Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) | Staatscourant 2014, 29560 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) | Staatscourant 2014, 29560 | Besluiten van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;
Besluit:
De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
Paragraaf C7/13 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:
Ten aanzien van Irak geldt een besluit in de zin van artikel 43, aanhef en onder a, Vw voor vreemdelingen afkomstig uit de provincies Bagdad, Anbar, Ninewa, Salaheddin, Ta’mim (Kirkuk), Diyala en Babil.
De IND neemt in ieder geval ten aanzien van de volgende categorieën vreemdelingen ‘personal and knowing participation’ in de zin van paragraaf C2/6.2.8 Vc aan:
• hoofden van de volgende inlichtingen- en veiligheidsdiensten:
a. de Algemene Inlichtingendienst;
b. de Militaire Inlichtingendienst;
c. de Speciale Veiligheidsdienst;
d. de Algemene Veiligheidsdienst; en
e. de Militaire Veiligheidsdienst;
• officieren van de Speciale Veiligheidsdienst.
In Irak is geen gebied waar sprake is van een uitzonderlijke situatie als bedoeld in artikel 3 EVRM.
In Irak is geen sprake van systematische blootstelling aan een behandeling in strijd met artikel 3 EVRM.
De IND beschouwt uitsluitend de volgende groepen als kwetsbare minderheidsgroep:
a. Christenen afkomstig uit Centraal-en Zuid-Irak;
b. Mandeeërs afkomstig uit Centraal-en Zuid-Irak;
c. Yezidi’s afkomstig uit Centraal-en Zuid-Irak;
d. Joden afkomstig uit Centraal-en Zuid-Irak;
e. Shabak afkomstig uit Centraal-en Zuid-Irak;
f. Kaka’i afkomstig uit Centraal-en Zuid-Irak;
g. alleenstaande vrouwen afkomstig uit Centraal-en Zuid-Irak;
h. Turkmenen afkomstig uit Centraal-en Zuid-Irak.
Ad g.
Een Iraakse vrouw wordt als alleenstaand aangemerkt als zij voldoet aan alle volgende voorwaarden:
1. zij heeft in Irak geen echtgenoot (meer) met wie zij kan gaan samenleven; en
2. zij kan bij terugkeer naar Irak niet meer terug naar het ouderlijk gezin omdat de gezinsband als verbroken moet worden beschouwd of terugkeer naar het ouderlijk gezin niet mogelijk is.
Ad 2.
De IND beschouwt de gezinsband in elk geval als verbroken, indien:
• de Iraakse vrouw deel is gaan uitmaken van een ander gezin dan haar ouderlijk gezin;
• de Iraakse vrouw zelfstandig is gaan wonen.
De IND acht het in beginsel niet aannemelijk dat het voor de vreemdeling mogelijk is de bescherming te verkrijgen van de autoriteiten of internationale organisaties in Centraal-en Zuid-Irak. De IND acht het wel mogelijk voor vreemdelingen afkomstig uit de Koerdische Autonome Regio om bescherming te verkrijgen van de autoriteiten of internationale organisaties.
Aan de hand van paragraaf B8/6 Vc wordt beoordeeld of adequate opvang voor amv’s aanwezig is.
Voor Irak geldt in ieder geval dat:
• algemene opvangvoorzieningen niet beschikbaar en/of toereikend zijn; en
• de autoriteiten geen zorg dragen voor de opvang.
Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 10 oktober 2014
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze, de directeur-generaal Vreemdelingenzaken, J.C. Goet
Naar aanleiding van het ambtsbericht van de Minister van Buitenlandse Zaken over de veiligheidssituatie in Irak van 19 september 2014 zijn in de brief aan de Tweede Kamer van 7 oktober 2014 de beleidsgevolgen beschreven en toegelicht. Als gevolg van de aanzienlijk verslechterde veiligheidssituatie in delen van Irak, en de omstandigheid dat de situatie instabiel en onduidelijk is, wordt er een besluit- en vertrekmoratorium ingesteld, voor de duur van zes maanden, voor vreemdelingen afkomstig uit de provincies Bagdad, Anbar, Ninewa, Salaheddin, Ta’mim (Kirkuk), Diyala en Babil. Het besluit- en vertrekmoratorium is ingesteld bij ministerieel besluit van gelijke datum als deze beleidswijziging, en is gepubliceerd in de Staatscourant.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze, de directeur-generaal Vreemdelingenzaken, J.C. Goet
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-29560.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.