Staatscourant 2014, 28140

B&W-besluit

Burgemeester en wethouders van Gulpen-Wittem besluiten:

Onderwerp

Verkeersbesluit ten behoeve van het instellen van een individuele gehandicaptenparkeerplaats te In der Bend te Eys.

Bevoegd gezag

Op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 zijn Burgemeester en Wethouders van Gulpen-Wittem bevoegd dit -verkeersbesluit te nemen.

Overwegingen van het besluit

Op 26 mei 2014 heeft Mevrouw Müller-Olislagers (woonachtig In der Bend 29 te Eys) een aanvraag ingediend (onder kenmerk I.14.03712) voor het verkrijgen van een individuele gehandicaptenparkeerplaats op kenteken. De aanvraag is getoetst aan de regels zoals vastgelegd in de ‘Beleidsnotitie inzake toewijzing gehandicaptenparkeerplaats 2007’.

Formeel kader

Artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994 bepaalt dat de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens, en onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit en dat maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer geschieden krachtens een verkeersbesluit, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.

Artikel 12 van het BABW bepaalt dat de plaatsing van de borden E6, zoals deze staan opgenomen in bijlage 1 behorende bij het RVV 1990, moet geschieden krachtens een verkeersbesluit.

Motivering

De aanvraag van Mevrouw Müller-Olislagers voldoet aan de eisen zoals gesteld in de ‘Beleidsnotitie inzake toewijzing gehandicaptenparkeerplaats 2007’:

• de aanvrager beschikt over een gehandicaptenparkeerkaart op kenteken, zijnde een bestuurderskaart;
• de aanvrager beschikt niet over parkeergelegenheid op eigen terrein;
• het is mogelijk om binnen 100 meter afstand van de woning van de aanvrager een parkeerplaats aan te wijzen als individuele gehandicaptenparkeerplaats op kenteken, namelijk op het parkeerterrein te In der Bend nabij het pand nr. 27;
• de parkeerdruk ter plaatse is dusdanig hoog dat het reserveren van een parkeerplaats voor de aanvrager noodzakelijk is;
• de politie Limburg-Zuid heeft een positief advies gegeven.

Belangenafweging

Van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen, liggen de volgende belangen ten grondslag aan dit besluit:

• Het beschermen van de weggebruikers en passagiers;
• het in standhouden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan.

Gehoord

Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) is overleg gepleegd met de aangestelde verkeerscoördinator de heer J. Lemmens, van de politie Mergelland. Er is een positief advies afgegeven.

Het college heeft tijdens de collegevergadering van 15 juli 2014 besloten om de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) op de voorbereiding van dit besluit van toepassing te verklaren. Het ontwerpbesluit heeft ter inzage gelegen van 30 juli 2014 tot en met 11 september 2014. Gedurende deze termijn is geen zienswijze ingediend.

Besluit

Op de parkeerplaats te In der Bend een individuele gehandicaptenparkeerplaats op kenteken aan te leggen en in verband hiermee het bord E6 van bijlage I Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 en het onderbord 89-PV-ZX te plaatsen.

Be zwaar

Op grond van artikel 7:1 juncto artikel 8:1 van de Awb heeft u, of iedere andere belanghebbende die rechtstreeks in zijn belang is getroffen, de mogelijkheid om binnen 6 weken, met ingang van de dag na die waarop het besluit ter inzage is gelegd, een beroepschrift in te dienen bij de Rechtbank Rechtbank Limburg, Postbus 950, 6040 AZ Roermond. Geen beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen naar voren heeft gebracht.

Tevens kan de indiener van het beroepschrift de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg verzoeken een voorlopige voorziening te treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen dat vereist.

Het beroepschrift / verzoekschrift dient te worden ondertekend en dient ten minste te bevatten:

* de naam en adres van de indiener;

* de dagtekening;

* een omschrijving van het besluit waartegen het beroep / verzoek is gericht;

* de gronden van het beroep / verzoek.

Voor het instellen van beroep en het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening is een griffierecht verschuldigd. Voor de betaalwijze van het recht krijgt de indiener van het beroep/ verzoek van de griffier van de Rechtbank nader bericht. Indien het griffierecht niet tijdig wordt betaald, kan het beroep/ verzoek niet ontvankelijk worden verklaard.