De Minister van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op artikel 3.1, eerste en tweede lid, juncto artikel 3.3 van het Waterbesluit;
BESLUIT:
ARTIKEL I
Bijlage IV van de Waterregeling wordt als volgt gewijzigd:
De kaarten met onderstaande nummers worden vervangen door de hieronder genoemde kaarten
met gelijke nummers, opgenomen in de bijlage, behorend bij deze regeling:
Kaart:
|
kaartnummer:
|
Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken
|
139
|
Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken
|
140
|
Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken
|
177
|
ARTIKEL II
-
1. Indien voor een op het tijdstip, onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding
van deze regeling, bestaand werk of bestaande handeling, welk of welke op dat tijdstip
niet strijdig was met de daarvoor bij of krachtens de Waterwet geldende regels of
voorschriften, als gevolg van een wijziging krachtens deze regeling van een op een
kaart in bijlage IV van de Waterregeling opgenomen beheergrens of beheergebied een
watervergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet vereist zou
worden, blijft ten aanzien van dat werk of die handeling de watervergunningplicht
buiten toepassing.
-
2. Het eerste lid blijft van toepassing totdat er een wijziging van dat werk of die
handeling plaatsvindt die op zichzelf beschouwd grond vormt voor een watervergunningplicht.
-
3. Indien als gevolg van een wijziging als bedoeld in het eerste lid een ander bestuursorgaan
met betrekking tot een handeling of werk bevoegd gezag als bedoeld in artikel 6.1
van de Waterwet of beheerder als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van die wet wordt,
gelden de met betrekking tot die handeling of dat werk onmiddellijk voor het tijdstip,
bedoeld in het eerste lid, van kracht zijnde:
-
a. watervergunningen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet en voorschriften
als bedoeld in artikel 6.6, tweede of derde lid, van die wet, als watervergunningen
respectievelijk voorschriften verleend, respectievelijk vastgesteld, door dat andere
bestuursorgaan;
-
b. ontheffingen op grond van een verordening van een waterschap:
-
1°. indien een bestuursorgaan van een ander waterschap bevoegd gezag of beheerder wordt:
als ontheffing, verleend door dat bestuursorgaan,
-
2°. indien de Minister van Infrastructuur en Milieu bevoegd gezag of beheerder wordt:
als watervergunning, verleend door de genoemde minister,
tot het tijdstip waarop dat andere bestuursorgaan met betrekking tot die handeling
of dat werk een vergunning of ontheffing als hiervoor bedoeld verleent of een voorschrift
als hiervoor bedoeld vaststelt.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
TOELICHTING
Artikel I (wijziging kaarten bijlage IV Waterregeling)
Artikel I van deze regeling vervangt een drietal kaarten met beheergrenzen in bijlage
IV van de Waterregeling. Bijlage IV bevat de kaarten met grenzen van oppervlaktewaterlichamen
en zijwateren waar het Rijk het waterstaatkundig beheer voert (bijlage bij artikel
3.2, derde lid, en artikel 6.7 van de Waterregeling).
De nieuwe kaarten bevatten gewijzigde grenzen voor het beheer. De wijzigingen zijn
noodzakelijk in verband met technische correcties, wijzigingen van beheerobjecten
of -gebieden of overdracht van beheertaken, overeengekomen tussen de betrokken waterbeheerders
en openbare lichamen.
De kaarten liggen ter inzage op het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en zijn
digitaal te raadplegen op en te downloaden van www.waterwet.nl.
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor de administratieve lastendruk voor burgers
en bedrijven noch voor de bestuurlijke en uitvoeringslasten van de Waterregeling.
Deze is afgestemd met de betrokken openbare lichamen.
Artikel II (overgangsrecht)
Artikel II, eerste en tweede lid, omvat de gebruikelijke overgangsbepaling bij wijziging
van beheergrenzen voor bij het van kracht worden van deze regeling bestaande werken
en handelingen. Deze worden niet watervergunningplichtig enkel door de wijziging van
de beheergrenzen. Voorwaarde is wel dat deze werken en handelingen voorafgaand aan
het van kracht worden van de gewijzigde beheergrenzen aan de Waterwet en de krachtens
die wet gestelde regels en voorschriften voldoen (zoals zorgplichten, algemene regels,
maatwerkvoorschriften, meldings- en informatieplichten).
Het derde lid bevat overgangsrecht voor de situatie, dat door wijziging van de beheergrens
of een beheergebied op een kaart in bijlage IV van de Waterregeling, een ander bestuursorgaan
bevoegd gezag of beheerder wordt. De onmiddellijk voor de wijziging van kracht zijnde
watervergunningen en maatwerkvoorschriften gaan in dat geval gelden als watervergunning
dan wel maatwerkvoorschrift van dat andere bestuursorgaan (onderdeel a). Voor ontheffingen
op grond van een keur is vergelijkbaar overgangsrecht opgenomen, met dien verstande
dat indien bevoegdheid verschuift van een waterschap naar Rijkswaterstaat, een ontheffing
op grond van een keur gaat gelden als watervergunning (onderdeel b). De gelijkstelling
geldt tot het tijdstip waarop het andere bestuursorgaan met betrekking tot die handeling
of dat werk een vergunning of ontheffing als hierbedoeld verleent of een voorschrift
als hierbedoeld vaststelt.
Met dit overgangsrecht wordt de continuïteit van bestaande rechten en beschermingsniveaus
gewaarborgd en worden onnodige extra administratieve lasten, die zouden ontstaan door
het – enkel door de wijzigingsregeling – moeten aanvragen van nieuwe vergunningen
of ontheffingen of door het opleggen van nieuwe maatwerkvoorschriften, voorkomen.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus