Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 18 september 2014, nr. DGP/ARBVW 2014 - 559097, tot wijziging van de Regeling tegemoetkoming rechtskundige hulp politie in verband met de jaarlijkse indexering van bedragen aan de prijsontwikkeling

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 69a, zesde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie en artikel 22a, zesde lid, van het Besluit rechtspositie vrijwillige politie;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2, derde lid, van de Regeling tegemoetkoming rechtskundige hulp politie wordt ‘€ 154,99‘ vervangen door: ‘€ 155,45‘.

ARTKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2014. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 september 2014, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 oktober 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

TOELICHTING

In artikel 2, tweede en derde lid, van de Regeling tegemoetkoming rechtskundige hulp politie wordt aangegeven welke maximale en minimale vergoeding geldt, indien de ambtenaar gebruik maakt van een eigen advocaat of raadsman, al dan niet via de vakbond. Hiervoor gelden de daadwerkelijke kosten van de huisadvocaat als het maximale bedrag van de tegemoetkoming waarop men recht heeft bij een zelf gekozen advocaat of raadsman. Deze bedragen kunnen per geografisch gebied verschillen. In het geval er sprake is van een werkgeversverzekering voor rechtsbijstand geldt een andere maatstaf voor de maximale vergoeding. Omdat in die situatie de kosten voor de inzet van een raadsman niet eenduidig tot een uurtarief zijn te herleiden, is in de regeling bepaald dat het maximaal te hanteren uurtarief voor een advocaat naar keuze of een raadsman via de vakbond in 2008 ten hoogste € 150,– per uur bedroeg. Het maximumtarief wordt jaarlijks geïndexeerd aan de hand van de prijsindexcijfers advocatuur van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de prijsindex voor rechtskundige diensten van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Voor de indexatie per 1 oktober 2014 wordt het indexcijfer van het jaar 2013 gebruikt. Dit indexcijfer, waarbij het CBS het jaar 2010 als referentiekader gebruikt, is 102,7. Hierdoor luidt het nieuwe bedrag per 1 oktober 2014 € 155,45 per uur.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven