Instellen van snelheidsbeperkingen voor schepen en een algemeen verbod op het varen met waterscooters op de vaarwegen in de Dordtse, Sliedrechtse en Brabantse Biesbosch

De minister van Infrastructuur en Milieu,

Overwegende dat de verkeersordening met betrekking tot het houden van maximale snelheden op de vaarwegen in de Dordtse, Sliedrechtse en Brabantse Biesbosch, en het verbod op het varen met waterscooters op deze vaarwegen thans in verschillende, elkaar deels overlappende, verkeersbesluiten is geregeld,

besluit:

  • 1. een snelheidsbeperking voor schepen van 9 kilometer per uur in te stellen op met name genoemde doorgaande vaarwegen in de Dordtse, Sliedrechtse en Brabantse Biesbosch;

  • 2. een snelheidsbeperking voor schepen van 6 kilometer per uur in te stellen op de overige (niet met name genoemde) kleine vaarwegen in de Dordtse, Sliedrechtse en Brabantse Biesbosch;

  • 3. het varen met waterscooters op de onder 1. en 2. genoemde wateren en behoudens genoemde uitzonderingen te verbieden.

Begripsbepalingen

In dit verkeersbesluit wordt verstaan onder:

a. de vaarwegen in de Dordtse, Sliedrechtse en Brabantse Biesbosch:

de vaarwegen in de gebieden aangegeven op de bij dit besluit behorende kaart;

b. hoofdingenieur-directeur:

de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, Boompjes 200, 3011 XD Rotterdam, postbus 556, 3000 AN Rotterdam;

c. hoofd van het district:

het hoofd van het district Zuid van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, Boompjes 200, 3011 XD Rotterdam, postbus 556, 3000 AN Rotterdam;

d. Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

e. Svw:

Scheepvaartverkeerswet;

f. Bpr:

Binnenvaartpolitiereglement;

g. Babs:

Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer.

Vereiste van besluit

  • Op grond van artikel 2, eerste lid onder a sub 1, van de Svw ben ik bevoegd dit verkeersbesluit te nemen.

  • Op grond van artikel 5 van het Babs wordt aangegeven welke van de in artikel 3 van de Svw genoemde belangen aan het verkeersbesluit ten grondslag liggen en welke doelstelling met het verkeersbesluit wordt beoogd.

  • De in artikel 3, eerste lid onderdelen a en c en tweede lid onderdeel b, van de Svw genoemde belangen liggen aan dit verkeersbesluit ten grondslag.

  • Op grond van artikel 13 eerste lid van het Babs kan het bevoegd gezag wanneer de plaatsing van verkeerstekens niet doelmatig is, deze vervangen door een bekendmaking met dezelfde strekking als een verkeersteken.

Procedure

Door mij is geen voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Awb gevolgd. Reden hiervan is dat ik ervan uitga dat belanghebbenden door het nemen van dit besluit redelijkerwijs niet in hun rechten worden geschaad. Met het Parkschap van het Nationaal Park de Biesbosch heeft overleg plaatsgevonden en is dit verkeersbesluit besproken.

Belangenafweging en motivering

Op de doorgaande vaarwegen en de kreken en killen in de Dordtse, Sliedrechtse en Brabantse Biesbosch, welke samen een belangrijk deel vormen van het ‘Nationaal Park de Biesbosch’, is een maximale snelheid van 9 km per uur voor snelle motorboten ingesteld. Het blijkt dat ook andere schepen met snelheden varen waardoor hinder aan andere verkeersdeelnemers en schade aan de oevers en waterwerken kan worden veroorzaakt. Ook kan hierdoor schade aan landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden ontstaan.

Ter voorkoming van onveilige situaties en schade is het noodzakelijk om een maximumvaarsnelheid voor alle schepen in te stellen op de hierna genoemde doorgaande vaarwegen. En voorts is het nodig een andere, lagere, maximumvaarsnelheid in te stellen op de overige vaarwegen, kreken en killen in de Dordtse, Sliedrechtse en Brabantse Biesbosch.

Het gestelde in Verkeersbesluit ASV nr.18/2003, van 6 maart 2003, ten aanzien van de maximale snelheid van snelle motorboten in de Zuid-Hollandse, Sliedrechtse en Brabantse Biesbosch is door dit verkeersbesluit mede ondervangen.

Daarnaast heeft het varen met waterscooters op de doorgaande vaarwegen en de kreken en killen in de Dordtse, Sliedrechtse en Brabantse Biesbosch tot ongewenste situaties geleid of zal dat naar verwachting doen. Ter voorkoming daarvan en overwegende dat er in de directe omgeving diverse vaarwegen beschikbaar zijn voor het varen met waterscooters, wordt het varen met waterscooters op deze vaarwegen, behoudens de in dit verkeersbesluit genoemde uitzonderingen, verboden.

De verkeersordening met betrekking tot de maximumvaarsnelheden en het algemeen verbod op het gebruik van waterscooters zijn thans in verschillende, elkaar deels overlappende, verkeersbesluiten geregeld. Daarbij zijn op enkele plaatsen verkeerstekens gebruikt. Echter, het gebruik van verkeerstekens is in het onderhavige gebied moeilijk, soms onmogelijk en door het benodigde aantal verkeerstekens zeer kostbaar. Dit nog afgezien van het landschappelijk effect van veel verkeerstekens in deze bijzondere omgeving.

Als verkeerstekens niet doelmatig zijn, kan ingevolge artikel 13 eerste lid van het Babs een bekendmaking met de strekking van een verkeersteken worden gebruikt. Gelet op de hiervoor genoemde argumenten en beperkingen en de verwachte hoge onderhoudskosten, ben ik voornemens af te zien van het plaatsen van de verkeerstekens B.6 en A.19, behoudens op in dit besluit genoemde plaatsen.

Besluit

Op grond van vorenstaande overwegingen neem ik het volgende besluit:

  • 1. Het instellen van een maximumvaarsnelheid van 9 km/uur voor schepen, met uitzondering van door spierkracht voortbewogen kleine schepen en zeilplanken, op de volgende vaarwegen:

    • Noordergat van de Visschen, Zuidergat van de Visschen;

    • Gat van Van Kampen, Gat van de Noorderklip en de Ruigt of Reugt;

    • Gat van den Kleinen Hil, Gat van de Hardenhoek;

    • Spijkerboor, Middelste Gat van het Zand, Steurgat, Nauw van Paulus;

    • De Aakvlaai;

    • Wantij, en Otterkanaal tot de Ottersluis.

  • 2. Het instellen van een maximumvaarsnelheid van 6 km/uur voor schepen op alle overige vaarwegen, kreken en killen of gedeelten daarvan in de Dordtse, Sliedrechtse en Brabantse Biesbosch.

  • 3. Het instellen van een algemeen verbod op het varen met waterscooters op alle vaarwegen in de Dordtse, Sliedrechtse en Brabantse Biesbosch met uitzondering van:

    • Wantij van de benedenmond tot het Otterkanaal, alsmede het Otterkanaal tot de Ottersluis;

    • Steurgat circa 300 meter vanaf het binnenhoofd van de Biesboschsluis tot de trailerhelling in de jachthaven van Werkendam;

    • het vaarweggedeelte (circa 200 meter) vanaf het binnenhoofd van de Spieringsluis tot de trailerhelling in de jachthaven.

  • 4. De plaatsing van het verkeersteken A.19 aan:

    • Steurgat circa 300 meter vanaf het binnenhoofd van de Biesboschsluis te Werkendam;

    • Gat van de Hardenhoek circa 200 meter vanaf het binnenhoofd van de Spieringsluis te Werkendam;

    • de benedenmonding van de Kikvorschkil in het Otterkanaal ter hoogte van de Ottersluis te Dordrecht.

  • 5. De intrekking van de volgende verkeersbesluiten:

    • Verkeersbesluit nr. 16657 van 24 juni 2013; betreffende het instellen van een besluit te water voor kleine bevaarbare kreken binnen het Nationaal Park de Biesbosch;

    • Verkeersbesluit nr. 2004-149 van 16 december 2004; besluit tot het instellen van een waterscooterverbod op de doorgaande vaarwegen in de Biesbosch;

    • Verkeersbesluit ARM nr. 2008-00714 van 16 april 2008; betreffende plaatsing van vier verkeerstekens A.19 Sliedrechtse Biesbosch.

  • 6. Dit verkeersbesluit treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

  • 7. Dit verkeersbesluit is tevens te beschouwen als bekendmaking aan de scheepvaart.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, namens deze, het districtshoofd Zuid van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid A.M. Janssen

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunt u tegen dit besluit schriftelijk bezwaar maken binnen zes weken na de dag waarop het is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de minister van Infrastructuur en Milieu, maar gezonden aan de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, ter attentie van de afdeling Werkenpakket, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • uw naam en adres;

  • de dagtekening;

  • de vermelding van dit besluit (kopie bijvoegen);

  • een opgave van de redenen waarom u zich niet met dit besluit kunt verenigen.

Let op: een per e-mail toegezonden stuk geldt niet als bezwaarschrift.

Naar boven