Regeling van het Commissariaat voor de Media van 2 september 2014 houdende vaststelling van de vergoeding voor programmagidsen als bedoeld in artikel 2.139, zesde lid, van de Mediawet 2008 (Regeling tarieven programmagegevens 2014)

Het Commissariaat voor de Media,

Gelet op artikel 2.139 van de Mediawet 2008;

Overwegende dat:

  • artikel 2.139, vijfde lid, van de Mediawet 2008 de bedragen vaststelt van de vergoedingen als bedoeld in artikel 2.139, tweede lid, van de Mediawet 2008, een en ander voor zover het betreft afnemers die programmagidsen binnen Nederland uitbrengen;

  • artikel 2.139, zesde lid, van de Mediawet 2008 bepaalt dat het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) bij regeling andere bedragen dan die bedoeld in het vijfde lid kan vaststellen, als de resultaten van zijn tweejaarlijks onderzoek naar de marktprijs van de vergoedingen daartoe aanleiding geven;

  • het Commissariaat in 2013 een onderzoek heeft laten verrichten naar de marktprijs van bovenbedoelde vergoedingen. Dit onderzoek is in 2014 afgerond;

  • de resultaten van dat onderzoek voor het Commissariaat aanleiding vormen om gebruik te maken van zijn bevoegdheid om bij regeling andere tarieven vast te stellen dan de tarieven zoals vastgesteld in artikel 2.139, vijfde lid, van de Mediawet 2008.

Besluit:

Artikel 1

In afwijking van het bepaalde in artikel 2.139, vijfde lid, van de Mediawet 2008 is het bedrag van de vergoeding, bedoeld in het tweede lid van dat artikel, voor zover het betreft afnemers die programmagidsen binnen Nederland uitbrengen:

  • a. voor gedrukte programmagidsen: € 0,013 voor elk afgezet exemplaar van een gedrukte programmagids;

  • b. voor elektronische programmagidsen die door middel van technische voorzieningen die de ontvangst van televisieprogramma’s op digitale wijze mogelijk maken, gevoed of verspreid worden: per maand per huishouden € 0,004 voor elke zodanige technische voorziening; en

  • c. voor overige elektronische programmagidsen: per jaar € 1.700 per elektronische programmagids.

Artikel 2

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 november 2014.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als Regeling tarieven programmagegevens 2014.

  • 3. Deze regeling wordt bekendgemaakt door kennisgeving ervan in de Staatscourant en op de internetsite van het Commissariaat (www.cvdm.nl).

Het Commissariaat voor de Media, M. de Cock Buning voorzitter

E. Eljon commissaris

TOELICHTING

  • 1. Ingevolge artikel 2.139 van de Mediawet 2008 stellen de landelijke publieke media-instellingen bepaalde gegevens van hun programma-aanbod ter beschikking van de NPO. De NPO stelt deze gegevens voor vermenigvuldiging of openbaarmaking aan het publiek via gedrukte of elektronische programmagidsen ter beschikking aan de omroeporganisaties, en tegen een marktconforme vergoeding aan andere afnemers die daarom verzoeken.

  • 2. Artikel 2.139, vijfde lid, van de Mediawet 2008, stelt het bedrag vast van deze vergoeding, voor zover het ter beschikkingstelling betreft aan afnemers die programmagidsen binnen Nederland uitbrengen. Het artikel onderscheidt in dat verband drie soorten programmagidsen, te weten:

    • gedrukte programmagidsen;

    • elektronische programmagidsen die worden gevoed of verspreid door middel van technische voorzieningen die de ontvangst van televisieprogramma's op digitale wijze mogelijk maken;

    • overige elektronische programmagidsen.

  • 3. Artikel 2.139, zesde lid, van de Mediawet 2008, bepaalt dat het Commissariaat bij regeling andere bedragen kan vaststellen dan de bedragen bedoeld in het vijfde lid van het artikel, als de resultaten van zijn tweejaarlijks onderzoek naar de marktprijs van de vergoedingen daartoe aanleiding geven.

  • 4. In 2013 heeft het Commissariaat opdracht verstrekt aan het in complexe waarderingen gespecialiseerde bedrijf Duff & Phelps B.V., om het hierboven bedoelde onderzoek uit te voeren (hierna: het onderzoek). Dit onderzoek heeft geresulteerd in een rapport getiteld ‘Analyse ten behoeve van Prijsstelling Programmagegevens 2014–2015’ (hierna: het rapport).

  • 5. De openbare versie van het rapport bevat onder meer de resultaten van het onderzoek en de wijze van berekening van de marktprijs van de vergoedingen. Deze versie is beschikbaar via de website van het Commissariaat, www.cvdm.nl.

  • 6. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek en de inhoud van het rapport heeft het Commissariaat besloten dat hij gebruik dient te maken van zijn bevoegdheid tot vaststelling van andere tarieven dan de tarieven zoals opgenomen in artikel 2.139, vijfde lid, van de Mediawet 2008.

  • 7. De bedragen zoals opgenomen in de onderhavige Regeling zijn overgenomen uit het rapport.

  • 8. Hierbij zij aangetekend dat, zoals aangegeven in het rapport, op 20 juni 2014 een tussenarrest is gewezen in een procedure tussen de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) en de Telegraaf. De langere termijn consequenties van dit tussenarrest konden nog niet in ogenschouw worden genomen in de waardebepaling, daar de relevante (markt)informatie hiertoe nog niet beschikbaar is. Het Commissariaat zal zo nodig aanvullend onderzoek laten verrichten wanneer de omstandigheden daartoe aanleiding geven.

Naar boven