De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op de artikelen 6, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 2°, van het Bijdragebesluit
zorg;
Besluit:
ARTIKEL I
De Bijdrageregeling zorg AWBZ wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘€ 3.556’ vervangen door: € 3.517.
2. In onderdeel b wordt ‘€ 5.530’ vervangen door: € 5.471.
B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 1.713,98’ vervangen door ‘€ 1.478 ’, wordt
‘5%’ vervangen door ‘5,65%’, wordt ‘€ 2.399,66’ vervangen door ‘€ 2.261,17’ en wordt
‘€ 4.217,18 ’ vervangen door ‘€ 4.351,19’.
2. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
-
b. voor de ongehuwde verzekerde die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel
7a eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt: € 1.478, vermeerderd
met 5,65% van het bijdrage-inkomen, bedoeld in artikel 43 van de Zorgverzekeringswet,
met dien verstande dat maximaal € 4.351, 19 in mindering wordt gebracht;
3. In het eerste lid, onderdeel c, wordt ‘€ 1.626,87’ vervangen door ‘€ 1.478’, wordt
‘5%’ vervangen door ‘5,65%’, wordt ‘€ 2.105,14 ’ vervangen door ‘€ 2.020,55’ en wordt
‘€ 4.130,07’ vervangen door ‘€ 4.351,19’.
4. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘€ 838’ vervangen door ‘€ 1.060’, wordt ‘€ 20.079’
telkens vervangen door ‘€ 19.043’ en wordt ‘5,435%’ vervangen door ‘8,713%’.
5. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘€ 1.742’ vervangen door ‘€ 2.062’, wordt ‘€ 20.079
’ telkens vervangen door ‘€ 19.043’ en wordt ‘5,435%’ vervangen door ‘8,713%’.
C
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘€ 1.700’ vervangen door: € 1.727.
2. In onderdeel b wordt ‘€ 950’ vervangen door: € 965.
D
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 7.646’ vervangen door: € 8.178.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 9.233’ vervangen door: € 9.826.
3. In het derde lid wordt ‘€ 6.093’ vervangen door: € 6.158.
4. In het vierde lid wordt ‘€ 13.125’vervangen door: € 13.284.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.
TOELICHTING
1. Algemeen
Bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal is het bij koninklijke boodschap van 7 maart
2014 ingediende voorstel van Wet houdende Regels inzake de verzekering van zorg aan
mensen die zijn aangewezen op langdurige zorg (Wet langdurige zorg, Kamerstukken I
2014/15, 33 891, nr. C) aanhangig. De beoogde inwerkingtredingsdatum van het voorstel van Wet langdurige
zorg (Wlz) is 1 januari 2015. Met de Wlz wordt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
(AWBZ) ingetrokken. Het op de AWBZ gebaseerde Bijdragebesluit zorg komt daarmee per
1 januari 2015 te vervallen alsmede de op dat besluit gebaseerde Bijdrageregeling
zorg AWBZ. Desondanks is met deze regeling de Bijdrageregeling zorg AWBZ nog per 1 januari
2015 gewijzigd. De reden hiervoor is ervoor zorg te dragen dat het CAK tijdig over
formeel vastgestelde bedragen en andere getallen beschikt om de eigen bijdragen voor
het jaar 2015 tijdig te kunnen gaan vaststellen. Het CAK hoeft zo niet hoeft te wachten
tot de Wlz is aanvaard en vervolgens de nieuwe ministeriële regeling kan worden vastgesteld.
Met de onderhavige regeling zijn de bedragen en andere getallen, genoemd in de artikelen
2 tot en met 5 van de Bijdrageregeling zorg AWBZ, gewijzigd op grond van artikel 6,
eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 2°, van het Bijdragebesluit zorg AWBZ. Het gaat
om bedragen die jaarlijks aangepast worden omdat voor elk nieuw kalenderjaar ook het
peiljaar opschuift. De bedragen moeten op het juiste peiljaar geënt zijn. De bepaling
die de aftrek voor de premie zorgverzekering (gecorrigeerd met de zorgtoeslag) regelt,
bevat, naast bedragen, tevens percentages en andere cijfers. Ook deze getallen moeten
op het juiste peiljaar geënt zijn en zijn daarom eveneens aangepast.
2. Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A
Met deze bepaling zijn de bedragen voor de aftrekpost in verband met zak- en kleedgeld
geïndexeerd.
Onderdeel B
Deze bedragen hebben betrekking op de aftrekpost voor de premie zorgverzekering, gecorrigeerd
voor de zorgtoeslag.
Het met de onderhavige regeling in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de Bijdrageregeling
zorg AWBZ geregelde 5,65% van het bijdrage-inkomen, bedoeld in artikel 43 van de Zorgverzekeringswet
is het bedrag dat de Belastingdienst in rekening brengt bij de verzekerden die zelf
de inkomensafhankelijke premie zorgverzekering verschuldigd zijn. Het gaat daarbij
onder meer om zelfstandigen en alimentatiegerechtigden.
Volledigheidshalve zij opgemerkt dat met ingang van 1 januari 2013 voor de vaststelling
van de zorgtoeslag een vermogenstoets is ingevoerd. Dit betekent dat verzekerden met
vermogen boven de daarvoor geldende grens met ingang 1 januari 2013 geen zorgtoeslag
meer hebben gekregen. Voor de eigen bijdrage is dit relevant per 1 januari 2015 omdat
de eigen bijdrage in beginsel op het inkomen en vermogen van twee jaar terug wordt
vastgesteld. Voor deze verzekerde wordt de aftrekpost premie zorgverzekering met ingang
van 1 januari 2015 niet meer gecorrigeerd voor de zorgtoeslag die ze immers niet meer
ontvangen.
Onderdeel C
Deze bedragen betreffen de aftrekpost voor de verzekerde die de pensioengerechtigde
leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet nog niet
heeft bereikt en de aftrekpost voor de verzekerde die die leeftijd wel heeft bereikt
Onderdeel D
Met deze bepaling zijn de bedragen voor de extra vrijlatingen geïndexeerd.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M.J. van Rijn