Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn op grond van artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994 inzake het vaststellen van de parkeerschijfzone en een aanduiding fietspad langs de prinses Irenelaan in Alphen aan den Rijn.
Logo Alphen aan den Rijn
Namens burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn,
daartoe bevoegd op grond van
  • -
    artikel 18, lid 1, sub d, van de Wegenverkeerswet 1994
  • -
    en het besluit waarbij die bevoegdheid is gemandateerd,
de teamleider beleid en regie, afdeling beheer openbare ruimte
gehoord de verkeersadviseur van de Politie Hollands Midden op grond van artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;
gelet op hetgeen ten aanzien hiervan overigens is bepaald in de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, alsmede op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht;
gelet voorts op het gegeven dat de in dit besluit aan de orde komende overige wegen, straten of parkeervoorzieningen openbaar in de zin van de Wegenwet zijn en binnen de bebouwde kom van Alphen aan den Rijn als bedoeld in artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994 liggen;
BESLUIT:
  • 1.
    Door plaatsing of verplaatsing van borden E10 en E11 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het aanbrengen van blauwe strepen als bedoeld in artikel 25 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 te regelen dat op de in sub 2 vastgelegde dagen en gedeelten daarvan de regels van het vermelde artikel 25 ook op de volgende parkeervakken gaan gelden:
    • a.
      de parkeervakken ten zuiden van de Johan Willem Frisostraat 62 en ten zuiden van de Johan Willem Frisostraat 76 (gelegen ten noorden van de prinses Irenelaan.
    • b.
      de parkeervakken die ten westen van de parkeervakken die ten zuiden van de Johan Willem Frisostraat 62 (gelegen ten noorden van de prinses Irenelaan) ligt.
  • 2.
    Te bepalen bij sub 1 dat de daarin vermelde regels gelden voor maandag t/m zaterdag van 09.00 tot 18.00 uur en vrijdag van 18.00 tot 21.00 uur, waarbij de maximale parkeerduur met gebruikmaking van de parkeerschijf wordt vastgesteld op 2 uur, alsmede op vrijdag en elke dag met een door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen koopavond van 18.00 – 21.00.
  • 3.
    Door de plaatsing van de borden G11 en (wanneer nodig) G12 aan te duiden als verplichte fietspaden:
    • a.
      het pad langs de noordzijde van de prinses Irenelaan, voor zover gelegen tussen de prinses Beatrixlaan en de prins Bernhardlaan voor gebruik in twee richtingen. Dit wordt aangeduid met het onderbord OB 505.
    • b.
      het pad langs de zuidzijde van de prinses Irenelaan, voor zover gelegen tussen de prinses Beatrixlaan en de prins Bernhardlaan voor gebruik in oostelijke richting.
  • 4.
    Door plaatsing van de borden B3 en B6 en het aanbrengen van haaientanden als bedoeld in art. 80 RVV 1990 en zoals beschreven in punt 7 IV van de uitvoeringsvoorschriften van de BABW, de voorrang op de kruisingen tussen fietspaden die in sub 2 zijn genoemd zodanig te regelen dat het verkeer op die straten voorrang moet verlenen aan de fietsers.
  • 5.
    Vast te leggen dat aan deze besluiten de volgende overwegingen ten grondslag liggen.
AANLEIDING:
  • -
    De apparatuur op de parkeerplekken die in sub 1 is genoemd is sterk verouderd;
  • -
    Bovendien zijn de parkeeropbrengsten zeer laag, daarom is het niet rendabel om het betaald parkeren te handhaven.
  • -
    Ook kan de doelstelling van de parkeerregulering evengoed worden bereikt met een aanduiding als parkeerschijfzone;
  • -
    En dat gebeurt met sub 2 van het besluit.
  • -
    Reconstructie van de prinses Irenelaan, de aanleg of verbreden van de fietspaden.
  • -
    Om de verkeersstromen van de verschillende soorten weggebruikers op een ordentelijke en verkeersveilige wijze te laten verlopen is het gewenst de maatregelen die sub 3, 4 en 5 te nemen.
DE VERKEERSKUNDIGE ASPECTEN:
  • -
    Op parkeervakken waarop de regels van een parkeerschijfzone van toepassing zijn, mogen uitsluitend motorvoertuigen op meer dan twee wielen worden geparkeerd, wanneer het motorvoertuig is voorzien van een duidelijk zichtbare parkeerschijf, waarop het tijdstip staat aangegeven waarop met het parkeren is begonnen en voor zover de op de borden aangegeven toegestane parkeerduur niet is verstreken;
  • -
    met parkeerschijfzones kan worden tegengegaan dat bijvoorbeeld op voor winkels gunstig gelegen parkeervakken langdurig voertuigen worden geparkeerd, bijvoorbeeld door werknemers of bewoners van de in de buurt gelegen woningen;
  • -
    gewenst is dat op de parkeervakken die reeds in sub 1 zijn genoemd, een vorm van parkeerregulering moeten hebben, zodanig dat op die plaatsen vooral kortdurend wordt geparkeerd. De duur van deze regulering staat beschreven in sub 2 van het besluit.
  • -
    aan deze besluiten ligt in het bijzonder ten grondslag de verkeerskundige doelstelling als bedoeld in artikel 2, lid 1, sub c, van de Wegenverkeerswet 1994, waarbij het gaat het om het waarborgen van de bruikbaarheid van de weg en dan in dit geval in het bijzonder van de in sub 1 beschreven parkeervakken.
  • -
    met de maatregel die in sub 3 is beschreven, wordt bereikt, dat de bromfietsers ter plaatse op de rijbaan van de prinses Irenelaan moeten rijden;
  • -
    daarmee wordt de situatie voor fietsers op het in sub 4 beschreven gedeelte van het fietspad verkeersveiliger;
  • -
    daarbij is overwogen, dat de verkeerssituatie ter plaatse voor bromfietsers niet onveiliger wordt, onder meer omdat ter plaatse deels een maximum snelheid van 50 km/h geldt
  • -
    als gevolg daarvan is er sprake van een gering verschil tussen de toegestane rijsnelheden voor de bromfietsers en het autoverkeer op het weggedeelte waarop bromfietsers als gevolg van deze maatregel op de rijbaan van de prinses Irenelaan moeten rijden;
  • -
    aan de vastgestelde verkeersmaatregelen liggen ten grondslag de doelstellingen die zijn geformuleerd in artikel 2, lid 1, sub a, b, c en d, van de Wegenverkeerswet 1994, te weten de verkeersveiligheid, het beschermen van de weggebruikers en het waarborgen van de bruikbaarheid van de weg en de vrijheid van het verkeer.
DE BELANGEN:
  • -
    bij de afweging van de belangen geldt als zwaarstwegend belang de noodzaak te voorkomen dat op de in sub 1 genoemde parkeervakken, die bedoeld zijn voor winkelbezoek, langdurig voertuigen van bijvoorbeeld werknemers of bewoners worden geparkeerd;
  • -
    omdat op grotere loopafstand van de woningen en voorzieningen voldoende parkeergelegenheid voor langduriger parkeren aanwezig is, kan gevoeglijk worden gesteld, dat met de beschreven besluiten geen sprake is van besluiten met onevenredig nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3:4, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht.
Alphen aan den Rijn, 10 juni 2014.
Namens burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn,
De teamleider beheer openbare ruimte,
R.de Jong
N.B.
Rechtsbescherming.
Tegen verkeersbesluiten staat voor een belanghebbende op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht de mogelijkheid open om binnen 6 weken een bezwaarschrift in te dienen. Dit kan bij het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn (Postbus 13, 2400 AA Alphen aan den Rijn).
Voorts kan tegen zo’n besluit een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag (sector Bestuursrecht) Postbus 20302, 2500 EH Den Haag. Een dergelijk verzoek kan pas worden gedaan als een bezwaarschrift is ingediend.
 
 
Naar boven