Staatscourant 2014, 28141

B&W-besluit

Burgemeester en wethouders van Gulpen-Wittem besluiten:

Onderwerp:

Verkeersbesluit ten behoeve van:

Het instellen van een voetgangersoversteekplaats in de Landsraderweg, ter hoogte van parkeerterrein P1.

Bevoegd gezag

Op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 zijn Burgemeester en Wethouders van Gulpen-Wittem bevoegd een verkeersbesluit te nemen.

Overwegingen van het besluit

• Op 20 mei 2009 heeft de Raad het ‘Gemeentelijk Verkeers en Vervoersplan’ (GVVP) vastgesteld als zijnde leidraad voor het toekomstig verkeersveiligheidsbeleid van de gemeente Gulpen-Wittem, waarmee uitvoering wordt gegeven aan het landelijk geldende verkeersveiligheidsbeleid 'Duurzaam Veilig Verkeer'.
• De Landsradeweg is volgens het wegcategoriseringsplan, zoals dat is opgenomen in het GVVP, aangeduid als zijnde ‘erftoegangswegweg’. De weg behoort echter tot het hoofdwegennet van de gemeente en de verkeersintensiteiten zijn relatief hoog.
• In de Landsraderweg maken ter plaatse van het parkeerterrein P1 veel voetgangers gebruik van deze straat, als gevolg van het parkeerterrein naar o.a. het zwembad en de school.
• Als gevolg van de hoge verkeersintensiteiten is het voor voetgangers vaak moeizaam om deze straat hier over te steken, hetgeen ten koste gaat van de vrijheid, het comfort en de verkeersveiligheid van de voetgangers.
• Er is geen voetgangersoversteekplaats in de nabijheid, zodat voor voetgangers geen omloopbeweging mogelijk is.
• Het instellen van een nieuwe voetgangersoversteekplaats ter plaatse van de ingang van het zwembad in de vorm van zebramarkering ondervangt dit probleem.
• In het GVVP is ten aanzien van nieuwe voetgangersoversteekplaatsen opgenomen, dat deze binnen de bebouwde kom alleen aangelegd worden op plaatsen waar voetgangers oversteekproblemen ervaren en als voldaan wordt aan onderstaande criteria:

  • De locatie moet logisch in een veel gebruikte voetgangersroute liggen;
  • Niet binnen 100 meter van een andere voetgangersoversteekplaats;
  • De locatie moet goed zichtbaar zijn;
  • In principe niet in 30 km/uur zones.

De in dit verkeersbesluit beoogde locatie voldoet aan alle genoemde criteria, zodat het instellen van een nieuwe voetgangersoversteekplaats op deze locatie in overeenstemming is met het gemeentelijk verkeersveiligheidsbeleid.

Formeel kader

Artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994 bepaalt dat de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens, en onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit en dat maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer geschieden krachtens een verkeersbesluit, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.

Artikel 12 van het BABW bepaalt dat de plaatsing van verkeerstekens op het wegdek in de vorm van een voetgangersoversteekplaats en het plaatsen van de borden L2- 'voetgangersoversteekplaats' van Bijlage 1 van het RVV 1990 moet geschieden krachtens een verkeersbesluit.

Belangenafweging

Van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen, liggen de volgende belangen ten grondslag aan dit besluit:

• het verzekeren van de veiligheid op de weg;
• het beschermen van weggebruikers en passagiers;
• het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

Het algemene belang van het verzekeren van de veiligheid op de weg, het waarborgen van de vrijheid van voetgangers in het centrum van Mechelen en het beschermen van deze groep weggebruikers, gaat voor het (individuele) belang van een automobilist om te allen tijde zonder stoppen door de Landsraderweg te kunnen rijden.

Motiv ering

Met betrekking tot dit besluit zijn de bepalingen van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994), het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) van toepassing.

Alle wegen en/of weggedeelten waarop dit besluit betrekking heeft, zijn gelegen binnen en in beheer bij de gemeente Gulpen-Wittem. Artikel 23 en 25 van het BABW zijn op dit besluit niet van toepassing.

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is overleg gepleegd met de aangestelde verkeerscoördinator van de politie Mergelland de heer J. Lemmens. Er is door deze schriftelijk een positief advies afgegeven op 21 juli 2014.

Het college heeft tijdens de collegevergadering van 15 juli 2014 besloten om de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) op de voorbereiding van dit besluit van toepassing te verklaren. Het ontwerpbesluit heeft ter inzage gelegen van 30 juli 2014 tot en met 11 september 2014. Gedurende deze termijn is geen zienswijze ingediend.

Besluiten:

• door middel van het aanbrengen van verkeerstekens op het wegdek in de vorm van zebrapadmarkering en het plaatsen van de borden L2- 'voetgangersoversteekplaats', een voet-gangersoversteekplaats in te stellen op de Landsraderweg, ter hoogte van parkeerterrein P1;
• een en ander overeenkomstig met de bij dit verkeersbesluit behorende situatietekening “Voetgangersoversteekplaats Landsraderweg” d.d. 9 juli 2014, waarop een en ander is verduidelijkt;
• te bepalen dat bekendmaking van dit verkeersbesluit geschiedt door middel van een publicatie in het plaatselijke weekblad “Heuvelland Aktueel” en de Staatscourant;
• te bepalen dat het onderhavige besluit voor belanghebbenden ter inzage wordt gelegd gedurende zes weken met ingang van de dag na de publicatie in het Gemeentehuis van Gulpen-Wittem, tijdens de openingstijden, Willem Vliegenstraat 12, 6271 DA Gulpen.

Be zwaar

Op grond van artikel 7:1 juncto artikel 8:1 van de Awb heeft u, of iedere andere belanghebbende die rechtstreeks in zijn belang is getroffen, de mogelijkheid om binnen 6 weken, met ingang van de dag na die waarop het besluit ter inzage is gelegd, een beroepschrift in te dienen bij de Rechtbank Rechtbank Limburg, Postbus 950, 6040 AZ Roermond. Geen beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen naar voren heeft gebracht.

Tevens kan de indiener van het beroepschrift de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg verzoeken een voorlopige voorziening te treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen dat vereist.

Het beroepschrift / verzoekschrift dient te worden ondertekend en dient ten minste te bevatten:

* de naam en adres van de indiener;

* de dagtekening;

* een omschrijving van het besluit waartegen het beroep / verzoek is gericht;

* de gronden van het beroep / verzoek.

Voor het instellen van beroep en het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening is een griffierecht verschuldigd. Voor de betaalwijze van het recht krijgt de indiener van het beroep/ verzoek van de griffier van de Rechtbank nader bericht. Indien het griffierecht niet tijdig wordt betaald, kan het beroep/ verzoek niet ontvankelijk worden verklaard.

Bijlage