Besluit tot opheffing beperkingen aan de openbaarheid van enige inventarisnummers in het archief Commissariaat Indische Zaken

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 15, derde lid Archiefwet 1995,

Gelet op de verklaring van overdracht van 13 september 1994 en de daarbij behorende regeling van de openbaarheid,

Gehoord hebbende de Minister van Buitenlandse Zaken,

Besluit:

De beperking aan de openbaarheid van de inventarisnummers 2139, 2638, 2653, 2738, 2739, 2787, 2791, 3307, 3323, 3324, 3406, 3424 en 3736–3740 in het archief Ministerie van Buitenlandse Zaken/Commissariaat Indische Zaken (1980–1950), toegang 2.10.49 wordt opgeheven.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Den Haag, 9 oktober 2014

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, namens deze, De algemene rijksarchivaris a.i., K.J.P.F.M. Jeurgens

Een belanghebbende kan tegen dit besluit beroep instellen bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan hij zijn woonplaats heeft. Voordat hij beroep instelt, moet hij binnen zes weken na de inwerkingtreding van dit besluit bij de Algemeen Rijksarchivaris een bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet worden gestuurd aan het Nationaal Archief, Postbus 90520, 2509LM Den Haag.

TOELICHTING

Op 13 september 1994 is het archief van het Commissariaat Indische Zaken, ressorterend onder het Ministerie van Buitenlandse Zaken, overgebracht naar het Nationaal Archief. In de regeling van openbaarheid die bij de Verklaring van Overbrenging is gevoegd, staat gesteld dat alle inventarisnummers jonger dan 75 jaar beperkt openbaar zijn met het oog op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en mogelijk onevenredige bevoor- of benadeling van betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen.

In juli en augustus 2014 is een onderzoek uitgevoerd naar de inhoud van de betreffende inventarisnummers. Daarbij is getoetst of de aan de openbaarheid gestelde beperking nog gerechtvaardigd is. Daarbij is gebruik gemaakt van de omschrijvingen in de inventaris en de inhoud van de inventarisnummers.

Uit dit onderzoek is gebleken dat voor een deel van de inventarisnummers de gestelde beperking niet langer gerechtvaardigd is. In deze inventarisnummers is de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer noch onevenredige bevoor- of benadeling aan de orde.

Hierbij maakt de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gebruik van de bevoegdheid op grond van artikel 15, derde lid Archiefwet om de beperkingen aan de openbaarheid die aan deze inventarisnummers zijn gesteld, op te heffen.

Naar boven