Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 7 oktober 2014, nr. 563638, houdende wijziging van de Regeling maximumbedragen uitkeringen schadefonds geweldsmisdrijven

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 4, tweede lid, van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling maximumbedragen uitkeringen schadefonds geweldsmisdrijven wordt als volgt gewijzigd:

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. indien de uitkering betrekking heeft op zowel vermogensschade, als andere dan vermogensschade: € 35.000.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

TOELICHTING

Het Schadefonds geweldsmisdrijven zal bij de beoordeling van aanvragen voor tegemoetkoming op grond van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven een nieuw model hanteren voor de schadebepaling, namelijk een model met ongedifferentieerde tegemoetkomingsbedragen, oftewel ‘all-in bedragen’. De wijziging houdt in dat het Schadefonds het bestaande beleid, zoals vermeld in de Beleidsbundel Schadefonds Geweldsmisdrijven (18 maart 2014), bij het bepalen van tegemoetkomingsbedragen voor slachtoffers met letsel los laat en niet meer zal differentiëren naar vermogensschade of ander nadeel. Verder zal het Schadefonds voor nabestaanden een beperkt aantal schadecategorieën hanteren waarvan de hoogte van de bedragen forfaitair is bepaald, behalve voor uitvaartkosten waarvoor een maximumuitkering zal gelden. Om dit uitvoerbaar te maken wordt de Regeling maximumbedragen uitkeringen schadefonds geweldsmisdrijven gewijzigd.

Met deze werkwijze wordt beoogd dat slachtoffers ten tijde van het indienen van hun aanvraag een redelijke schatting kunnen maken van de te verwachten tegemoetkoming, indien het geweldsmisdrijf en ernstig letsel aannemelijk worden geacht. Slachtoffers kunnen hierdoor dus beter schatten wat de hoogte van de tegemoetkoming zal zijn. Ook komt hiermee het tegemoetkomende karakter van een uitkering beter tot uitdrukking. Door af te zien van differentiatie kunnen de bestaande formulieren en de beoordeling van de aanvragen worden vereenvoudigd, hetgeen verlichting betekent van de administratieve lasten die voortvloeien uit de indiening voor de burger en de behandeling van een aanvraag tot tegemoetkoming bij het Schadefonds. Overigens wordt met het nieuwe model nog steeds voldaan aan de minimumeisen van de Europese richtlijn inzake schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven.

De geschetste voordelen geven aanleiding om deze regeling zo snel mogelijk in werking te laten treden opdat het Schadefonds het nieuwe model bij de eerste gelegenheid kan gebruiken.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Naar boven