Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2014, 30991 | Interne regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2014, 30991 | Interne regelingen |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Gelet op de Algemene wet bestuursrecht en artikel 32, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001;
Besluit:
In dit besluit wordt verstaan onder:
het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten onderscheidenlijk het College financieel toezicht Bonaire, Sint Eustatius en Saba, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
voorzitter van het College;
secretaris als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten onderscheidenlijk artikel 6, eerste lid, van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt met de verlening van mandaat gelijkgesteld de verlening van volmacht of machtiging.
1. Aan de voorzitter wordt mandaat verleend voor aangelegenheden op organisatorisch, personeel, financieel en materieel gebied.
2. Het mandaat heeft geen betrekking op het aanstellen en het verlenen van ontslag dan wel het aangaan van detacheringsovereenkomsten ten aanzien van medewerkers die aan de secretaris worden toegevoegd en het nemen van besluiten met rechtspositionele gevolgen voor medewerkers met salarisschaal 14 of hoger van Bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. Het mandaat voor deze aangelegenheden is voorbehouden aan de directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties.
3. De voorzitter is bevoegd ondermandaat te verlenen aan de secretaris.
1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
2. Besluiten of handelingen van de voorzitter onderscheidenlijk de secretaris die zijn genomen of verricht in de periode van 1 december 2007 tot de datum van inwerkingtreding van dit besluit, zijn genomen of verricht namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
3. Het Mandaatbesluit Colleges financieel toezicht van 30 juni 2014 wordt ingetrokken.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
Dit mandaatbesluit geldt specifiek voor de situatie bij de Colleges financieel toezicht die zijn ingesteld bij respectievelijk de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten en de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Beide colleges worden ondersteund door een secretaris en medewerkers die in dienst zijn van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dan wel door hem ter beschikking worden gesteld. De secretaris en medewerkers staan onder gezag van de colleges en leggen voor wat betreft hun werkzaamheden uitsluitend aan de colleges verantwoording af. Het secretariaat van de Colleges financieel toezicht is opgenomen in het Organisatiebesluit BZK 2012. De directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties stelt namens de minister aan de colleges mensen en middelen ter beschikking.
Bevoegdheden die nodig zijn voor de dagelijkse gang van zaken op organisatorisch, personeel, financieel en materieel gebied met betrekking tot het secretariaat worden met dit besluit bij de voorzitter van de colleges gelegd. Ingevolge het derde lid is de voorzitter op zijn beurt bevoegd ondermandaat te verlenen aan de secretaris van de colleges. Ter zake hoeft in dit besluit daarover niets meer geregeld te worden. Het is aan de voorzitter te bepalen welke bevoegdheden de secretaris voor de dagelijkse gang van zaken binnen het secretariaat nodig heeft.
Het bepaalde in het tweede lid vloeit voort uit de bijzondere positie van het secretariaat waarvoor de minister het personeel ter beschikking stelt. Daarnaast geldt de afspraak in de Bestuursraad rond de positie van medewerkers met een salarisschaal van 14 of hoger.
Artikel 4, tweede lid, voorziet erin dat besluiten die zijn genomen sinds de start van de beide colleges worden aangemerkt als besluiten die namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn genomen. Daarmee wordt buiten twijfel gesteld dat besluiten bevoegdelijk zijn genomen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-30991.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.