VERKEERSBESLUIT – Eenrichtingsverkeer – Westhavenkade-zuid – Vlaardingen
Logo Vlaardingen
910013
Het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen;
vastgesteld hebbend, dat de bestuurlijke bevoegdheid hiertoe op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 bij hem ligt, omdat dit verkeersbesluit betrekking heeft op een weg of gedeelte daarvan, zoals genoemd in artikel 1, eerste lid, onder b, van die wet, die onder het beheer van noch het Rijk, noch de provincie, noch het waterschap valt en is gelegen in de gemeente Vlaardingen;
gelezen het advies van de politie waarmee is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 24 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het wegverkeer;
overwegende dat op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 een verkeersbesluit moet worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;
overwegende dat op grond van artikel 15, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 een verkeersbesluit moet worden genomen voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken;
Besluiten:
  • 1.
    door plaatsing van verkeersborden model C02 en C03 met het onderbord model OB52 (uitgezonderd fietsers) van bijlage I van het RVV 1990 op de Westhavenkade, ter hoogte van Westhavenkade 85 bij de aansluiting op het Sluisplein, eenrichtingsverkeer in te stellen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee, uitgezonderd fietsers, in de richting van het Sluisplein;
  • 2.
    door plaatsing van verkeersborden model D06l, D06r en D07 van bijlage I van het RVV 1990 op het Sluisplein, de Westhavenkade en de Galgkade, ter hoogte van de kruising met de Westhavenkade, de verplichte rijrichtingen zodanig in te stellen dat het niet meer is toegestaan de Westhavenkade in de richting van de Maasboulevard in te rijden;
  • 3.
    de verkeersborden en verkeersmaatregen te plaatsen zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende tekening;
  • 4.
    te bepalen dat dit verkeersbesluit in werking treedt op de dag nadat een termijn van zes weken na bekendmaking is verstreken.
OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT
Aanleiding en bestaande situatie
  • dat bij brief van 12 december 2013, met kenmerk 757859 door de heer Oerlemans, voorzitter van IKV Ondernemend Vlaardingen, een verzoek is ingediend om de verkeerslichten op het Sluisplein tijdelijk buiten werking te stellen en de verkeerslichten pas weer in werking te stellen als er een oplossing gevonden is die de ondernemers niet schaadt in hun bedrijfsvoering;
  • dat op 15 januari 2014 de verkeerslichten op het Sluisplein tijdelijk zijn uitgeschakeld;
  • dat op 15 januari 2014 tijdelijk een mobiele verkeerslichteninstallatie is geplaatst bij de voetgangers- en fietsersoversteek op het Sluisplein;
  • dat op 15 januari 2014 tijdelijk op de Westhavenkade, ter hoogte van Westhavenkade 85 bij de aansluiting op het Sluisplein, eenrichtingsverkeer is ingesteld voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee, uitgezonderd fietsers, in de richting van het Sluisplein;
  • dat op 15 januari 2014 tijdelijk op het Sluisplein, de Westhavenkade en de Galgkade, ter hoogte van de kruising met de Westhavenkade, de verplichte rijrichtingen zodanig zijn ingesteld dat het niet meer is toegestaan de Westhavenkade in de richting van de Maasboulevard in te rijden;
  • dat de Westhavenkade, de Galgkade en het Sluisplein binnen de bebouwde kom van Vlaardingen zijn gelegen;
  • dat de Galgkade en het Sluisplein zijn gecategoriseerd als gebiedsontsluitingswegen met een maximum snelheid van 50 km/uur;
  • dat de Westhavenkade is gecategoriseerd als erftoegangsweg met een maximum snelheid van 30 km/uur;
  • dat in 2009 en 2010 het Sluisplein en de aanpalende wegvakken van de Westhavenkade, Oosthavenkade, Galgkade en Vulcaanweg zijn heringericht;
  • dat er sindsdien een doorgaande, goede en veilige rechtstreekse langzaam verkeersverbinding (voor voetgangers en fietsers) langs de Westhavenkade van noord (Centrum) naar zuid (’t Hooft) aanwezig is;
  • dat er sindsdien verkeerslichten op het Sluisplein staan;
  • dat de verkeerslichten op het Sluisplein zijn aangebracht om de volgende redenen:
    • om de verbinding van stad naar water en vice versa te versterken;
    • met het oog op de toen reeds geplande ontwikkeling van woningbouw in het gebied;
    • om een betere doorstroming op het drukke verkeersplein met de aansluiting op de A4 bij Vijfsluizen te bewerkstelligen;
  • dat bij de herinrichting van het Sluisplein er tevens verkeerstekens en verkeersborden zijn aangebracht ter regeling van het verkeer voor situaties waarin de vri’s niet in werking zijn;
  • dat uit het oogpunt van duurzaam veilig verkeer op kruisingen tussen gebiedsontsluitingswegen met erftoegangswegen de voorrang geregeld dient te worden ten gunste van de gebiedsontsluitingswegen;
  • dat op de kruising Westhavenkade – Galgkade de voorrang voor alle verkeer, dus ook voor de fietsers op het parallel aan de Galgkade gelegen tweerichtingen fietspad, is geregeld ten gunste van de Galgkade;
  • dat derhalve al het verkeer ten westen van de sluis komende uit noordelijke of zuidelijke richting, dus inclusief voetgangers en fietsers, voorrang moet verlenen aan het al het verkeer op de kruisende verkeersstroom op de Galgkade;
  • dat op de kruising Oosthavenkade (noord) – Galgkade – Oosthavenkade (zuid) de voorrang voor alle verkeer is geregeld ten gunste van de Galgkade;
  • dat derhalve al het verkeer komende vanaf de KW-havens voorrang moet verlenen aan het verkeer op de Galgkade en de Oosthavenkade-noord;
  • dat voorkomen moet worden dat spoorwegovergangen geblokkeerd worden met wachtend verkeer voor nabijgelegen kruisingen;
  • dat een geblokkeerde spoorwegovergang tot aanzienlijk ernstigere ongevallen zal leiden dan het niet voldoen aan duurzaam veilig verkeer door een gebiedsontsluitingsweg voorrang te laten verlenen aan een erftoegangweg;
  • dat derhalve op de kruising Oosthavenkade – Vulcaanweg de voorrang voor alle verkeer is geregeld ten gunste van de Oosthavenkade;
  • dat derhalve het verkeer op de Vulcaanweg voorrang verlenen moet verlenen aan het verkeer op de Oosthavenkade.
Verkeerskundige aspecten
  • dat onderzoek is gedaan naar mogelijke definitieve oplossingen;
  • dat in het voorjaar de tijdelijke situatie is gemonitord;
  • dat de verkeersintensiteit van het oost-west verkeer vice versa licht is gestegen: van 10.100 motorvoertuigen per etmaal in september 2012 naar 10.600 motorvoertuigen in april 2014;
  • dat de verdeling van de verkeerssoorten naar personenverkeer en vrachtverkeer is gewijzigd, van 87% personenverkeer in september 2012 naar 85% personenverkeer in april 2014 en dus 13% vrachtverkeer in september 2012 naar 15% vrachtverkeer in april 2014;
  • dat de doorstroming voor het oost-west verkeer is verbeterd;
  • dat het oost-west verkeer alleen moet wachten voor het langzame verkeer dat wil oversteken;
  • dat de wachttijd van het oost-west verkeer 40 seconden is;
  • dat de wachttijd voor het langzaam verkeer 30 seconden is;
  • dat er in de beleving een onoverzichtelijke situatie is ontstaan: de verkeerslichten staan uit, maar plotseling staat er toch een rood licht aan;
  • dat het oost-west verkeer een hoge rijsnelheid heeft;
  • dat het tijdens drukte moeilijk is om vanuit de Westhavenkade ‘in te voegen’ in het doorgaande oost-west verkeer;
  • dat er hierdoor kleinere hiaten geaccepteerd worden bij het invoegen;
  • dat er hierdoor conflictsituaties ontstaan;
  • dat er drie daadwerkelijke ongevallen geregistreerd zijn;
  • dat het verkeer op de brug slechts één opstelstrook heeft voor alle richtingen;
  • dat er op de brug geen ruimte is om een aparte linksafstrook te realiseren;
  • dat het instellen van éénrichtingsverkeer op de Westhavenkade-zuid richting de Galgkade eenvoudiger en goedkoper te realiseren is dan het aanbrengen van een extra rijstrook op de brug;
  • dat de Westhavenkade-zuid via de Abel Tasmanlaan of de Bartholomeus van Buerrenweg en de Maasboulevard te bereiken is;
  • dat om het inrijden te voorkomen slechts een beperkt stukje van de Westhavenkade definitief eenrichtingsverkeer behoeft te worden;
  • dat het vanwege de remkrachten die op het brugdek worden uitgeoefend niet wenselijk is dat verkeer op de brug moet remmen.
Uit het oogpunt van:
  • dat de maatregelen (gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet) strekken tot het verzekeren van de veiligheid op de weg
  • dat de maatregelen (gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet) strekken tot het beschermen van weggebruikers en passagiers;
Is het gewenst om:
de doorstroming en verkeersveiligheid op het Sluisplein te bevorderen door verkeer vanaf het Sluisplein, de Westhavenkade-noord en de Galgkade richting de Westhavenkade-zuid te verbieden en de verkeerslichten op deze kruising weer aan te zetten met een gewijzigd programma, waarbij de tijdelijke situatie bestendigd wordt om de nadelen op te heffen. Een en ander zoals weergegeven op bijgevoegde tekening.
Belangenafweging
  • Bij de afweging van de belangen gaat het om verkeerskundige aspecten, in dit geval de verkeersveiligheid en het beschermen van de weggebruikers, zoals geformuleerd in artikel 2, eerste lid, sub a en b, van de Wegenverkeerswet 1994;
  • Het advies van het Mobiliteitsplatform Vlaardingen is meegewogen in de besluitvorming over de definitieve maatregelen op het Sluisplein.
  • De ontvangen reacties tijdens de informatieavond zijn meegewogen in de besluitvorming over de definitieve maatregelen op het Sluisplein.
  • De ontvangen schriftelijke reacties zijn meegewogen in de besluitvorming over de definitieve maatregelen op het Sluisplein.
  • Het belang van alle weggebruikers, met name van het langzaam verkeer, is afgewogen tegen het economische algemene belang van de bereikbaarheid en de doorgang van het verkeer;
  • Het belang van de brugconstructie is afgewogen tegen het economische belang van de bereikbaarheid, de veiligheid van het verkeer en de doorgang van het verkeer;
  • Met de vaststelling van dit verkeersbesluit is dan ook geen sprake van een besluit met onevenredig nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3.4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Zorgvuldigheid
  • Het Mobiliteitsplatform Vlaardingen, waarin bewoners en ondernemers zitten, is om advies gevraagd over het voorstel voor de definitieve maatregelen op het Sluisplein. Op 5 september is het advies van het Mobiliteitsplatform ontvangen.
  • Eind augustus heeft het voorstel voor de definitieve maatregelen op het Sluisplein in het lokale huis-aan-huisblad gestaan, inclusief de aankondiging van een informatieavond. Ook is het voorstel op de website van de gemeente gepubliceerd, inclusief de aankondiging van een informatieavond. Daarnaast is het voorstel in een brief aan de bewoners en ondernemers van de buurt Maasboulevard toegezonden, met daarbij de uitnodiging voor de inloopavonden. In die brief is hen de gelegenheid geboden om per e-mail te reageren op het voorstel. Op 9 en 17 september hebben de inloopavonden plaatsgevonden waar het voorstel is toegelicht. In totaal zijn circa 15 personen langs geweest. Er zijn twee reacties uit de buurt per mail ontvangen.
  • Bij de voorbereiding van dit besluit is dan ook gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheid die op grond van de Algemene wet bestuursrecht ten aanzien van besluiten als deze moet worden betracht.
Vlaardingen, 14 oktober 2014
Burgemeester en wethouders van Vlaardingen,
de secretaris, de burgemeester
ir. C. Kruyt A.B. Blase
MEDEDELINGEN
Bezwaar
Belanghebbenden kunnen ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht tegen dit besluit binnen zes weken na bekendmaking daarvan, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen, onder vermelding van “bezwaarschrift verkeersbesluit”, Postbus 1002, 3130 EB Vlaardingen.
Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en tenminste bevatten:
  • a.
    naam en adres van belanghebbende;
  • b.
    de dagtekening;
  • c.
    een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt;
  • d.
    de gronden van het bezwaar;
  • e.
    een volmacht, indien het bezwaarschrift niet door de belanghebbende maar door een ander, namens hem, wordt ingediend.
Het maken van bezwaar schorst niet de werking van dit besluit (zie artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht).
De indiener van een bezwaarschrift kan ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, als onverwijlde spoed dat – gelet op de betrokken belangen – vereist, eveneens een voorlopige voorziening (waaronder schorsing) vragen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank te Rotterdam, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam.
Afschriften
Afschriften van dit verkeersbesluit zijn verzonden aan:
•de politie.
Naar boven