De Minister van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op artikel 2, eerste lid, van het Kadasterbesluit;
Besluit:
ARTIKEL I
In de Uitvoeringsregeling Kadasterwet 1994 wordt na artikel 13 een artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 13a
Indien in een in te schrijven stuk de kadastrale aanduiding moet worden vermeld van
een onroerende zaak, die bestaat uit één of meer gedeelten van een kadastraal perceel,
geschiedt zulks, naast vermelding van de kadastrale aanduiding, door een tekening
naar genoegen van de bewaarder mee in te schrijven waarop de ligging van de betreffende
gedeelten is weergegeven op de kadastrale kaart.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
TOELICHTING
Per 1 januari 2015 treedt een wijziging van het Kadasterbesluit in werking (Stb. 2014, nr. 343) waarmee de begrippen ‘voorlopige grens’ en ‘administratieve grens’ worden geïntroduceerd.
Het begrip ‘gedeelte van een perceel’ is uit de artikelen 6, 10 en 11 van het Kadasterbesluit
verwijderd en vervangen door ‘perceel met voorlopige of administratieve kadastrale
grenzen’.
Als gevolg van de wijziging van het Kadasterbesluit dient ook de Uitvoeringsregeling
Kadasterwet 1994 te worden gewijzigd.
De met de wijziging van het Kadasterbesluit verband houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling
Kadasterwet 1994 betreft het invoegen van artikel 13a, dat de verplichting regelt
om een tekening naar genoegen van de bewaarder mee in te schrijven, indien in een
in te schrijven stuk de kadastrale aanduiding moet worden vermeld van een onroerende
zaak, die bestaat uit één of meer gedeelten van een kadastraal perceel en deze niet
door voorlopige grenzen zijn weergegeven. Mocht een aanbieder van het stuk verzuimen
een schets of tekening mee in te schrijven, dan zal de bewaarder de inschrijving van
het stuk weigeren.
Met de applicatie Splits kan de notaris of een rechthebbende (bijvoorbeeld een gemeente
of projectontwikkelaar) eenvoudig een verzoek indienen tot het splitsen van een bestaand
perceel. Hiervoor wordt de mogelijkheid geboden de bestaande geometrie (begrenzing)
van het te splitsen perceel op het scherm te bekijken en tevens de mogelijkheid om
de grenzen van de nieuw te vormen percelen te schetsen. De applicatie Splits controleert
de geometrie van de nieuw geschetste grenzen. Het verzoek tot het splitsen van een
perceel kan door middel van de applicatie alleen worden doorgevoerd als het te splitsen
perceel inderdaad met de aangegeven grenzen gesplitst kan worden. Een verzoek tot
splitsen kan bijvoorbeeld niet worden doorgevoerd als de aangegeven grenzen zich uitstrekken
tot een perceel dat niet op naam staat van degene door of namens wie het verzoek gedaan
wordt.
Het verzoek wordt vervolgens elektronisch afgehandeld. De indiener van het verzoek
(notaris of rechthebbende) krijgt een bewijs van ontvangst met daarbij een kadastraal
kaartje waarop de opgegeven geschetste grenzen staan weergegeven. Hierdoor zijn nieuwe
kadastrale percelen ontstaan met voorlopige grenzen en oppervlaktes. De nieuwe kadastrale
percelen met voorlopige grenzen en oppervlaktes krijgen tevens nieuwe kadastrale aanduidingen,
waarna de overdracht kan plaatsvinden en de nieuw gevormde percelen in de akte van
overdracht door middel van de kadastrale aanduidingen gespecificeerd kunnen worden.
Na de overdracht – en inschrijving van de akte in de openbare registers – zullen vervolgens
de voorlopige grenzen in het terrein – met medewerking van betrokken partijen – geverifieerd
worden. Dit houdt in dat betrokken partijen aan de ambtenaar van de Dienst de grenzen
zullen aanwijzen van de nieuw gevormde kadastrale percelen. Na verificatie worden
de grenzen en de oppervlakte van de percelen definitief vastgesteld door de Dienst
en vervalt in de basisregistratie kadaster de aanduiding bij het perceel dat sprake
is van een voorlopige grens en oppervlakte.
In de gevallen dat de applicatie Splits niet wordt of kan worden gebruikt zal het
Kadaster genoodzaakt zijn ambtshalve een niet-definitieve grens in de basisregistratie
kadaster op te nemen. Een dergelijke ambtshalve opgenomen niet-definitieve grens wordt
een zogenoemde ‘administratieve grens’ genoemd, om zo het verschil aan te duiden met
een voorlopige grens die door partijen zelf wordt vastgelegd. Anders dan bij voorlopige
grenzen bestaat bij het bepalen van de administratieve grens het gevaar dat de tekst
van de overdrachtsakte dermate globaal of onduidelijk is dat deze geen enkel aanknopingspunt
bevat voor het bepalen van een administratieve grens. Om dit te voorkomen en om toch
in ieder geval een administratieve grens te kunnen bepalen, bepaalt het Kadasterbesluit
per 1 januari 2015 dat, in het geval geen gebruik gemaakt wordt van de applicatie
Splits, aan de akte een handmatige schets of tekening wordt toegevoegd, waarop aangegeven
is welk gedeelte van het kadastrale perceel wordt overgedragen. Hierdoor zal het Kadaster
altijd een aanknopingspunt hebben om de administratieve grens weer te kunnen geven
op de kadastrale kaart waarbij tevens in de basisregistratie kadaster wordt aangegeven
dat er sprake is van een administratieve grens.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus