Convenant Belastingdienst-Politie inzake medegebruik door de Belastingdienst van de ANPR-camera’s van de Politie

Partijen,

1. De Belastingdienst, ten deze vertegenwoordigd door het lid van het Managementteam van de Belastingdienst, de heer drs. T.W.M. Poolen, hierna te noemen ‘de Belastingdienst’;

en

2. De Politie, ten deze vertegenwoordigd door de Politiechef van de Landelijke Eenheid, mevrouw P.M. Zorko, hierna te noemen ‘de Politie’;

Overwegende,

dat de Belastingdienst ten behoeve van de uitvoering van haar taken wenst te beschikken over gegevens als die welke de Politie met behulp van ANPR-technologie vergaart met het oog op de uitvoering van de politietaak;

dat door partijen wordt onderkend dat het vanuit efficiencyoverwegingen wenselijk wordt geacht dat de Belastingdienst daartoe gebruik maakt van dezelfde camera’s als de Politie;

Komen het volgende overeen:

Artikel 1: Doel van de overeenkomst

  • 1.1 Dit convenant ziet op het medegebruik door de Belastingdienst van de bij de Politie in gebruik zijnde ANPR-camera’s op de hoofdverkeersassen.

  • 1.2 In onderling overleg tussen partijen kan, onder nader te bepalen voorwaarden, het medegebruik van de ANPR-camera’s door de Belastingdienst worden uitgebreid tot nader te bepalen overige ANPR-camera’s die tot het ANPR-netwerk van de Politie behoren.

Artikel 2: Uitvoering van de overeenkomst

De uitvoering van deze overeenkomst vindt plaats door:

  • a. voor de Belastingdienst: de Belastingdienst/Centrale Administratie-IVG;

  • b. voor de Politie: de Dienst ICT van de Politie.

Artikel 3: Grondslag, reikwijdte van de overeenkomst en proportionaliteit

  • 3.1 Het verzamelen, vastleggen en bewaren van de camerabeelden door de Belastingdienst vindt plaats in het kader van de heffing en invordering van rijksbelastingen. De bevoegdheid van de Belastingdienst om camerabeelden te gebruiken, is gebaseerd op art. 11 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dat wil zeggen de autonomie van de inspecteur om op basis van de hem ter beschikking staande feiten/waarnemingen een aanslag op te leggen.

  • 3.2 De van de ANPR-camera’s ontvangen beelden/gegevens worden door de Belastingdienst gebruikt voor het toezicht op de naleving van fiscale wet- en regelgeving inzake onder meer:

    • Wet op de loonbelasting 1964 (privé gebruik auto);

    • Wet Inkomstenbelasting 2001 (o.a. privé gebruik auto);

    • Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992;

    • Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994;

    • Wet belasting zware motorrijtuigen (eurovignet);

    • Wet op de omzetbelasting 1968;

    • Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

  • 3.3 Niet alle door de ANPR-camera’s vastgelegde gegevens zijn voor de Belastingdienst relevant. Om te voldoen aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit worden de ANPR-gegevens bij de verwerking door de Belastingdienst direct gefilterd op fiscale relevantie. De fiscaal niet relevante gegevens worden direct vernietigd. De wijze waarop de selectie op fiscale relevantie wordt uitgevoerd wordt door de Belastingdienst vastgelegd in een protocol dat periodiek wordt bijgewerkt.

  • 3.4 De verwerking van de beelden/gegevens door de Belastingdienst zal uitsluitend plaatsvinden op een wijze die in overeenstemming is met de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 4: Werkwijze

  • 4.1 De Belastingdienst en de Politie realiseren in gezamenlijkheid een technische oplossing in de vorm van een koppelvlak waarbij de gegevens van de in artikel 1 genoemde ANPR camera’s rechtstreeks (in real-time) en zonder opslag in een politieomgeving naar de BD omgeving worden geleid voor verdere verwerking.

  • 4.2 De technische uitwerking wordt vastgelegd in een tussen partijen te maken werkafspraak welke geacht wordt deel uit te maken van deze overeenkomst. Deze werkafspraak omvat onder meer een nauwkeurige beschrijving van de aard van de door te geleiden gegevens, de precieze wijze van doorgeleiding en de bij de uitvoering van deze overeenkomst betrokken contactpersonen.

Artikel 5: Kostenvergoeding

  • 5.1 Aan de Belastingdienst zullen geen kosten worden berekend voor het medegebruik van de ANPR-camera’s van de Politie.

  • 5.2 Het realiseren van het in dit convenant bedoelde medegebruik vindt grotendeels plaats door hergebruik van bestaande componenten die binnen de partijen aanwezig zijn. Overige noodzakelijke hardware componenten en abonnementsgelden (Diginetwerk e.d.) zullen worden betaald door de Belastingdienst.

    Ieder der partijen draagt de eigen kosten voor de inzet van de benodigde personele capaciteit.

Artikel 6: Evaluatie

Partijen komen overeen jaarlijks – of zoveel vaker als door één van beide partijen noodzakelijk wordt geacht – de hiervoor beschreven werkwijze te evalueren, waarbij onder meer de volgende aspecten worden besproken:

  • a. stand van zaken met betrekking tot hetgeen in de onderhavige overeenkomst is afgesproken;

  • b. behaalde resultaten en leermomenten;

  • c. toekomstige ontwikkelingen en het, op grond daarvan, desgewenst maken van nieuwe afspraken;

  • d. eventuele aanpassing van het de overeenkomst.

Artikel 7: Inwerkingtreding, duur en beëindiging van de overeenkomst

Dit convenant treedt in werking op de dag volgend na de dag van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en wordt gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan in onderling overleg door Partijen gezamenlijk worden gewijzigd of beëindigd. Zij kan door elk der Partijen door middel van schriftelijke kennisgeving worden opgezegd. Hierbij geldt een opzegtermijn van een maand.

Aldus opgemaakt in tweevoud en ondertekend te Den Haag, 3 september 2014

Belastingdienst T.W.M. Poolen Lid van het Managementteam van de Belastingdienst

Driebergen, 3 september 2014

Politie P.M. Zorko Politiechef van de Landelijke Eenheid

Naar boven