Publicatie AGOS, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Registratieaanvraag BOB Pecorino delle Balse Volterrane. BGA Carnikavas nēģi

Gelet op artikel 2 van het Instellingsbesluit Adviescommissie geografische aanduidingen, oorsprongsbenamingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten maakt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland de volgende publicaties in Publicatieblad C 336 van 26 september 2014 van de Europese Unie bekend.

Iedere natuurlijke of rechtspersoon die kan aantonen een rechtmatig belang te hebben in verband met door de Europese Commissie voorgenomen registratie van bijgaande productdossiers, kan tot uiterlijk 21 november 2014 zijn bedenkingen daartegen kenbaar maken door middel van toezending van een gemotiveerde verklaring aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, secretariaat AGOS,

Postbus 93119, 2509 AC Den Haag

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

2014/C 336/09

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de registratieaanvraag.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (2)

„PECORINO DELLE BALZE VOLTERRANE”

EG-nr. IT-PDO-0005-01166 – 22.10.2013

BGA () BOB (X)

  • 1. Naam

    „Pecorino delle Balze Volterrane”

  • 2. Lidstaat of derde land

    Italië

  • 3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

    • 3.1. Productcategorie

      Categorie 1.3. Kaas

    • 3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

      „Pecorino delle Balze Volterrane” is een kaas die uitsluitend wordt bereid uit plantaardig stremsel en volle rauwe schapenmelk afkomstig van melkveebedrijven in het beschermde geografische gebied. Van deze kaas worden vier soorten met elk een andere rijpingsduur aangeboden: „vers” (7 tot 44 dagen gerijpt), „semi-gerijpt” (45 dagen tot 6 maanden gerijpt), „gerijpt” (6 tot 12 maanden gerijpt) en „oud” (meer dan 12 maanden gerijpt). Bovendien heeft „Pecorino delle Balze Volterrane” op het moment dat hij in de handel wordt gebracht, de volgende kenmerken:

      Fysieke kenmerken: Vorm: cilindrisch, met een vlakke onder- en bovenkant en een rechte of enigszins bolle opstaande kant. Diameter van de onder- en bovenkant: 10 tot 20 cm. Hoogte van de opstaande kant: 5 tot 15 cm. Gewicht: 600 g tot 2 kg voor de „verse”, „semi-gerijpte” en „gerijpte” pecorino en maximaal 7 kg voor de „oude” pecorino.

      Chemische kenmerken: Vetgehalte in droge stof: > 45%. Eiwitten (Nx6,25): > 20%.

      Organoleptische eigenschappen: Korst: de kleur kan variëren van strogeel tot donkergeel. Na behandeling met olijfolie en as krijgt de kaas een grijze kleur. Kaasdeeg: compacte structuur met een minimale kruimeligheid en eventueel een gering aantal onregelmatig verspreide gaten. Gesneden varieert de kleur van wit bij de „verse” kaas tot min of meer strogeel bij de „semi-gerijpte”, „gerijpte” en „oude” soorten. Geur: aanhoudend, met de sensatie van melk en wilde kardoen en een bouquet van aromatische kruiden en gele bloemen. Smaak: in eerste instantie een zachte smaak met aroma’s van melk en bloemen en een vleugje kardoen; een lange, aanhoudende nasmaak, met vleugjes van verse planten; een licht pikante, karakteristieke eindsmaak, die intenser wordt naarmate de kaas langer heeft gerijpt, gecombineerd met een specifiek aroma en een lichte bitterheid bij de „gerijpte” en „oude” soorten.

    • 3.3. Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

      Melk: volle rauwe schapenmelk van een deels in vrijheid levend Sardisch schapenras.

      Stremsel: plantaardig, verkregen van bloeiwijzen van wilde kardoen of artisjok (Cynaria cardunculus).

      Zout: fijn.

    • 3.4. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong)

      Het voer van de schapen komt voor ten minste twee derde van de totale behoefte van weiden in het geografische gebied van de oorsprongsbenaming. Geconserveerd voer en granen in de vorm van korrels (gerst, haver, veldbonen) worden toegediend in hoeveelheden die afhankelijk van het jaargetijde variëren van 100 g/schaap/dag tot 800 g/schaap/dag, waarbij de grootste hoeveelheden worden opgenomen in de wintermaanden en de kleinste in de zomermaanden. De schapen mogen niet met genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) worden gevoed.

    • 3.5. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

      Tot de fasen van de productie die in het het productiegebied moeten plaatsvinden, behoren het houden van de schapen, de verkazing en de rijping.

    • 3.6. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz.

    • 3.7. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering

      Op het moment dat de kaas in de handel wordt gebracht, bevindt zich op een van de twee kanten een etiket waarop in duidelijke en leesbare karakters, naast het productlogo en het symbool van de Europese Unie, het volgende is vermeld:

      • de benaming „Pecorino delle Balze Volterrane”, gevolgd door de volledige vermelding „Beschermde oorsprongsbenaming” of de afkorting BOB;

      • de soort rijping („vers”, „semi-gerijpt”, „gerijpt” en „oud”);

      • de naam, de handelsnaam en het adres van het bedrijf dat zich bezighoudt met de productie, de rijping en de verpakking.

      Het product kan voorverpakt of in vacuümverpakking, in zijn geheel of in stukken, worden verkocht. Om te voorkomen dat het product door het in stukken snijden niet meer als zodanig is te herkennen, moet de vermelding „Pecorino delle Balze Volterrane” afgewisseld met het productlogo op het etiket voorkomen en ten minste vier keer (met een onderlinge afstand van 90 graden) op de kaas zijn aangebracht. Het is verboden kwalificaties toe te voegen die niet uitdrukkelijk zijn voorzien.

      Wel is het gebruik toegestaan van aanduidingen die refereren aan namen, handelsnamen of merknamen, mits zij niet in lovende bewoordingen zijn gesteld of in termen die de consument zouden kunnen misleiden, alsook andere waarheidsgetrouwe en gedocumenteerde verwijzingen die volgens de geldende regelgeving zijn geoorloofd. Zoals hieronder is te zien, wordt het productlogo gevormd door een cirkel met in het midden de gestileerde afbeelding van een wilde artisjok (kardoen) en twee gekromde grafische tekens die samen de letter „V”, de bladeren van de wilde artisjok en de contouren van twee heuvels op de achtergrond vormen, en daarboven de lucht. In de cirkel staat de vermelding „Pecorino delle Balze Volterrane”. Het logo kan worden aangepast aan de verschillende gebruiksvarianten.

  • 4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

    Het gebied waar de schapen worden gehouden en de „Pecorino delle Balze Volterrane” wordt geproduceerd en gerijpt, omvat uitsluitend het grondgebied van de gemeenten Volterra, Pomarance, Montecatini Val di Cecina, Castelnuovo Val di Cecina en Monteverdi, alle gelegen in de provincie Pisa.

  • 5. Verband met het geografische gebied

    • 5.1. Specificiteit van het geografische gebied

      Het productiegebied ligt in het uiterste zuidoosten van de provincie Pisa en strekt zich uit tussen de valleien van de rivieren Era (in het noorden) en Cecina (in het zuiden). Dit gebied, dat gelegen is in het binnenland maar niet ver van de zee is verwijderd, wordt gekenmerkt door een sublitoraal klimaat met regenval in de herfst- en lentemaanden. Het gebied heeft een zeer uiteenlopende morfologie, als gevolg van de sterke meteorische erosie en de menselijke activiteiten (ontbossing, veehouderij) die er van oudsher hebben plaatsgevonden. Deze factoren hebben geleid tot de vorming van biancane (kleine, kleiachtige koepels die lijken op kleine heuveltjes), calanchi (een reeks kleine, steile, aan elkaar grenzende valleien, met een hoefijzervormig oppervlakteprofiel) en balze (gigantische afgronden die zijn ontstaan door de eroderende werking van meteorisch water). In een dergelijke omgeving ondergaat de vegetatie een grondige selectie. De grillige morfologie, de veranderlijkheid en de geringe doorlaatbaarheid van de onderlaag, het lage gehalte aan organische stoffen in die onderlaag, zijn rijkdom aan zouten en de lange perioden van droogte resulteren in een zoutverdragende, kruidige vegetatie die over specifieke aanpassingsmechanismen beschikt. De top van de calanchi en de kammen zijn bedekt met graslanden, terwijl in de gebieden waar de klei aan de oppervlakte komt de esparcette domineert en aan de voet van de calanchi planten groeien die tegen stilstaand water kunnen. Daarnaast groeit er tijm en zijn er planten te vinden die gegraasd mogen worden, zoals Spaanse brem. Maar bovenal „groeit er spontaan in grote hoeveelheden” (Amerighi, 1973) wilde kardoen. Ook het feit dat de rauwe melk direct wordt verwerkt in de kaasmakerijen die bij de stallen van de dieren zijn gevestigd, draagt bij aan het ambachtelijke karakter van de kaasproductie. De inzet van plaatselijke ambachtslieden en de toepassing van onveranderde technieken hebben het mogelijk gemaakt de continuïteit van de traditie te waarborgen, waardoor een hoge mate van specialisatie is gehandhaafd die onvermijdelijk verbonden is met menselijke factoren en dus moeilijk kan worden gereproduceerd in andere gebieden.

    • 5.2. Specificiteit van het product

      Het specifieke karakter van „Pecorino delle Balze Volterrane” vloeit allereerst voort uit de specifieke productiemethode, die berust op het gebruik van plantaardig stremsel dat wordt verkregen uit de bloemen van de kardoen, een plant die in het gebied in overvloed aanwezig is. Dankzij dit aspect en de morfologie van de weilanden kan dit product zich met name vanuit organoleptisch oogpunt onderscheiden van andere schapenkazen. De specifieke kenmerken van de kaas betreffen met name zijn smaak, die onverwacht mild is voor een schapenkaas, en zijn geur, die afkomstig is van kardoen en plaatselijke kruiden en bloemen, waarvan de essences, dankzij de gematigde temperatuur (< 40 °C) van het verwerkingsproces, opgelost blijven en karakteriserend zijn voor het eindproduct.

    • 5.3. Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)

      Het klimaat en de geologische aspecten van het gebied zijn gunstig voor de ontwikkeling van plaatselijke plantensoorten. Deze planten zijn voor de schapen in de weiden de primaire voedselbron en voorzien de melk van de vluchtige aroma’s die de basis vormen van de specifieke organoleptische eigenschappen van de kaas. De omgeving is ook bepalend voor het verkrijgen van de specifieke soort stremsel uit wilde kardoen, dat tot een van de belangrijkste kenmerken van „Pecorino delle Balze Volterrane” behoort.

      Bovendien zijn door de buitengewoon sterke erosie holten ontstaan van verschillende vormen en afmetingen die in de loop der eeuwen, toen er nog geen klimaatkamers bestonden, door de plaatselijke herders zijn gebruikt om het vee in onder te brengen en om melkproducten natuurlijk te laten rijpen. In een dergelijke omgeving verloopt de rijping van de kaas, dankzij het min of meer constante vochtgehalte, op een geleidelijke wijze, waardoor de specifieke productkenmerken behouden blijven. Ook tegenwoordig worden deze omstandigheden, die bij de plaatselijke ambachtslieden al sinds jaar en dag bekend zijn, als ideaal beschouwd. Dit geldt niet alleen voor de producenten die er de voorkeur aan geven de gehele rijping, of de laatste fase ervan, in de grotten te laten plaatsvinden, maar ook voor producenten die over klimaatkamers beschikken. In deze kamers kunnen de temperatuur- en vochtigheidswaarden worden gecreëerd die van nature in de grotten voorkomen, namelijk een temperatuur tussen 7 en 10 °C en een vochtigheid tussen 70 en 90%.

      De menselijke factor blijkt eveneens bepalend te zijn voor het verwerkingsproces van de kaas, met name tijdens de hierna genoemde fasen, die alle handmatig gebeuren volgens van oudsher in het gebied verworven vaardigheden: het toevoegen van plantaardig stremsel, wat een bepaalde vaardigheid vereist vanwege het mindere stremmingsvermogen van dit type stremsel vergeleken met dierlijk stremsel, het breken van de wrongel, dat voorzichtig plaatsvindt met een scherp instrument („spino” genaamd), en het vormen, dat het resultaat is van een nauwkeurig uitgevoerde persing, die nodig is om de juiste hoeveelheid wei uit te drijven. Wat betreft het effect van het productieproces op de kenmerken van het eindproduct, moet worden opgemerkt dat bij de werkwijze voor het verkrijgen van „Pecorino delle Balze Volterrane”, waarbij wordt gebruikgemaakt van plantaardig stremsel, de melk langzamer en moeizamer stremt dan bij dierlijk stremsel het geval is. Dit is van grote invloed op de synerese, ofwel het proces dat de wei uit de wrongel drijft, waardoor meer vocht verloren gaat dan bij andere kazen, maar in een lager tempo. Zo wordt een mildere kaas verkregen zonder uitgesproken pikante stukjes, zelfs bij de „gerijpte” en „oude” soorten.

      Binnen de plaatselijke gastronomie staat „Pecorino delle Balze Volterrane” bekend om zijn delicate smaak en wordt de kaas bijzonder gewaardeerd. Deze kaas maakt in het gebied deel uit van talloze traditionele gerechten. Er bestaan talloze gelegenheden om deze kaas te nuttigen, bijvoorbeeld als voorgerecht, samen met vleeswaren en groenten in olie, als geraspte kaas over pasta’s met een saus op basis van vlees of, afhankelijk van de mate van rijping, als kaas voor op tafel of om te raspen voor gebruik in soepen en gevulde pasta’s uit de oven (bijvoorbeeld voor „ceci in magro”).

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006 (3))

De bevoegde instantie heeft de nationale procedure voor de indiening van bezwaarschriften tegen de registratieaanvraag voor de BOB „Pecorino delle Balze Volterrane” ingeleid (zie Gazzetta Ufficiale della Repubblica Italiana nr. 198 van 24 augustus 2013).

De geconsolideerde tekst van het productdossier kan worden geraadpleegd op de volgende internetsite: http://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/3335

ofwel

door rechtstreeks de homepage van de site van het Italiaanse Ministerie van Landbouw, Levensmiddelen en Bosbouw (www.politicheagricole.it) te openen en te klikken op „Qualità e sicurezza” (Kwaliteit en veiligheid) (rechtsboven in het scherm) en vervolgens op „Disciplinari di Produzione all’esame dell’UE” (Productdossiers die voor onderzoek aan de EU zijn overgelegd).

(1) PB L 343 van14.12.2012, blz. 1.

(2) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12. Vervangen bij Verordening (EU) nr. 1151/2012.

(3) Zie voetnoot 2.

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

2014/C 336/10

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (2)

„CARNIKAVAS NĒĢI”

EG-nr.: LV-PGI-0005-01153 – 11.9.2013

BGA (X) BOB ()

  • 1. Naam

    „Carnikavas nēģi”

  • 2. Lidstaat of derde land

    Letland

  • 3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

    • 3.1. Productcategorie

      Categorie 1.7. Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis daarvan.

    • 3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

      De naam „Carnikavas nēģi” verwijst naar de rivierprik (Lampetra fluviatilis) die, gedurende een bepaalde periode (van 1 augustus tot en met 1 februari), specifiek in de regio van de rivier de Gauja bij de gemeente Carnikava wordt gevangen. Deze aanvraag heeft zowel betrekking op verse prikvissen als op gekookte prikvissen in aspic.

      De naam „Carnikavas nēģi” verwijst naar verse prikvissen met de volgende kenmerken:

      • een lange, dunne rondbek met een glad lichaam,

      • een zuignapachtige mond,

      • geen borst- of buikvinnen,

      • een lengte van minstens 23 cm en maximaal 52 cm en een gewicht van minstens 80 g,

      • kleur: donker blauwig groene, blauwig grijze of groenig bruine rug en bovenste flanken en grijzige, gouden of witte onderste flanken en onderkant,

      • een levensduur van maximaal 7 jaar.

      De naam „Carnikavas nēģi” verwijst naar gekookte prikvissen in aspic, wanneer het product voor 70% uit prikvis en voor 30% uit aspic bestaat.

      De gekookte prikvissen worden in hun geheel verkocht, hebben een malse of halfzachte consistentie, zijn afgeplat, bruin van kleur en bedekt met transparante gele of bruine aspic. Ze zijn rijk, vol en lichtelijk zout van smaak.

    • 3.3. Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

      De „Carnikavas nēģi” die worden gebruikt om te koken, mogen vers of gekoeld zijn. De aspic wordt bereid van water, zout en gelatine.

    • 3.4. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong)

      De prikvissen worden niet kunstmatig gevoed. Ze voeden zich in het wild.

    • 3.5. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

      De onderstaande onderdelen van het productieproces moeten in het afgebakende geografische gebied plaatsvinden:

      • de vernieuwing van de bestanden prikvis in de rivier Gauja door elk jaar jonge prikvissen die zijn opgegroeid in de wateren van de Gauja los te laten in de bovenloop van de rivier;

      • „Carnikavas nēģi” mogen alleen in de periode van 1 augustus tot en met 1 februari, met gebruik van potvallen, in de benedenloop van de rivier Gauja en in de buurt van haar stroomgebied worden gevangen.

      • de bereiding van prikken – boven een kolenvuur koken en in aspic verwerken.

    • 3.6. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz.

    • 3.7. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering

      De naam „Carnikavas nēģi” wordt gebruikt om voor de verkoop bestemde verse prikken en gekookte prikken in aspic te etiketteren. Wanneer de vissen door de groothandel of kleinhandel worden verkocht, moet deze naam zichtbaar zijn op de verpakking van het product of bij het product zijn weergegeven.

  • 4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

    De gemeente Carnikava. De prikvissen worden gevangen in het deel van de Gaujarivier dat binnen het grondgebied van de gemeente Carnikava stroomt.

  • 5. Verband met het geografische gebied

    • 5.1. Specificiteit van het geografische gebied

      Vissers zijn al eeuwenlang werkzaam op het grondgebied van de huidige gemeente Carnikava, zowel op zee, als op de rivier de Gauja. De vangst van prikvissen was voor het in de 17e eeuw gebouwde landgoed van Carnikava een van de belangrijkste bronnen van inkomsten. Carnikava is momenteel de enige plaats aan de oevers van de Gauja waar de visserij op prikvissen is toegestaan.

      De vissers van vandaag gebruiken nog steeds eeuwenoude tradities, die van generatie op generatie zijn doorgegeven, met betrekking tot de optimale plaatsen om te vissen, de gewoonten van de prikvissen en de invloed van weersomstandigheden op hun gedrag. Volgens deze tradities zullen er na een nacht met een volle maan geen prikvissen in de vallen zitten, en is het gemakkelijker om de vis te vangen in troebelere wateren. Aangezien de bedding van de Gauja elk jaar verandert, is het bovendien altijd van belang om nieuwe visplekken te vinden.

      Prikvissen hebben voor Carnikava altijd een bijzondere betekenis gehad. De lokale bevolking werd erdoor voorzien van werkgelegenheid en welvaart, deed uitgebreide ervaring op in de visserij en werd erg bekwaam in de verwerking van prikvissen tot heerlijke maaltijden. Om deze reden wordt Carnikava, buiten Letland, zelfs het „prikviskoninkrijk” genoemd. Dankzij de prikvissen, maar ook dankzij de lokale bevolking die altijd heeft samengewerkt en elkaar door dik en dun heeft gesteund, heeft Carnikava sinds de 17e eeuw een reputatie opgebouwd die de gemeentegrenzen ver heeft overschreden.

      Door de prikvissen is Carnikava bekend tot ver over de grenzen van Letland. Hierdoor kon het traditionele beroep van de visserij op prikvis in de gemeente tot op heden in stand worden gehouden. Op het wapen van de gemeente Carnikava staat ook een prikvis afgebeeld.

      Om te voorkomen dat de bestanden prikvis uitgeput geraken en ervoor te zorgen dat de vaardigheden op het gebied van vangst en verwerking van prikvissen aan toekomstige generaties kunnen worden overgedragen, worden belangrijke inspanningen gedaan om deze hulpbron te vernieuwen. Elk jaar worden jonge prikvissen die zijn opgegroeid in de wateren van de Gauja, uitgezet in de bovenloop van de rivier. Het kunstmatig aanvullen van vispopulaties is een traditie die in Letland al meer dan honderd jaar bestaat. Reeds in 1896 werd er in Carnikava een incubator voor viseieren geïnstalleerd.

    • 5.2. Specificiteit van het product

      De smaakkenmerken van de „Carnikavas nēģi” zijn verbonden met de visserij- en bereidingsvaardigheden van de inwoners van Carnikava. Deze vaardigheden zijn gebaseerd op handenarbeid en ervaring en zijn sinds de 17e eeuw in stand gehouden.

      De specifieke voorschriften voor de traditionele bereiding van prikvissen gelden voor in het bedoelde gebied gevangen rivierprikken, die zich van vis uit andere rivieren onderscheiden door hun zuiverheid (zonder zand).

      Het product heeft zijn bijzondere smaak te danken aan de kookvaardigheden van de producent, waardoor het product de benodigde kleur en consistentie krijgt, alsmede aan de juiste kooktijd, waardoor de prikvis precies mals genoeg gekookt wordt.

    • 5.3. Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel van een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)

      Het verband tussen het product en het geografische gebied is gelegen in de naamsbekendheid die de „Carnikavas nēģi” genieten en de vaardigheden van de lokale vissers en visverwerkende bedrijven, die de eeuwenoude tradities en methoden in stand houden.

      De betekenis en reputatie van de visserij op prikvissen blijken ook uit historische bronnen waarin naar Carnikava wordt verwezen als het „prikviskoninkrijk”, als gevolg van de visserijactiviteiten van het lokale landgoed. De bereidingswijze van prikvissen dateert uit 1882. Vanaf 1913 werd de traditionele wijze van bereiding van de prikvissen steeds vaker opgenomen in recepten, die omschreven hoe de prikvis, met toevoeging van kokend water, in de oven wordt bereid.

      Prikvissen uit Carnikava, die in de monding van de Gauja binnen het grondgebied van de gemeente Carnikava worden gevangen en gekookt, waren aan het begin van de 19e eeuw al bekend voor hun hoge kwaliteit.

      Het feit dat tegenwoordig bezoekers uit heel Letland naar de stad afzakken voor het jaarlijkse prikvisfestival, bevestigt de reputatie van de prikvissen uit Carnikava. Elk jaar wordt op de voorlaatste zondag van augustus in Carnikava een festival georganiseerd dat in het teken staat van de eeuwenoude plaatselijke tradities op het gebied van de visserij en de bereiding van prikvissen. Op het festival worden de prikvissen in soepen verwerkt en gegrild, gekocht en verkocht, en vindt er een wedstrijd „prikvis eten tegen de klok” plaats. Het festival luidt de opening van het seizoen voor de prikvisvisserij in Carnikava in.

      Plaatselijke ondernemingen hebben op beurzen in en buiten Letland kwaliteitsprijzen ontvangen voor gekookte prikvis in aspic. „Carnikavas nēģi” in aspic heeft in 2011 een van de hoogste prijzen van Letland in de wacht gesleept, meer bepaald de titel „Product met een lokale identiteit”, die door het Letse Plattelandsforum wordt uitgereikt voor voedingsproducten die aan vastgestelde kwaliteit- en smaakcriteria voldoen, in hoog aanzien staan bij de plaatselijke bevolking, in een bepaald geografisch gebied met lokale grondstoffen worden geproduceerd en bijdragen aan de duurzame ontwikkeling van de regio.

      Een aantal toeristische routes omvat ook proeverijbezoeken aan de prikvis-producenten en een bezoek aan het plaatselijke geschiedkundig museum, waar het belang van de visserij en de verwerking van prikvis voor de lokale bevolking aanschouwelijk wordt gemaakt.

      De gemeente Carnikava heeft deelgenomen aan toeristische beurzen in Finland, Estland en Rusland, waar zij haar tradities op het gebied van de visserij en de bereiding van prikvissen heeft gepresenteerd.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12. Vervangen door Verordening (EU) nr. 1151/2012.

(3) Zie voetnoot 2.

Naar boven