Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 3 november 2014, nr. IENM/BSK-2014/231218, houdende vaststelling van regels betreffende de door de waterschappen verschuldigde vergoedingen ter zake van de organisatie van de waterschapsverkiezingen in 2015 (Vergoedingenregeling waterschapsverkiezingen 2015)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 98, tweede lid, van de Waterschapswet;

BESLUIT:

Artikel 1

  • 1. De som van de vergoedingen die de waterschappen verschuldigd zijn krachtens artikel 98, tweede lid, van de Waterschapswet, bedraagt in 2015 € 23,8 miljoen.

  • 2. De vergoeding van elk waterschap wordt bepaald op basis van het aandeel van het waterschap in het totale aantal kiesgerechtigde ingezetenen van de waterschappen tezamen voor de waterschapsverkiezingen in 2015.

Artikel 2

De Minister van Infrastructuur en Milieu stelt de vergoeding van elk waterschap vóór 15 mei 2015 bij beschikking vast.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Vergoedingenregeling waterschapsverkiezingen 2015.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

TOELICHTING

De Wet aanpassing waterschapsverkiezingen regelt dat de verkiezingen van de vertegenwoordigers van de categorie ingezetenen van de algemene besturen van de waterschappen en van provinciale staten worden gecombineerd. Artikel 98, tweede lid, eerste volzin, van de Waterschapswet bepaalt dat elk waterschap een vergoeding verschuldigd is voor de kosten van gemeenten vanwege de organisatie van de waterschapsverkiezingen. Krachtens artikel 98, tweede lid, derde volzin, van de Waterschapswet kan de Minister van Infrastructuur en Milieu regels stellen over de berekening van de te betalen vergoeding, de wijze van betaling van de verschuldigde vergoeding en het tijdstip waarop de verschuldigde vergoeding wordt voldaan. Deze regeling geeft hieraan uitvoering.

De verkiezingen worden georganiseerd en uitgevoerd door de gemeenten. Tijdens de voorbereiding van de Wet aanpassing waterschapsverkiezingen is onderzocht welke extra kosten de waterschapsverkiezingen voor gemeenten met zich meebrengen. Berekend is dat deze kosten bij de gekozen wijze van stemmen, – dat wil zeggen: stemmen in een willekeurig stemlokaal binnen het waterschapsgebied en telling van de stemmen op het stembureau – voor de verkiezingen in 2015 in totaal 23,8 miljoen euro bedragen. Daarbij zijn de kosten van de tien gemeenten in het gebied van het waterschap Vechtstromen, die al in 2013 hebben gestemd, niet meegerekend. Het genoemde bedrag is na overleg tussen de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten overeengekomen en geldt alleen voor de eerstvolgende waterschapsverkiezingen van maart 2015.

In artikel 1 is bepaald dat het bedrag van 23,8 miljoen euro over de waterschappen wordt omgeslagen op basis van de verhoudingen tussen de aantallen kiesgerechtigde ingezetenen van de waterschappen voor de waterschapsverkiezingen in 2015.

Kiesgerechtigd zijn degenen die op de dag van de kandidaatstelling ingezetenen zijn van het waterschap en op de dag van de stemming de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt (art. B 2a, eerste lid, Kieswet). De kandidaatstelling voor de verkiezingen van 2015 vindt plaats op maandag 2 februari 2015 (art. F 1, eerste lid, Kieswet). Burgemeester en wethouders registreren de kiesgerechtigdheid van de ingezetenen van de gemeente (art. D 1 Kieswet). Zo nodig kunnen zij bij het dagelijks bestuur van het waterschap informatie vragen over de grenzen van het gebied van het waterschap (art. D 1b Kiesbesluit).

De Unie van Waterschappen berekent op basis van de gegevens van de gemeenten het aantal kiesgerechtigde ingezetenen per waterschap en geeft de aantallen door aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu.

De Minister van Infrastructuur en Milieu stelt op basis hiervan vóór 15 mei 2015 voor elk waterschap het verschuldigde bedrag bij beschikking vast (artikel 2).

Deze methode van vaststelling van het verschuldigd bedrag per waterschap heeft beperkte bestuurlijke lasten voor gemeenten, waterschappen en het ministerie van Infrastructuur en Milieu tot gevolg.

Op de betalingsverplichting is titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Dit brengt met zich mee dat de betaling dient plaats te vinden binnen zes weken na bekendmaking van de beschikking waarbij de verschuldigde vergoeding is vastgesteld aan het dagelijks bestuur van het waterschap (art. 4:87, eerste lid, Awb).

Het bedrag van 23,8 miljoen euro wordt door de Minister van Infrastructuur en Milieu overgeboekt naar de begroting van het gemeentefonds, zodat de middelen via het gemeentefonds aan gemeenten kunnen worden uitgekeerd.

De datum van inwerkingtreding van de onderhavige regeling is 1 januari 2015. Volgens de systematiek van de vaste verandermomenten dient tussen publicatie en inwerkingtreding van regelgeving met directe relevantie voor medeoverheden een termijn van minimaal drie maanden in acht te worden genomen. De waterschapsbegroting wordt doorgaans in november vastgesteld door het algemeen bestuur. Om de waterschappen in staat te stellen in hun begroting van 2015 rekening te houden met de onderhavige regeling, wordt afgeweken van de voorgeschreven invoeringstermijn.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven