Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende ontheffing van het verbod VFR-vluchten uit te voeren in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse A

Datum: 24 oktober 2014

Nummer: ILT-2014/63478

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gezien het verzoek om ontheffing van 15 oktober 2014 van het Parachutisten Centrum Midden-Nederland, contactpersoon: de heer G.H.H. Hol, Thorbeckestraat 3, tel.: 06 13503211, e-mail: demonstratie@pcmn.nl;

Overwegende,

dat het doel van de vluchten het droppen van parachutisten in een duo-sprong is en dat voor deze sprongen een veilige hoogte nodig is;

dat voor die hoogte gebruik moet worden gemaakt van luchtruim waarin geen VFR-vluchten zijn toegestaan;

dat de locatie van deze serie sprongen zodanig is dat de hinder voor verkeersluchtvaart beperkt is;

Gelet op artikel 44, vijfde lid, van het Luchtverkeersreglement;

BESLUIT:

Artikel 1

Deze beschikking is van toepassing op de Cessna 182, met als registratie PH-TGC, of een vergelijkbaar vervangend vliegtuig in gebruik bij Parachutisten Centrum Midden-Nederland, waarmee een VFR-vlucht wordt uitgevoerd ten behoeve van een paradropping op zaterdag 25 oktober 2014, tussen 13.00 uur en 15.00 uur lokale tijd in Veenendaal, coördinaten 52°01’41”N – 005°34’40”E.

Artikel 2

Aan de gezagvoerder van het in artikel 1 genoemde vliegtuig wordt op de in artikel 1 genoemde datum, tijd en locatie ontheffing verleend van het verbod, genoemd in artikel 44, eerste lid, onderdeel b, van het Luchtverkeersreglement om VFR-vluchten uit te voeren in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse A, met inachtneming van de volgende voorschriften en beperkingen:

  • a. de vlucht wordt uitgevoerd als gecontroleerde VFR-vlucht;

  • b. de vlucht wordt slechts uitgevoerd indien het vliegzicht minimaal 8 kilometer bedraagt en de afstand tot de wolken horizontaal 1.500 meter en verticaal 300 meter bedraagt;

  • c. ten minste 5 dagen van tevoren worden de vluchtgegevens, de te vliegen route en andere relevante informatie aangeleverd bij de Operationele Helpdesk, tel.: 020 4062201, fax: 020 4063672 of e-mail: ops_helpdesk@lvnl.nl;

  • d. één uur vóór aanvang van de vlucht wordt gecoördineerd met de Operationele Helpdesk, tel.: 020 4062201, fax: 020 4063672; aan de voorwaarden gesteld door de Operationele Helpdesk wordt strikt de hand gehouden;

  • e. vóór de vlucht wordt tijdig een vliegplan ingediend;

  • f. tijdens het uitvoeren van de vlucht is een tweezijdige radioverbinding tot stand gebracht met de betrokken luchtverkeersleidingsdienst en wordt voortdurend op de aangewezen radiofrequentie geluisterd.

Artikel 3

De aanvrager voert bij de voorbereiding van de vlucht een veiligheidsanalyse uit. Daarbij wordt in kaart gebracht welke risico’s er zijn als gevolg van het uitvoeren van VFR-vluchten met een klein en langzaam vliegtuig in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse A waarin normaliter alleen IFR-vluchten worden uitgevoerd door grote en snelle vliegtuigen. Vervolgens worden risicobeperkende maatregelen in kaart gebracht en op een zodanige wijze toegepast dat de vlucht op een verantwoorde wijze kan worden uitgevoerd.

Artikel 4

  • 1. De aanvrager draagt er zorg voor dat de gezagvoerder bekend is met de inhoud van deze beschikking.

  • 2. Het niet of niet volledig nakomen van de voorschriften en beperkingen, genoemd in de artikelen 2 en 3, kan aanleiding zijn deze ontheffing in te trekken.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 25 oktober 2014 en vervalt met ingang van 26 oktober 2014.

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, DE SENIOR INSPECTEUR ILT/VERGUNNINGEN, A.E. Schurink-v.d. Klugt

Bezwaarmogelijkheid

Indien u het niet eens bent met deze beschikking kunt u hiertegen, op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de datum waarop deze beschikking is verzonden schriftelijk bezwaar aantekenen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • de gronden van het bezwaar.

Het bezwaarschrift kunt u richten aan:

Inspectie Leefomgeving en Transport

Postbus 16191

2500 BD Den Haag

Naar boven