Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 25 september 2014, nr. IENM/BSK-2014/162615, houdende intrekking van de Regeling aanwijzing keuringsinstelling pyrotechnische artikelen Vuurwerkbesluit en wijziging van de Regeling overige pyrotechnische artikelen

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op richtlijn 2007/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 mei 2007 betreffende het in de handel brengen van pyrotechnische artikelen (PbEU L 154), artikel 1A.5.1, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit en artikel 9.2.2.4. van de Wet milieubeheer;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling aanwijzing keuringsinstelling pyrotechnische artikelen Vuurwerkbesluit wordt ingetrokken.

ARTIKEL II

De Regeling overige pyrotechnische artikelen wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 26, eerste lid, komt te luiden:

• 1. De minister kan een instantie aanwijzen die bevoegd is tot het uitvoeren van de conformiteitsbeoordelingsprocedure.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2014 en werkt terug tot en met 1 juli 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

TÜV Rheinland Nederland B.V. heeft aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu medegedeeld dat zij vanwege economische redenen haar activiteiten als aangewezen instantie (‘notified body’) in de zin van richtlijn 2007/23/EG betreffende het in de handel brengen van pyrotechnische artikelen (PbEU L154) (hierna: Pyrorichtlijn) wenst te staken. Ingevolge twee ministeriële regelingen, de Regeling aanwijzing keuringsinstelling pyrotechnische artikelen Vuurwerkbesluit en de Regeling overige pyrotechnische artikelen, was TÜV Rheinland Nederland B.V. de aangewezen instantie die bevoegd was tot het uitvoeren van conformiteitsbeoordelingsprocedures, genoemd in Pyrorichtlijn. Derhalve is de verwijzing naar TÜV Rheinland Nederland B.V. in deze regelingen komen te vervallen. Het is niet noodzakelijk een nieuwe instantie aan te wijzen. De Pyrorichtlijn bevat geen verplichting tot het aanwijzen van een instantie en de Nederlandse pyrotechnische sector kan artikelen ook in het buitenland door een aldaar aangewezen instantie laten certificeren.

Administratieve lasten en bedrijfseffecten

Met het intrekken van de aanwijzing van TÜV Rheinland Nederland B.V. is er in Nederland geen aangewezen instantie meer. De gevolgen hiervan voor de pyrotechnische sector zijn verwaarloosbaar. De afgelopen jaren heeft zich namelijk de ontwikkeling voorgedaan dat de meeste importeurs aan de voor hen geldende wettelijke verplichtingen voldoen, door pyrotechnische artikelen te laten certificeren door aangewezen instanties die veelal in het buitenland zijn gevestigd.

Handhaving

Ingevolge artikel 1A.5.3 van het Vuurwerkbesluit en artikel 28 van de Regeling overige pyrotechnische artikelen ziet de minister (de Inspectie Leefomgeving en Transport) toe op de rechtmatige en doeltreffende uitvoering van deze regelgeving door de aangewezen instantie. Vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling is de verplichting toezicht te houden op de uitvoering door TÜV Rheinland Nederland B.V. komen te vervallen.

Europeesrechtelijke aspecten

Ingevolge de Pyrorichtlijn heeft Nederland de Europese Commissie en de andere lidstaten inmiddels op de hoogte gebracht van het feit dat TÜV Rheinland Nederland B.V. niet langer een aangewezen instantie in de zin van de Pyrorichtlijn is.

Inwerkingtreding

TÜV Rheinland Nederland B.V. heeft te kennen gegeven per 1 juli 2014 alle activiteiten als aangewezen instantie te staken. Derhalve wordt aan deze regeling terugwerkende kracht verleend en wordt er geen invoeringstermijn gehanteerd. Vasthouden aan de invoeringstermijn van twee maanden zou betekenen dat de aanwijzing van TÜV Rheinland Nederland B.V. pas later wordt ingetrokken, wat voor TÜV Rheinland Nederland B.V. aanmerkelijke nadelen met zich zou meebrengen. Aangezien TÜV Rheinland Nederland B.V. sinds 1 juli 2014 geen activiteiten als aangewezen instantie meer verricht, is het voor TÜV Rheinland Nederland B.V. en voor de duidelijkheid richting de branche van belang dat deze feitelijke situatie zo snel mogelijk een juridisch gevolg krijgt.

Artikelsgewijs

Artikel I

Ingevolge de Regeling aanwijzing keuringsinstelling pyrotechnische artikelen Vuurwerkbesluit was TÜV Rheinland Nederland B.V. de aangewezen instantie die met betrekking tot vuurwerk en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik bevoegd was tot het uitvoeren van conformiteitsbeoordelingsprocedures als bedoeld in bijlage II van de Pyrorichtlijn. Door deze regeling in te trekken is de aanwijzing van TÜV Rheinland Nederland B.V. komen te vervallen.

Artikel II

De Regeling overige pyrotechnische artikelen heeft betrekking op pyrotechnische artikelen behorende tot de categorieën P1 en P2, zoals genoemd in de Pyrorichtlijn. Ook ten aanzien van deze artikelen was TÜV Rheinland Nederland B.V aangewezen om conformiteitsbeoordelingsprocedures uit te voeren, zoals bleek uit artikel 26, eerste lid (oud), van de Regeling overige pyrotechnische artikelen. De onderhavige regeling wijzigt artikel 26, eerste lid, door de verwijzing naar Tüv Rheinland Nederland B.V. te laten vervallen.

Op basis van het gewijzigde artikel 26, eerste lid, kan in de toekomst een andere instantie worden aangewezen.

Artikel III

TÜV Rheinland Nederland B.V. heeft te kennen gegeven per 1 juli 2014 alle activiteiten als aangewezen instantie te hebben gestaakt. Derhalve dienden verwijzingen in de Nederlandse regelgeving naar TÜV Rheinland B.V. als aangemelde instantie ook per 1 juli 2014 te vervallen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld