Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 13 oktober 2014, nr. DGP/ARBVW 2014-559089, tot wijziging van de Regeling vergoeding schade persoonlijk eigendom in verband met de driejaarlijkse indexering van bedragen aan de prijsontwikkeling

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 69, vijfde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 3, derde lid, van de Regeling vergoeding schade persoonlijk eigendom wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 209,75’ vervangen door: € 221,72.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 104,87‘ vervangen door: € 110,85.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 104,87‘ vervangen door: € 110,85.

4. In onderdeel d wordt ‘€ 52,44‘ vervangen door: € 55,43.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2014. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 september 2014, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 oktober 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

TOELICHTING

Het komt voor dat aan persoonlijk eigendom van politieambtenaren tijdens de uitoefening van hun werkzaamheden schade wordt toegebracht. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan brillen, horloges of kleding. In artikel 3, vierde lid, van de Regeling vergoeding schade persoonlijk eigendom, is aangegeven dat de hoogte van de bedragen, genoemd in het derde lid van dat artikel, iedere drie jaar worden herzien. Deze regeling bevat de aanpassing van deze bedragen overeenkomstig de indexcijfers van de prijs- en loonontwikkeling.

Bij de aanpassing van de bedragen wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de prijsontwikkeling van brilmonturen, horloges, sieraden en zonnebrillen. De bedragen worden aangepast aan de door het Centraal Planbureau in het Centraal Economisch Plan (CEP) gepubliceerde afgeleide consumentenprijsindex. Omdat de bedragen iedere drie jaar worden herzien wordt voor deze wijziging rekening gehouden met de consumentenprijsindex over de jaren 2012, 2013 en 2014. Voor het jaar 2012 bedroeg deze index 2,1%, voor 2013 1,75% en voor 2014 was dat 1,75%.

De nieuwe vergoedingen luiden derhalve als volgt:

  • o brilmonturen: € 221,72 (was € 209,75)

  • o horloges: € 110,85 (was € 104,87)

  • o sieraden: € 110,85 (was € 104,87)

  • o zonnebrillen: € 55,43 (was € 52,44)

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven