of de rechtspersoon die de tenaamgestelde wordt (hierna: de aanvrager), worden gedaan door een bedrijf dat een zogenoemde erkenning bedrijfsvoorraad heeft op grond van artikel 62, eerste lid, van die wet.

De aanvrager dient daartoe, op grond van artikel 25a, tweede lid, van het Kentekenreglement een formulier, de zogenoemde wilsverklaring, in te vullen en over te leggen aan het erkende bedrijf. Het erkende bedrijf kan dan de feitelijke tenaamstellingshandelingen uitvoeren waarbij het motorrijtuig of de aanhangwagen op naam van de aanvrager wordt gesteld.

Deze wijziging van de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad vereenvoudigt de hiervoor geschetste procedure. De wijziging houdt in dat de aanvrager niet langer in persoon aanwezig hoeft te zijn op het moment waarop de aanvraag door het erkende bedrijf wordt ingediend. Deze wijziging is op verzoek van de branche doorgevoerd.

Dit maakt het voor de erkende bedrijven eenvoudiger om de feitelijke tenaamstellingshandelingen uit te voeren op een moment dat voor het bedrijf het beste uitkomt. Dit maakt het bijvoorbeeld mogelijk om de wilsverklaring te laten invullen op het moment van sluiten van de koop en vervolgens het motorrijtuig of de aanhangwagen rijklaar te maken en de tenaamstelling te regelen waarna het motorrijtuig of de aanhangwagen bij de aanvrager thuis wordt afgeleverd.

Deze vereenvoudiging levert een aanzienlijke vermindering van de administratieve lasten op.

Die vermindering bedraagt voor burgers: € 675.000 per jaar. Dit is berekend op basis van een gemiddelde tijdbesteding van 3 minuten per tenaamstelling, tegen € 15 per uur, en 900.000 tenaamstellingen per jaar. Oftewel 0,05 uur x € 15 x 900.000 = 675.000.

Die vermindering bedraagt voor bedrijven: € 4.717.500. Dit is berekend op een gemiddelde tijdsbesteding van 4 minuten per tenaamstelling, tegen € 37 per uur, en 900.000 tenaamstellingen per jaar en 30 minuten aan bijkomende handelingen, tegen 37 per uur en 135.00 bijkomende handelingen per jaar. Oftewel 0,06 uur x € 37 x 900.000 + 0,5 uur x € 37 x 135.000 = 4.495.500.

De totale vermindering van de administratieve lasten is: € 5.170.500.

Deze regeling is in nauw overleg met de Dienst Wegverkeer tot stand gekomen en omdat er geen meetbare uitvoeringsgevolgen voor die dienst verbonden zijn aan deze wijziging is in overeenstemming met die Dienst afgezien van een formele uitvoeringstoets als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Regeling sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer.

Artikel I

De gewijzigde tekst van artikel 15b, vijfde lid, van de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad houdt in dat de zogenoemde wilsverklaring voorafgaand aan de feitelijke aanvraag van de tenaamstelling kan worden afgegeven aan het erkende bedrijf. Voorwaarde is dat het erkende bedrijf de identiteit van de aanvrager heeft vastgesteld aan de hand van het door de aanvrager overgelegde legitimatiebewijs.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking op één van de vaste verandermomenten. Er is geen invoeringstermijn gehanteerd omdat de betrokken bedrijven grote voordelen ondervinden van deze wijziging (zie de berekening hiervoor). Daarmee is voldaan aan de uitzondering ‘hoge private kosten’.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven