Regeling van de Minister van Economische Zaken van 21 september 2014, nr. WJZ / 14122204, tot wijziging van de Regeling praktijkleren en groene plus in verband met de wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB en gewijzigde prijsfactoren voor primaire opleidingen

De Minister van Economische Zaken;

Gelet op artikel 2.2.3, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de artikelen 2 en 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling praktijkleren en groene plus wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede ‘berekend op basis van artikel 2.2.2 van dit besluit’ wordt vervangen door: berekend op basis van de artikelen 2.2.2 en 2.2.3 van dit besluit.

2. De zinsnede ‘,waarbij leerlingen die op 1 oktober van het tweede kalenderjaar, voorafgaand aan het jaar waarvoor de aanvullende bekostiging wordt verstrekt, waren ingeschreven aan een aan het agrarisch opleidingscentrum verbonden experimentele leergang VMBO-MBO2 als bedoeld in het Experimenteerbesluit VM2 worden meegeteld als deelnemer van dit agrarisch opleidingscentrum’ vervalt.

B

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De Minister stelt jaarlijks aan het bevoegd gezag van de hogescholen een aanvullende bijdrage ter beschikking voor de exploitatie van primaire opleidingen en voor praktijkleren in het kader van deze opleidingen.

  • 2. In het tweede lid wordt de zinsnede ‘aan de besteding van de aanvullende bijdragen’ vervangen door: aan de besteding van de aanvullende bijdrage.

C

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De aanvullende bijdrage, bedoeld in artikel 11, bedraagt voor het jaar 2012 en verdere jaren € 1.000.000,–.

  • 2. In het tweede lid wordt de zinsnede ‘De bedragen’ vervangen door: Het bedrag.

D

Artikel 13 vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 21 september 2014

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S. Dijksma

TOELICHTING

Het Uitvoeringsbesluit WEB wordt gewijzigd met ingang van 1 augustus 2014 (Stb. 2014, 142 en Stb. 2014, 186). Door deze wijziging verandert de wijze waarop de beschikbare middelen voor het beroepsonderwijs worden verdeeld. Omdat bij de verdeling van het budget dat beschikbaar is als gevolg van de Regeling praktijkleren en groene plus is gekozen aan te sluiten bij de verdeelsystematiek van het Uitvoeringsbesluit WEB, is een wijziging van deze regeling noodzakelijk.

De wijziging wordt veroorzaakt door de nieuwe samenstelling van de rijksbijdrage in het Uitvoeringsbesluit WEB. Het Uitvoeringsbesluit WEB zoals dit zal gelden vanaf 1 augustus 2014 bepaalt in artikel 2.2.1 dat één rijksbijdrage voor exploitatiekosten en huisvestingskosten wordt berekend. De rijksbijdrage zal bestaan uit twee opgetelde componenten, één voor de entreeopleidingen (artikel 2.2.2) en één voor de opleidingen op niveau 2, 3 en 4 (artikel 2.2.3). De berekeningsgrondslag voor de verdeling van het budget voor de AOC als gevolg van de Regeling praktijkleren en groene plus moet aan deze wijziging worden aangepast. Zonder aanpassing zou deze uitsluitend worden gebaseerd op de verdeling van het rijksbijdragedeel voor de entreeopleidingen. Artikel 7 is daarom aangepast, zodanig dat de berekening wordt gebaseerd op zowel artikel 2.2.2 als artikel 2.2.3 van het Uitvoeringsbesluit WEB.

De tweede wijziging in de Regeling praktijkleren en groene plus wordt veroorzaakt door de vaststelling van nieuwe prijsfactoren voor beroepsopleidingen (Stcrt. 2014, 24746). Deze prijsfactoren bepalen de weging van de deelnemers van opleidingen bij de verdeling van de lumpsum. Bij de vaststelling van de nieuwe prijsfactoren hebben de zgn. primaire opleidingen, dus de opleidingen voor de oorspronkelijke agrarische beroepen, prioriteit gekregen door verhoging van de prijsfactor van deze opleidingen. Deelnemers van deze opleidingen tellen dus zwaarder mee bij de verdeling van heb beschikbaar gestelde bedrag. Deze wijziging zal gelden voor de bepaling van de lumpsum voor het jaar 2015 en verder.

De regeling praktijkleren en groene plus bevat in de zgn. box 2 (paragraaf 3) aanvullende bijdragen voor dezelfde primaire opleidingen. Deze zijn bestemd voor praktijkleren en exploitatie van deze opleidingen. Het budget voor de AOC binnen box 2 wordt net zo verdeeld als de overige middelen voor praktijkleren, dus overeenkomstig de verdeling van de lumpsum, waarbij echter alleen de deelnemers binnen de primaire opleidingen meetellen.

Na verhoging van de prijsfactoren voor de primaire opleidingen betekent de verdeling uit box 2 in feite een dubbele priortering van de primaire opleidingen. Om dit te voorkomen is besloten deze middelen voor 2015 niet via box 2 te verdelen. Verdeling via box 1 zou betekenen dat de middelen niet meer voor exploitatie mogen worden ingezet; het doel van de aanvullende bijdragen in box 1 is uitsluitend de bekostiging van praktijkleren. Daarom zullen deze middelen eenmalig voor het jaar 2015 worden toegevoegd aan de rijksbijdrage zoals die wordt bepaald op basis van artikel 2.2.1, eerste lid, UWEB. Daartoe wordt in deze regeling de artikelen 11 en 12 gewijzigd en vervalt artikel 13.

Tot slot wordt een technische wijziging aangebracht in artikel 7. Dit artikel bepaalt dat leerlingen die bij een AOC zijn ingeschreven in de experimentele leergang VMBO-MBO2 voor de verdeling van de middelen praktijkleren worden meegeteld als deelnemer van dit AOC. De verdeling van de middelen 2015 zal zijn gebaseerd op de telgegevens per 1 oktober 2013. In deze telling zijn geen VM2-leerlingen meer opgenomen. Deze bepaling kan daarom vervallen.

De wijzigingen in deze regeling hebben geen effect op de regeldruk. De regeling treedt in werking op een vast verandermoment. De invoeringstermijn van twee maanden wordt niet gehaald. Dat is niet bezwaarlijk, omdat de wijzigingen met alle betrokken partijen zijn afgestemd.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S. Dijksma

Naar boven